Baby Essentials: 10x items die je leven fijner maken

26 oktober 2020 door Aline Kiers

Dit zijn de 5 verschillende fases van de bevalling

Dat de bevalling uit verschillende fases bestaat is best wel een onbekend fenomeen. Sommige mensen zien het als één lange gebeurtenis, en zien de bevalling soms als ‘heel lang’ terwijl dat misschien niet altijd zo is. Iedere fase is anders en ze hebben allemaal een eigen functie. In deze blog nemen we je mee door deze verschillende ‘geboortefases’.

Fase één:

de latente fase

De eerste fase is de latente fase. De grote vraag die bij deze fase komt kijken is: gaat het nu écht beginnen? Want in de meeste gevallen begint deze fase met onregelmatige weeën, slechts 10% van de bevallingen begint met het breken van de vliezen.

Wat is een wee nu eigenlijk? Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. De weeën bouwen zich vaak langzaam op en komen eerst om de ongeveer 15, dan om de 8 en na een tijdje om de 5 minuten. De latente fase kan bovendien nogal verschillen in tijdsduur. Er zijn vrouwen die urenlang onregelmatige weeën hebben, dat noemen wij ook wel ‘rommelen’, en soms komt het voor dat je weeën krijgt die gelijk al regelmatig en redelijk intens zijn. Bij hen zal de latente fase dus snel overgaan in de actieve fase. Ook is er een verschil tussen vrouwen die voor het eerst bevallen en zij die al eerder bevallen zijn.

In de latente fase zal de baarmoedermond verweken en verstrijken. Dat betekent dat de baarmoedermond zachter en korter wordt. Als dat helemaal is gebeurd, kan er ontsluiting ontstaan. In de latente fase bereik je ongeveer 3 cm ontsluiting.

Wat kan je nou het beste doen tijdens deze fase? Ontspan! Kijk een fijne serie, doe een ontspanningsoefening, ga even onder de douche of bak een appeltaart voor de verloskundige ;) Zoek zo veel mogelijk afleiding als de weeën nog onregelmatig en niet zo intens zijn. Wanneer je nu al volledig gefocust bent op elke wee, zal de bevalling voor je gevoel alleen maar langer duren. Ook de partners mogen nog lekker hun rust pakken tijdens deze fase. En als het ’s nachts is, ga vooral slapen!

Fase twee:

de actieve fase

En dan voel je het veranderen, geleidelijk of ineens: het wordt intenser. De realisatie dat het is nu echt is begonnen komt langzaam binnen en ‘pfoe, die laatste wee was best wel pittig’, én precies 5 minuten na de laatste. Welkom in de actieve fase.

De naam zegt het al: je bent actief aan het bevallen. Op dit moment heb je al minimaal drie centimeter ontsluiting, komen de weeën om de 3, 4 of 5 minuten en duren ze gemiddeld een minuut. De intensiteit van de weeën en de ontsluiting zal toenemen. Gemiddeld wint een vrouw 1 centimeter aan ontsluiting per uur bij een eerste kindje, bij een tweede bevalling zal het allemaal wat sneller gaan.

Alles wordt nu wat pittiger, want je lichaam gaat nu van alles doen, zoals bijvoorbeeld de aanmaak van endorfines. Dit hormoon werkt pijnstillend en zorgt ervoor dat je in een roesje komt en meer naar binnen gericht raakt. Endorfines werken nauw samen met oxytocine, het hormoon dat onder andere zorgt voor de weeën. Deze twee hormonen versterken elkaar: wanneer je meer oxytocine aanmaakt, krijg je meer en betere weeën, waardoor je lichaam meer endorfines aanmaakt zodat je meer kan ontspannen. En wanneer je weer meer ontspant, kan je lichaam meer oxytocine aanmaken en krijg je dus betere weeën. Mooi toch dit systeem? En je lijft doet het helemaal zelf.

Je kindje daalt in deze fase steeds dieper het bekken in, en draait met zijn of haar hoofdje in de juiste positie om geboren te worden. De schedelnaden van het kindje schuiven een beetje over elkaar heen, dit heet moulage. Het zorgt ervoor dat de dwarsdoorsnede van het hoofd kleiner wordt en het beter door je bekken past. Een prachtige truc van de natuur! Tijdens deze fase, en soms ook al tegen het einde van de latente fase, kan het zijn dat je misselijk bent of last hebt van je darmen. Schrik niet als je een keer flink moet overgeven of als je diarree krijgt. Dit is weer zo’n mooie truc van je lijf: je lichaam werkt alles eruit zodat alle aandacht en energie naar je baarmoeder kan gaan.

Fase 3:

de overgangsfase

De actieve fase duurt tot het moment dat de persfase begint. Maar vlak voordat je gaat persen ga je ook nog een overgangsfase in.

Deze fase wordt door de meeste vrouwen omschreven als de meest intense fase van de bevalling. Je hebt ongeveer 9 cm ontsluiting, en de weeën komen om de 3 minuten. Je bent misschien misselijk en je hebt mogelijk last van je onderrug omdat de baby op je staartbeen duwt.

Omdat je nu richting de persfase gaat, maakt je lichaam het hormoon adrenaline aan. Dat geeft je straks extra power voor het persen. Maar door de adrenaline neemt de aanmaak van endorfines af. Je wordt daardoor weer wat helderder waardoor je pijnbeleving verandert en je de weeën meer voelt. Het wordt dus even pittiger.

Op dit moment is het heel belangrijk dat je een positieve mindset houdt. En dat is soms echt wel lastig aangezien je natuurlijk al een flinke tijd hard hebt gewerkt. Als partner kan je nu echt een belangrijke rol vervullen door continue en positieve support te geven.  Deze fase duurt gemiddeld maximaal een uur en bovendien: hierna mag je persen, je kindje is er bijna!

Fase 4:

de persfase

Voor de persfase moet je 10cm ontsluiting hebben, oftewel volledige ontsluiting. De baarmoedermond is naar achteren geschoven en zit niet meer voor, maar om het hoofdje van de baby.

Vanaf dit moment krijg je persweeën, ook wel reflectoire persdrang genoemd. Dat zijn spiersamentrekkingen van je baarmoeder die niet te stoppen zijn. Het is vergelijkbaar met wanneer je moet overgeven, het kan niet anders! Doordat je baby dieper indaalt en op je rectum duwt, voelt persdrang alsof je moet poepen. Dat gevoel is soms even wennen. Weet dat het normaal is en het juist een positief teken is dat de eerste echte ontmoeting met je kindje nu echt snel gaat gebeuren.

Tijdens de persfase pers je mee met deze weeën waardoor je je krachten verdubbeld. Je baarmoeder én jij persen samen. Als je voor de eerste keer bevalt, pers je gemiddeld een uur tot 1,5 uur. Ben je al eerder vaginaal bevallen, dan gaat dit meestal een stuk sneller.

Je perst totdat het hoofdje staat, en dus bijna geboren wordt. Dit is het moment dat je verloskundige je intensiever gaat coachen en begeleiden. Ter voorkomen van inscheuren is het belangrijk dat dit moment niet te snel gaat. Best intens, maar herinner je hier wederom: de baby is er bijna! Dus bij een brandend gevoel denk je vanaf nu ‘kom maar baby’. Je kindje zal geboren worden bij de volgende, of tweede wee die volgt.

Fase 5:

de nageboortefase

En dan… Je baby is geboren en ligt heerlijk bij je op de blote borst. Dan volgt alleen de placenta nog. De navelstreng laten we eigenlijk altijd uitkloppen, want er is nog bloeddoorstroming met zuurstofrijk bloed vanuit de placenta naar de baby. Zodra de placenta loslaat, stopt deze doorbloeding, wordt de navelstreng doorgeknipt (tenzij je een *lotus bevalling wil) en zal met nog 1 of 2 keer persen de placenta geboren worden.

Een heel mooi gegeven is dat uit de bevruchte eicel behalve een baby ook de placenta is ontstaan, en dat de placenta ervoor heeft gezorgd dat je baby groeide en veilig was. Een prachtig en briljant systeem.

Als het langer duurt voordat de placenta komt, of als er sprake is van ruim bloedverlies, kan het zijn dat je verloskundige adviseert een injectie in je bovenbeen te geven met synthetische oxytocine (of via het infuus als je al een infuus had). Dit zorgt ervoor dat je baarmoeder beter kan samentrekken, waardoor de placenta makkelijke loslaat. Ook kan synthetische oxytocine ingezet worden na de geboorte van de placenta zodat de wond beter wordt dichtgeduwd en je daardoor minder bloedverlies hebt.

Wat deze laatste geboortefase heel bijzonder maakt is dat tijdens dit proces jullie als kersverse ouders verliefd aan het worden zijn op jullie prachtige baby.

* Bij een lotus bevalling wordt de navelstreng niet doorgeknipt maar blijft de baby aan de placenta verbonden, totdat deze vanzelf na ongeveer een week afvalt. Er is ook een halve lotus bevalling mogelijk waarbij je na de geboorte van de placenta een navelstreng doorknipt op een daarvoor gekozen gewenst moment, bijvoorbeeld direct na de geboorte van de placenta, of een paar uur later.