8 maart 2021 door Ceronne Kastelein

In gesprek over LHBTI met je kind en steun bieden: zo doe je dat

Het is ontzettend belangrijk om met je kind te blijven praten. Wanneer het goed gaat, maar ook wanneer het niet goed gaat.

Vóór de coming out

Misschien vermoed je dat je kind lesbisch, homo, bi of transgender is. Wat LHBTI precies betekent lees je hier. Je kunt je kind hierin steunen door vóór de puberteit te laten merken dat je hier open voor staat.

Hoe pak je dat aan? Maak het van jongs af aan bespreekbaar, zodat je kind weet dat je het hier gewoon over kunt hebben.

  • In een gesprek over liefde of relaties kan je homoseksualiteit of biseksualiteit benoemen;
  • Je kunt transgender-zijn benoemen als het over mannelijkheid of vrouwelijkheid gaat;
  • Bespreek bijvoorbeeld nieuwsberichten over seksuele oriëntatie of genderidentiteit;
  • Je kunt rolmodellen zoals zangers, filmsterren of sporters, of iemand in de familie noemen die zichzelf én succesvol zijn;
  • Ondersteun je kind bij het zijn van zichzelf.

Jongeren vertellen hun ouders vaak pas over dit soort gevoelens wanneer ze er helemaal zeker zijn. Ook praten pubers niet zo makkelijk over intieme dingen met hun ouders. Wel kun je proberen er voorzichtig vragen over te stellen. Houd hierbij de optie open om geen antwoord te geven of laat weten dat het oké is om te twijfelen over deze gevoelens. Dit kun je doen door te zeggen: ‘Je hoeft het nog niet zeker te weten’ of ‘Je hebt alle tijd om dat nog te ontdekken’.

Steun bieden bij de coming out

Coming out betekent in het Nederlands: uit de kast komen. Dat houdt in dat iemand aan de omgeving vertelt dat diegene homo, lesbisch, bi of transgender is. Veel jongeren maken zich zorgen over de reactie van hun ouders. Ze vinden het daarom heel spannend. Hoe jongeren uit de kast komen, kan verschillen. Sommige jongeren vragen er aandacht voor en zeggen het direct: ‘Pap, mam, ik moet jullie iets vertellen…’. Dit kan ook via de app, mail of via een brief. Anderen laten een tijdschrift slingeren of vertellen het indirect. Soms vragen ze of iemand anders het aan hun ouders wil vertellen omdat ze het zelf niet goed durven.

Omdat het zo spannend is, is jouw reactie als ouder heel belangrijk. Als je het al vermoedde, kun je dit je kind laten weten: ‘Ik dacht het al.’. Als je het niet aan zag komen, kan het je overdonderen. Misschien had je een ander beeld van je kind of maak je je zorgen dat je kind het zwaar krijgt. Bedenk dan dat je kind waarschijnlijk al langer met deze gevoelens rondloopt en ook de tijd heeft genomen om te wennen aan het idee. Dat kun jij ook doen.

Wat kun je zeggen en vragen?

  • Vertel je kind dat je het dapper en goed vindt dat er over deze gevoelens wordt gepraat. Praten lucht enorm op;
  • Geef je kind de ruimte: twijfelen en zoeken mag, dat hoort erbij;
  • Geef niet direct een mening en houd je zorgen nog even voor je. Het gaat in eerste instantie over de gevoelens van je kind;
  • Geef aan dat je van je kind houdt, ongeacht de seksuele oriëntatie of genderidentiteit;
  • Gebruik in gesprek de woorden die je kind zelf gebruikt. Soms zegt een jongen bijvoorbeeld: ‘ik val op jongens’ in plaats van ‘ik ben homo’;
  • Geef aan dat het met dit gesprek niet afgelopen hoeft te zijn. Je kunt zeggen dat jullie er samen altijd over door kunnen praten;
  • Vraag hoe je kind zich voelt en of iemand anders in de omgeving het al weet. Misschien zijn vrienden al op de hoogte. Het kan jou een prettig gevoel geven als je weet dat je kind ook open is tegen anderen over deze gevoelens.
  • Heeft je kind, of jijzelf, vragen over deze gevoelens? Je kunt dan, eventueel samen, op zoek gaan naar antwoorden via www.iedereenisanders.nl.

Steun aan transgender kinderen

Ook als kinderen vertellen of aangeven dat ze transgender zijn, noem je dat een ‘coming out’. Sommige kinderen weten het al heel jong: hun uiterlijk past niet bij wie ze eigenlijk zijn. Voor de wereld zijn ze of een jongen of een meisje, maar zelf zien ze dat anders. Zo zijn er jongens die zich juist een meisje voelen of andersom. Er zijn ook kinderen die zich zowel geen jongen als meisje voelen of juist een beetje van allebei. Dit noem je transgender. Onder de paraplu ‘transgender’ vallen transgender meisjes en transgender jongens, maar ook non-binaire transgender kinderen. Dat laatste houdt in dat diegene zich niet prettig voelt bij het label ‘jongen’ en ook niet bij het label ‘meisje’.

Hoe ondersteun je je kind hierbij?

Als je kind transgender is, kan dat betekenen dat het liever andere kleding draagt dan jij had bedacht. Of dat je kind wil worden aangesproken met een andere naam. Dat je hieraan moet wennen, is heel logisch. Voor je kind kan dat best frustrerend zijn. Juist omdat die al heel zeker kan weten hoe het zit met deze gevoelens. Ook kan het zo zijn jij je kind wil beschermen tegen negatieve reacties en teleurstelling, maar dat je kind dat voelt als afwijzing. Dat kan voor uitdagingen zorgen.

Tips voor het ondersteunen van transgender kinderen

  •   Neem de gevoelens van je kind serieus;
  •   Blijf erover praten: vraag er af en toe naar, zoek contact en stel je open op;
  •   Probeer met je kind mee te gaan in het proces. Volg het tempo van je kind. Het tegenwerken van je kind in de wens om zich anders te kleden of anders te noemen kan negatieve mentale gevolgen hebben;
  •   Je kunt contact met school zoeken. Met hen kun je bespreken hoe je kind daar de ruimte kan krijgen om zichzelf te zijn;
  •   Je kunt – als je kind dat wil- ook contact zoeken met andere transgender kinderen via GO, bij Transvisie. Daar zijn ook contactgroepen voor ouders en familie van transgender kinderen.