Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

24 mei 2000 door Justine Pardoen

Juf kan niet spellen en vindt dat niet erg

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

De kinderen van José komen vaak thuis met taalfouten in hun werkjes. Dat vindt José niet leuk. Maar wat ze nog veel erger vindt, is dat de juf die fouten niet verbetert. Niet uit principe, maar uit onvermogen, zo blijkt. José: "Zelfs in het rapport van mijn dochter stonden taalfouten. Ongelooflijk. Ik weet heus wel dat ik ook niet foutloos Nederlands schrijf, maar voor een juf of meester mag dit toch niet? Komt dit nu vaker voor?

Ja, het komt vaker voor. Tonny: "Naar mijn idee wordt correct taalgebruik steeds zeldzamer. Nonchalant zijn is 'in'." Ook Monique uit haar zorgen. Haar kind gaat immers ook naar school om te leren hoe ze later een goede sollicitatiebrief moet schrijven: "Iemand die iets aflevert vol taalfouten, geeft toch een slecht visitekaartje af?"

Een studente van de Pabo in Breda schreef een brief aan Ouders Online. Ze wilde iets weten over taal- en spraakontwikkeling en vroeg: "Hoe ontwikkeld (sic) deze fase zich bij kinderen tot elf maanden? We weten de globale lijn en misschien kunt u ons de details geven." Leerkrachten die de d's en t's niet op de juiste plaats krijgen, dat baart ouders zorgen. Hoe moeten onze kinderen dan nog leren spellen? De toekomstige leerkracht kreeg er dan ook flink van langs in een antwoord waarin Ouders Online zich niet al te fijnzinnig geformuleerd afvroeg of de spelling soms niet meer behandeld wordt op de Pabo. Zie verder: Bloed aan de schandpaal (redactioneel commentaar Ouders Online).

De Pabo-leerling schrijft terug dat ze begrijpt dat het niet netjes is als er taalfouten in een e-mail staan: "Daar wil ik ook mijn excuses voor aanbieden. Maar de manier waarop U zich uitlaat in Uw mailtje, heeft wel te wensen over (sic). Ik vind dat Uw reactie zeer onrespectabel (sic) is. U kunt in ieder geval op een fatsoenlijke manier laten weten dat U geen vragen van studenten beantwoord (sic)." Tijd om in Breda eens te vragen hoe het zit.

Theo Pullens, hoofd van de afdeling Nederlands van de Pabo in Breda, schaamt zich plaatsvervangend en de verwachte verdediging blijft uit. "Het is een enorm probleem, waar alle Pabo's mee zitten. Veel leerlingen kunnen niet spellen en niet rekenen als ze op de Pabo komen. In Breda hebben we kort geleden besloten studenten van de opleiding weg te sturen als ze na twee jaar nog steeds zakken voor toetsen op spelling- en rekenvaardigheid. We verwachten dat elk jaar tussen de 15 en 20 studenten (ongeveer acht procent) hun opleiding moeten afbreken. En dat terwijl de laatste paar jaar de vraag naar nieuwe leraren enorm toegenomen is."

Dat er een tekort is aan leerkrachten voor het basisonderwijs, is ook de ouders op het Forum niet ontgaan. Ouders zijn dan ook bang dat de selectie van nieuwe leraren eerder ruimer wordt dan strenger. Ze verwachten dat het met de Nederlands taalvaardigheid van de juffen en meesters in de toekomst alleen nog maar slechter gesteld zal zijn.

Ook Pullens is niet optimistisch: "De meeste studenten vinden spelling niet belangrijk. Ze missen een bepaalde houding, de wil om te streven naar foutloos werk. Vroeger leerde je dat er niets de deur uit kon als het niet vlekkeloos was, maar de huidige studenten hebben een slecht ontwikkeld spelling-geweten: behalve in situaties waarin ze op spelling getoetst worden, hebben ze er totaal geen aandacht voor. We proberen dat wel te ontwikkelen, maar de resultaten zijn niet bemoedigend."

Pullens geeft toe dat de aandacht van de Pabo's de laatste twintig jaar ook ergens anders gelegen heeft. "De laatste decennia wilden we vooral pedagogische en didactische specialisten afleveren. Daardoor was er veel aandacht voor de wijze waarop je kennis overdraagt en minder voor die kennis zelf. In dezelfde periode is het aanzien van het leraarsvak gedaald. Misschien is dat niet toevallig."

Gelukkig merkt Pullens dat er langzamerhand ook op landelijk niveau een 'beweging terug' wordt ingezet. Dat zal de status -- en dan uiteindelijk de aantrekkelijkheid -- van het leraarsvak natuurlijk alleen maar ten goede kunnen komen.

Tot die tijd zullen ouders er zelf wat op moeten vinden. Jeanette neemt inmiddels zelf alle werkjes met haar zoon door. Hij zit in groep zeven en ook hij komt regelmatig thuis met niet-verbeterde fouten in een opstel of een verslag van een excursie. Jeanette: "Volgens de leerkracht gaat het in zo'n geval niet om de spelling, maar om het inhoudelijke verhaal." Jeanette vindt dat vreemd: "Er zou altijd op fouten gelet moeten worden. Dat ze niet meetellen voor het eindcijfer, okee, maar je kunt ze toch corrigeren?" Pullens is dat roerend met Jeanette eens: "Alleen dan ontwikkelt een kind een spelling-geweten."