
Bang voor onweer? Zo help je je kind door donder en bliksem heen
Een plotselinge knal, flitsen door het raam en dan grote ogen of een kind dat zich aan je vastklampt: onweer kan behoorlijk indruk maken. Is jouw kind bang voor onweer? Geen paniek – met deze praktische tips help je je kind om zich veiliger te voelen tijdens stormachtig weer. En misschien wordt het zelfs een beetje minder eng.
1. neem de angst serieus (ook als het jou weinig doet)
“Het is maar onweer” helpt meestal niet. Wat wél helpt? Erkennen dat het eng kan zijn. Vraag wat je kind precies spannend vindt. Het geluid, de flitsen, de spanning in de lucht? Door echt te luisteren, laat je zien dat hun gevoel er mag zijn. En dat is de eerste stap naar ontspanning.
2. maak het begrijpelijk (zonder les te geven)
Je hoeft geen weerexpert te zijn, maar een simpele uitleg kan wonderen doen. Vertel bijvoorbeeld dat donder en bliksem horen bij een soort ‘spanningsontlading’ in de lucht. Hoe simpeler, hoe beter. Of wat denk je van de theorie dat wolken zijn zoals batterijen die moeten leeglopen? Klinkt gek, maar kan werken. Zeker als je kind graag wil snappen wat er nou precies gebeurt. Of kijk samen eens een filmpje over hoe onweer ontstaat, zodat je kind het meer kan begrijpen.
3. tel samen de afstand
Een klassieker: laat je kind tellen hoeveel seconden er zitten tussen de bliksem en de donder. Elke seconde is ongeveer 300 meter. Zo wordt het onweer minder mysterieus, en voelt het vaak minder bedreigend als het ver weg blijkt te zijn.
4. creëer een veilige sfeer
Tijdens een onweersbui wil je kind zich vooral veilig voelen. Een knuffel, een fijn dekentje, een zacht lampje aan… Kleine dingen kunnen al verschil maken. Ook fijn: weten dat jij in de buurt bent. Soms is even samen zitten genoeg. Of samen onder een deken, boekje erbij, en wachten tot het overwaait.
5. bied afleiding (geen afwijzing)
Bang zijn mag, maar je kunt de aandacht wel een beetje verleggen. Samen een spelletje doen, rustige muziek luisteren of iets tekenen kan helpen. Probeer spanning niet weg te duwen, maar geef ruimte voor ontspanning.
6. leer je kind wat wel veilig is
Kinderen voelen zich sterker als ze weten wat ze kunnen doen. Denk aan: binnen blijven, uit de buurt van ramen blijven, niet met elektrische apparaten spelen. Voor buiten geldt: niet onder bomen schuilen of op open veld staan. Niet omdat je kind dit per se direct gaat toepassen, maar omdat kennis soms net dat stukje houvast biedt.
7. blijf zelf rustig (ook als je dat niet bent)
Kinderen pikken jouw energie razendsnel op. Dus hoe rustiger jij blijft, hoe meer veiligheid je uitstraalt. Ben je zelf ook bang voor onweer? Geen probleem. Je hoeft het niet te faken. Zeg eerlijk: “Ik vind het ook weleens spannend, maar we zijn samen, en we zijn veilig.” Eerlijk én geruststellend.
Wanneer is extra hulp nodig?
Blijft de angst heftig, zelfs als er geen onweer is? Slaat het over op andere dingen, of beïnvloedt het het dagelijks leven? Dan kan het fijn zijn om eens met een professional te praten. Niet omdat er iets ‘mis’ is, maar omdat je kind soms even net wat meer steun kunnen gebruiken.
Het waait zo weer over
Onweersangst is heel normaal, en het hoort vaak gewoon bij een fase. Maar dat betekent niet dat je het moet wegwuiven. Door er samen op een open en rustige manier mee om te gaan, help je je kind en maak je deze buien net wat minder spannend. En wie weet... vindt je kind het over een tijdje zelfs een beetje fascinerend.