2 april 2012

Kleuterverlenging verhoogt doubleer-cijfers

De onderwijsinspectie luidde afgelopen week de noodklok over het hoge percentage zittenblijvers. De rol van de zogenaamde kleuterverlenging bleef daarbij onvermeld.

"Nederlandse scholieren blijven vaker zitten", meldde de onderwijsinspectie afgelopen week. Daarmee werd bedoeld: vaker dan elders in Europa. Meer dan 20% van de 15-jarige scholieren zegt ooit een keer te zijn blijven zitten. Nederland zit daarmee ruim boven het gemiddelde van de 34 landen die lid zijn van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dat gemiddelde ligt op 14,3%. (Bron: Inspectie van het Onderwijs, 28 maart 2012.)

Een van de oorzaken van het zittenblijven op de basisschool, waar de onderwijsinspectie verder niet op inging, is de 'kleuterbouwverlenging', beter bekend als 'doorkleuteren', oftewel nog een jaartje wachten met de overgang van groep 2 naar groep 3. Doorkleuteren klinkt sympathiek en kindvriendelijk, maar is – hoe je het ook wendt of keert – toch een vorm van doubleren.

Probleem ontstaan vanaf 1986

Het probleem is ontstaan vanaf 1986. Daarvóór was het simpel: wie vóór 1 oktober 6 jaar werd, mocht door. Daarna werd het ingewikkelder. Want vanaf 1986 moet een leerkracht zelf inschatten wanneer een kind toe is aan groep 3. Dat kan onaangename discussies tussen leerkrachten en ouders opleveren.

Dus: sinds we geen aparte kleuterschool meer hebben, maar één basisschool met doorlopende klassen van 1 tot 8, is een jaar overdoen (in welke groep dan ook, dus ook in groep 2) gewoon doubleren.

Dat kán gevaarlijk zijn voor het vervolgonderwijs. Want als uw kind later naar een populaire middelbare school wil, waar te veel aanmeldingen voor zijn, dan kunnen ze daar gaan kijken naar het basisschoolverleden van uw kind. Aan het geboortejaar kunnen ze dan zien dat hij of zij op de basisschool is blijven zitten, wat een reden kan zijn om hem niet aan te nemen.

Boze reacties

We hebben deze kwestie al vaker aan de orde gesteld, en krijgen dan altijd veel boze reacties van leerkrachten. Sommige kinderen zijn gewoon nog niet toe aan groep 3, dus wat zeuren we nou...

In dat soort gevallen verwijzen we altijd naar een wetenschappelijk onderzoek (Universiteit van Amsterdam, 2007) dat uitwees dat het voor de latere schoolloopbaan nauwelijks uitmaakt of je een kind laat doorkleuteren of niet. Leerkrachten zeggen vaak dat een kind het later moeilijk zal krijgen als ze het bij twijfel toch laten doorgaan van groep 2 naar groep 3, maar dat is aantoonbaar onjuist. Slechts 3% van hen blijft later alsnog zitten.

Bron: J. Roeleveld en I. van der Veen, Kleuterbouwverlenging in Nederland: omvang, kenmerken en effecten. In: Pedagogische studiën, 2007 (84) p.448-462 (pdf, 800 KB).

Sprongsgewijze ontwikkeling

Mocht u in de situatie terechtkomen dat er discussie ontstaat over de vraag of uw kind al dan niet moet doorkleuteren (of als u zelf twijfelt), bedenk dan dat er nóg een belangrijk punt van aandacht is. Namelijk: dat jonge kinderen (tot een jaar of 6 à 7) vaak een sprongsgewijze ontwikkeling doormaken.

De situatie op dit moment zegt dus nog niets over de situatie over een half jaar, als de overgang naar groep 3 daadwerkelijk aan de orde is. Dan kan alles er weer heel anders uitzien. Onze kinderpsychiater Aleid Grijpma heeft dit ooit heel duidelijk beschreven in het artikel Hoe kunnen we onze dochter zich beter laten concentreren?

Meer informatie

  • Voor meer informatie over kleuterverlenging: zie ons Kleuter-dossier.
  • Voor een commentaar op het OESO-rapport, en zittenblijven in het algemeen: beluister onze onderwijsdeskundige Miriam Lavell in de TROS Nieuwsshow van 31 maart 2012.