2 oktober 2014 door Martine E.C. van Eijk

Medicijngebruik bij zwangerschap en borstvoeding

Hieronder volgt een overzicht van datgene wat er bekend is over medicijngebruik bij zwangerschap en borstvoeding. De tekst wordt regelmatig gecontroleerd en bijgewerkt. (Laatste herziening: 2 oktober 2014.) Suggesties zijn altijd welkom.

De basisregel is dat elk medicijngebruik bij kinderwens, zwangerschap en borstvoeding, vermeden moet worden. Maar zo simpel ligt het natuurlijk niet. Veel moeders, aanstaande moeders en vrouwen met een kinderwens kunnen nu eenmaal niet zonder bepaalde geneesmiddelen. Niet behandelen kan een slechtere keus zijn. En al dient het gebruik van geneesmiddelen zo veel mogelijk vermeden te worden, wie ze wél gebruikt is niet automatisch veroordeeld tot flesvoeden of verplicht kinderloos blijven. Mits de nodige voorzichtigheid in acht wordt genomen. Soms is het voldoende om (eventueel tijdelijk) andere medicatie te gebruiken.

Antidepressiva
Psychofarmaca in het algemeen, en antidepressiva in het bijzonder, roepen altijd de meeste vragen op. Advies: nooit acuut stoppen en nooit afbouwen zonder overleg met de behandelend arts. Vooral niet bij antipsychotica. En bedenk: meestal geeft niet behandelen meer risico's voor moeder en kind.

Fase 1 – vóór de zwangerschap

De eerste paar maanden van de zwangerschap is de vrucht het kwetsbaarst. Maar aangezien je in het begin vaak helemaal niet weet dat je zwanger bent, moet je eigenlijk al vóór de zwangerschap - en zelfs vóór het vrijen met het doel om zwanger te worden - alert zijn op het gebruik van geneesmiddelen en genotmiddelen (dat geldt ook voor de man) en moet je zoveel mogelijk risicovol gedrag vermijden.

Dus: gebruik je medicijnen, of heb je een chronische aandoening, dan is het raadzaam om bijtijds aan de behandelend arts en de apotheker te vertellen dat je zwanger wilt worden. Deze deskundigen kunnen dan nagaan wat je ziekte (en de behandeling daarvan) voor consequenties heeft voor een eventuele zwangerschap.

Fase 2 – tijdens de zwangerschap

Omdat lang niet elke zwangerschap gepland is, wordt er vaak pas na 6 à 7 weken en soms pas na het eerste trimester (de eerste drie maanden) gekeken naar eventuele risico's. Hoe eerder hoe beter natuurlijk, maar beter laat dan nooit.

Van roken weten we bijvoorbeeld dat het op ieder moment in de zwangerschap nog zinvol is om te stoppen, omdat stoppen in alle stadia een positief effect op de baby heeft (het effect wordt gaandeweg minder, maar toch). Ook is het altijd nog zinvol om eventueel medicijngebruik tijdens de zwangerschap te evalueren en zonodig bij te stellen. Acuut stoppen zonder overleg met de behandelend arts is in ieder geval niet verstandig.

Dus: ook al kom je er pas later achter dat je zwanger bent, dan nóg is het zinvol om na te blijven denken over het gebruik van medicijnen.

Fase 3 – rond de bevalling

Naast de effecten van geneesmiddelen op het (ongeboren) kind, zijn er ook effecten die vooral rond de bevalling spelen. Zo worden de meeste pijnstillers afgeraden vanaf de laatste maand van de zwangerschap, in verband met bloedingsgevaar en een mogelijk effect op de manier waarop de pasgeborene zich aanpast aan de buitenwereld. Met name bij het sluiten van de zogenaamde ductus Botalli.

Dus: voor de periode rond de bevalling gelden specifieke regels.

Fase 4 – na de geboorte

Na de geboorte komt de keuze voor borstvoeding of flesvoeding. Borstvoeding heeft veel voordelen boven flesvoeding, zowel voor het kind als voor de moeder zelf. Zelfs bij medicijngebruik. Er zijn slechts enkele gevallen waarbij borstvoeding geven niet mogelijk is.

Omdat de meeste geneesmiddelen in zo'n kleine dosis in de borstvoeding komen dat ze voor de baby niet schadelijk zijn, is het meestal niet nodig om aan de fles te gaan. Bovendien zijn er voor de meeste geneesmiddelen borstvoedingsvriendelijke alternatieven.

Dus: in de meeste gevallen is het (blijven) geven van borstvoeding heel goed mogelijk.

Waarom is er zoveel tegenstrijdige informatie?

Goed onderzoek naar de eventuele risico's van een geneesmiddel voor ongeboren of pasgeboren baby's is altijd onethisch. Je kunt het gewoon niet systematisch uitproberen. Daarom is er zelden een eenduidig antwoord te geven op de vraag of een middel al dan niet veilig is.

Wat wel kan, is het verzamelen en publiceren van verdachte gebeurtenissen. Onze kennis is dan ook voor een groot deel gebaseerd op deze casuïstiek (beschrijvingen van specifieke gevallen).

Bij iedere 'gewone' zwangerschap is er een kans van 2-4% (sommigen zeggen 3-5%) op een kind met een aangeboren afwijking. Als een geneesmiddel die kans met 1 op 1000 (dus 0,1%) verhoogt, is het lastig te meten waardoor een aangeboren afwijking nou precies veroorzaakt is. Als een bepaalde heel zeldzame afwijking vaak voorkomt in combinatie met een geneesmiddel, wordt onderzocht of dat ook door dat geneesmiddel komt.

De uiteindelijke beslissing om bepaalde medicijnen te gebruiken, is altijd een persoonlijke afweging van mogelijkheden, kansen en risico's. Maar dan moet je wel wéten wat de voor- en nadelen zijn. Daarom komen veel ouders met vragen hierover bij artsen (en bij elkaar).

Het interpreteren en afwegen van voor- en nadelen verschilt van persoon tot persoon. De één vindt dit belangrijk en de ander dat. Daardoor bestaan er veel tegenstrijdige ideeën over het gebruik van geneesmiddelen en de mogelijke schade voor het kind.

Tenslotte kunnen ook persoonlijke ervaringen (zoals DES-syndroom in de familie) een belangrijke rol spelen bij de afweging om bepaalde medicijnen al dan niet te gebruiken. Dergelijke ervaringen kunnen zo'n onuitwisbare indruk achterlaten op de betrokkenen (ook hulpverleners!), dat alle latere beslissingen hierdoor sterk gekleurd zullen zijn. Dit is een natuurlijke reactie, hoewel niet altijd rationeel.

Borstvoeding
Met name bij borstvoeding kunnen de adviezen en ideeën over medicijngebruik sterk uiteenlopen. Als iemand de voordelen van borstvoeding boven flesvoeding onbelangrijk vindt, dan zal die bij de minste twijfel al geneigd zijn om te stoppen (of te adviseren om te stoppen) en over te gaan op flesvoeding. Omgekeerd zal iemand die grote waarde hecht aan de voordelen van borstvoeding juist eerder geneigd zijn om door te gaan of dat te adviseren.

De (medische) voordelen van borstvoeding zijn overigens: minder middenoorontsteking, minder urineweg-infecties, minder darmstoornissen en minder luchtweg-infecties. Verder beschermt borstvoeding tegen meningitis (hersenvlies-ontsteking), sepsis (bloedvergiftiging) en allergische aandoeningen.

Medicijnen-overzicht

Onze tabel Vuistregels voor medicijngebruik (pdf, 6 pagina's) bevat een overzicht van veel voorkomende klachten en datgene wat er op dit moment bekend is over de bijbehorende medicatie.

Bedenk dat het een zeer schematische weergave is van zeer complexe materie, inclusief verschillen van inzicht binnen de medische wereld. Oftewel: het is soms ingewikkelder dan daar staat, en niet iedereen is het erover eens.

Bovendien kunnen natuurlijk niet alle bestaande middelen genoemd worden. De tabel bevat een selectie van de meest gebruikte middelen.

Absolute afraders

De volgende middelen worden absoluut afgeraden bij zwangerschap, zwanger worden en borstvoeding (de nummers verwijzen naar de bronnen onder de opsomming):

  • cytostatica (de meeste middelen die bij de behandeling van kanker gebruikt worden); ook gevaarlijk voor de zaadproductie;
  • immunosuppressiva (bijvoorbeeld cyclosporine) oftewel middelen die o.a. gebruikt worden om afstoting van donor-organen te voorkomen. Zoek samen met uw specialist naar de beste behandeling (1);
  • radioactieve isotopen. Volgens (2) is een interval van 12 uur voldoende veilig;
  • radioactief jodium (voor diagnostiek en behandeling van schildklier-aandoeningen);
  • chlooramfenicol;
  • goudverbindingen;
  • alle drugs, rookwaren, en alcohol;
  • anabole steroïden en diverse hormonen en antihormonen (deze kunnen de productie van zaadcellen verminderen).

Bronnen:
(1) OTIS Fact Sheets (OTIS staat voor: Organization of Teratology Information Specialists)
(2) Medicijnen en borstvoeding (door: Jack Newman - kinderarts, gespecialiseerd in borstvoeding)

Aandachtspunten

De beslissing of je bepaalde geneesmiddelen al of niet moet gebruiken, is in principe gebaseerd op een combinatie van: informatie verzamelen, gezond verstand gebruiken en doen wat binnen de mogelijkheden ligt. Hieronder volgen nog enkele aandachtspunten.

Basisregel: zo min mogelijk medicijnen gebruiken (ook niet te veel vitamine-preparaten!), voldoende bewegen, genoeg drinken, en vezelrijk voedsel eten.

Kruiden en alternatieve middelen zijn beslist niet altijd veiliger dan reguliere geneesmiddelen (bijvoorbeeld: sommige vocht-afdrijvende soorten kruidenthee) en er is vaak nóg minder over bekend dan al het geval is bij reguliere middelen.

Alcohol, tabak, wiet en hasj hebben een ongunstige invloed op de ongeboren vrucht en de pasgeborene. Over het effect van andere genotmiddelen – met uitzondering van harddrugs (zie hieronder) – is weinig bekend.

Harddrugs en partydrugs zijn altijd schadelijk. Over de risico's voor het kind is nog weinig bekend, maar we weten dat deze middelen snel door de placenta gaan. Bij chronisch gebruik (verslaving) heeft het kind na de geboorte ontwenningsverschijnselen (cold turkey).

Vitamine-preparaten en andere producten of supplementen die beweren goed voor je gezondheid te zijn, kunnen schadelijk zijn voor de baby. Bijvoorbeeld: Becel Pro-Activ, een overdosis vitamine A, en allerlei supplementen waarvan we niet zo goed weten wat er allemaal in zit en hoe dat op een ongeboren vrucht werkt.

Een operatie hoeft geen belemmering voor borstvoeding te zijn. Bij een goed ontwikkeld anesthesie-plan kan de borstvoeding gewoon worden voortgezet.

Voel je weerstand tegen het slikken van je medicijnen, of merk je dat je ze vaker vergeet, maak dan opnieuw een afspraak met je arts. De aandoening moet in ieder geval zo goed mogelijk behandeld worden, wat ook in het belang van de baby is.

Soms is het verfrissend om de risico's van medicijngebruik in verhouding tot andere risico's te zien (zoals vliegen, autorijden, roken, alcohol, en 'leven' in het algemeen).

Let op

Ouders Online is uiterst zorgvuldig te werk gegaan bij het produceren van dit artikel. De auteur is gespecialiseerd in geneesmiddelenbeleid en heeft deze tekst besproken met diverse instanties, zoals het Lareb en het wetenschappelijk instituut van de KNMP. Maar zoals altijd: raadpleeg bij twijfel je arts of je apotheker (of beide). En vraag zo nodig een second opinion bij iemand anders, als je twijfel niet meteen wordt weggenomen.

Meer informatie

Vragen over medicijnen kunt je altijd stellen aan je apotheker (in de apotheek of telefonisch).

Artsen, verloskundigen en apothekers kunnen bellen naar de Teratologie informatie Service (TIS) van het Lareb