Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

9 maart 2021 door Bureau Geluk(t)

Mijn kind lijkt thuis hoogbegaafd maar op school niet: dit kun je doen

Misschien weet je het al langer of heb je juist pas sinds kort vermoedens dat je kind wel eens hoogbegaafd kan zijn. Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben andere behoeftes op de basisschool. Daarom is het belangrijk dat de leerkracht hier al snel op kan inspelen.

Maar hoe verloopt dit nu in de dagelijkse praktijk? Op welke risicosignalen kun je letten als ouder? Hoe kom je erachter dat jouw kind op school krijgt en vindt wat het nodig heeft om zichzelf als evenwichtig mens te kunnen ontwikkelen?

Als de eerste schooldag tegenvalt

En dan breekt de dag aan dat jouw (vermoedelijk hoogbegaafde) vierjarige naar de basisschool mag. Een dag die gepaard kan gaan met hoge verwachtingen bij het kind: “Eindelijk mag ik gaan leren!” Binnen onze praktijk horen we met grote regelmaat de deceptie terug omtrent de eerste schooldag. Een ware domper voor het kind. “We gingen tellen tot 10 en kinderen kleurden een appel paars.” Vervolgens vernemen we dat het gedrag van een kind thuis is veranderd vanaf de eerste dagen dat het kind naar school mocht gaan. Dat van oorsprong heerlijke onderzoekende autonome kind, kritisch ingesteld, met een groot rechtvaardigheidsgevoel en daarnaast een hoge lat, verandert in een kind met afhankelijk gedrag, woedeaanvallen of huilbuien, wat slechter slaapt of wat opeens niet meer zindelijk is. De hooggevoeligheid lijkt nog intenser te worden; steeds sneller lijkt het overprikkeld of onderprikkeld. Emotioneel is het steeds vaker uit balans. Een zoektocht begint.

Ga het gesprek aan met school

Veel ouders zijn enorm huiverig om hun vermoeden van hoogbegaafdheid te delen op school. “Je wilt toch immers niet die pochende ouders lijken die zo graag een hoogbegaafd kind willen hebben?” En ook: “Straks denken ze dat wij slechte ouders zijn, want op school zien ze die woedeaanvallen en frustratie niet. Daar is jouw kind heel blij volgens juf. Wel stilletjes, maar hij of zij doet wel fijn mee.Het allerbelangrijkste is: Stap over die vrees heen, in belang van jouw kind. In het meest ideale geval hebben jullie je jarenlange ervaring met jullie kind al voor aanvang van de start op school gedeeld, zodat school direct kan letten op eventuele signalen van het aanpassen van gedrag, maar de praktijk wijst uit dat dit lang niet altijd het geval is.

Wat te doen als je gedragsveranderingen ziet ontstaan?

Krijg je thuis signalen dat je kind mogelijk onvoldoende (h)erkend wordt op school en niet krijgt wat het nodig heeft? Dit kun je doen.

  • Probeer zo snel mogelijk een gesprek aan te vragen met school.
  • Het delen van jullie zorgen en het vergelijken van wat jullie thuis zien met datgene wat school ziet, is van groot belang om in beeld te krijgen wat jullie kind nodig heeft om weer in balans te komen óf om in balans te blijven.
  • Schroom niet, ondanks alles, om jullie vermoeden van wat er speelt te benoemen.
  • Vraag naar het HB-beleid van de school, een eventueel signaleringsinstrument en of ze een HB-specialist beschikbaar hebben in school. Deze kan intern aanwezig zijn of vanuit het Samenwerkingsverband.

Wat te doen als de zorgen en vragen blijven?

Schakel dan een praktijk in met HB-expertise. Deze praktijken zijn gespecialiseerd in het onderzoeken en observeren van (vermoedelijke) hoogbegaafde kinderen. Daarnaast hebben ze vaak ook een aanbod om school te adviseren of te begeleiden in het bieden van Passend Onderwijs, een Peergroup voor het versterken van het zelfbeeld en welbevinden van het kind en begeleidingsmogelijkheden om ouders en kind te leren omgaan met de uitdagingen en kansen op het gebied van de zijnskenmerken (hooggevoeligheid, perfectionisme, groot rechtvaardigheidsgevoel, kritische instelling en eventuele sterke autonomie) en cognitieve ontwikkeling.

Wat kun je thuis doen met dit veranderde gedrag?

  • Het belangrijkste is om uit de strijd te blijven als jouw kind een woedeaanval of huilbui heeft. Probeer begrip te tonen (dit werkt kalmerend) en wees die veilige baken waar ze op terug kunnen vallen. Je kind heeft je nu hard nodig. 
  • Veel kinderen hebben baat bij lichaamsmassages, extra knuffelen, met een kleedje op de bank even heerlijk kijken of luisteren naar iets wat ze leuk vinden of even in hun eigen kamer in alle rust spelen. Andere kinderen hebben het nodig om erop uit te gaan, dingen te doen die ze overdag niet hebben gedaan op school, voetballen, zingen, dansen, tekenen, schilderen, spelen of lekker op de trampoline springen.
  • Zoek naar en observeer waar jouw kind van bij kan tanken.
  • Bespreek op een moment d,at je kind gekalmeerd is, wat hij nodig heeft of fijn vindt op dat moment zodat jullie dit bij een andere keer dat het weer gebeurt, kunnen toepassen.

Opeens niet meer zindelijk?

  • Probeer om uit de buurt van het straffen te blijven. Het is daadwerkelijk een onvermogen en jouw kind doet het echt niet expres.
  • Toon ook hier begrip dat dat niet fijn is voor hem of haar, dat het niet erg is en kan gebeuren.
  • Bemoedig dat het wel weer goed komt en verschoon de boel.
  • Geef een extra onderbroek en kleding mee naar school als het ook op school gebeurt. Bespreek met je kind of hij of zij zichzelf kan verschonen of dat de leerkracht hierbij nodig is.

Slaapt jullie kind opeens slechter in?

  • Probeer dan het bekende ritme aan te houden (na het eten nog even spelen/puzzelen/etc. en dan douchen, pyjama aan, tandenpoetsen, in bed lezen…)
  • Ondersteun ‘het loslaten van de dag’ door het masseren van voeten, de rug of de hoofdhuid. Doe dit bij voorkeur in de slaapkamer met gedimd licht of zelfs het licht uit. Voor de voeten en rug kan een fijne geurende olie gebruikt worden ter ondersteuning. Deze massages kalmeren het brein en ontspannen het lijf waardoor inslapen beter lukt.
  • Meditatieverhaaltjes of een diffuser aanzetten kunnen ook ondersteunend zijn om ontspannen naar dromenland te vertrekken.

Daarnaast het belangrijkste (maar wat ouders wel eens vergeten);

  • Blijf vertrouwen op jouw gevoel en jouw kind. Jij kent je kind het best.
  • Weet dat achter elk gedrag een behoefte zit. Wat laat jouw kind zien?