15 december 1999 door Justine Pardoen

Mobiele telefoon houdt kind aan virtuele leiband

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Als een kind oud genoeg is om zelf geld te verdienen, is dan ook oud genoeg voor een mobieltje? Clasien: "Mijn dochters zijn dertien en veertien en lopen een folderwijk. Nu willen ze zelf van hun verdiende geld een mobieltje kopen, maar wij vinden dat onzin en zonde van hun geld. Maar zij zeggen dat ze zelf mogen bepalen waar ze hun geld aan uitgeven. Wat vinden jullie hiervan?"

Veel ouders geven Clasien groot gelijk: het is onnodig. Belachelijk zo'n puber met een mobieltje waarmee hij of zij zijn vriendjes en vriendinnetjes aan de andere kant van het schoolplein kan bellen.

Maar Aukje vindt een mobieltje beslist geen onzin: "Ik heb er zelf een gekocht voor mijn dochter. Ze was tien toen ze al diep het centrum van Amsterdam in moest voor pianoles. Ik vond het prettig dat ze mij zou kunnen bellen als het nodig was."

Ook Reina is inmiddels overstag. Toen ze bezorgd was, vond ze het ineens geen onzin meer: "Mijn dochter had eens per week 's avonds tot negen uur les en moest dan nog een uur reizen. Als ze bijvoorbeeld de bus miste en een uur op de volgende moest wachten, dan kon ze bellen. En het blijkt heel handig. Als ik me afvraag waar ze blijven, dan kan ik altijd even bellen."

Hoe mobieler het kind, hoe nuttiger het mobieltje. Kindjes van tien die vijftien kilometer verderop met de bus naar school moeten, hebben zo'n ding eigenlijk gewoon nodig. Kunnen ze na school ook meteen even bellen bij welk vriendje ze gaan spelen.

Ouders van mobiel bellende kinderen tippen de twijfelaars om de kinderen te laten kiezen voor een kaarttelefoon. Ze moeten immers leren wat het kost. Bernadette: "Laat ze het zelf maar betalen, dus ook die bel-kaarten." Zo zal hun de lol van het bellen om het bellen snel vergaan. Uiteindelijk lopen de kinderen met hun mobieltjes dan aan een virtuele leiband. Reina: "Met een lege kaart kunnen ze niet meer zelf bellen, maar altijd nog wel gebeld worden." Het mobieltje mag dus niet alleen, het mobieltje moet.