Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

8 december 1999 door Justine Pardoen

Moeder is even online

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Sommige moeders raken zo verslaafd aan Internet dat ze hun huishouden verwaarlozen. Of erger nog: dat hun kinderen eronder lijden. Die moeten zichzelf maar vermaken of worden vergeten. Niemand haalt ze van school en ze krijgen geen warm eten.

Een dappere anonieme moeder bekent op het Forum van Ouders Online: "Sinds we het Internet hier thuis hebben, ben ik eraan verslaafd. We hebben Internet via de kabel en als ik thuis ben, staat de computer de hele dag aan en mama zit erachter." En het kind? Dat scharrelt eromheen: "Dit kan zo niet langer doorgaan. Mijn huis wordt een zooi en ik heb veel minder aandacht voor mijn kind. Het is niet eerlijk, want hij heeft alle aandacht nodig: hij is bijna twee."

De wanhopige moeder heeft besloten zichzelf te rantsoeneren: alleen als de kleine slaapt mag ze nog, en pas weer 's avonds na zessen. "Hoe doen jullie dat?", wil ze weten. Margot heeft wel een idee: "Als ik jou was zou ik de computer uit de woonkamer weghalen. Zet hem op zolder of zo. Dan kun je er alleen achter zitten als het echt kan. Wat je ook kunt doen is jezelf belonen als je, door als je je kind naar bed hebt gebracht, eerst een bepaalde klus te doen en pas daarna een kwartier tot half uur internetten. Zet dan wel even een kookwekker, want anders vergeet je de tijd."

Andere anonieme moeders herkennen het maar al te goed: als ze het overdag kunnen beperken tot de uren dat de kinderen slapen, dan zitten ze uren in de nacht achter de computer. De gevolgen daarvan zijn pas de volgende morgen zichtbaar: als je te moe bent om nog geduld op brengen je kinderen met een fatsoenlijk humeur naar school te helpen of zelfs nog naar je werk te gaan.

Ook Angel was verslaafd: "Ik was helemaal verslaafd aan chatten. Ik had er vele vrienden gevonden met wie ik werkelijk nachtenlang kon kletsen. Op een gegeven moment was het zelfs zo erg, dat ik 's nachts niet meer sliep. Ik bracht de kinderen zo van de chatbox naar school, ging dan even slapen, om daarna weer 'fris' door te gaan met chatten en surfen."

Angel zat met haar kinderen thuis, maar kon zo toch overal ter wereld komen. Ze genoot van het nieuwe medium, maar haar huwelijk, haar huis, haar twee kinderen en zichzelf verwaarloosde ze. Met veel steun van haar familie, die het doorkreeg, is ze er nu vanaf.

Ria is ook slachtoffer, maar voelt zich niet zo schuldig als de anderen. Ze woont in Noorwegen en zou daar zonder Internet niet kunnen leven. "Het is saai hier, geen andere moeders met kleine kinderen in de omgeving en het regent of hagelt de hele dag. Vaak denk ik: 'er komt toch niemand op bezoek en morgen ligt er toch weer speelgoed en afwas, dus waarom zou ik het eigenlijk netjes houden?'" In februari verwacht ze haar tweede kind. Ze hoopt dat haar Internet-verslaving dan vanzelf overgaat. Ook Desiree besteedt door het Internetten minder aandacht aan haar kinderen. Maar ze ziet er nog niets verkeerds aan: "Een kind moet toch af en toe zichzelf kunnen vermaken?"

Uit recent Amerikaans onderzoek van ABC News (http://abcnews.go.com/sections/tech/dailynews/netaddiction990823.html) en psycholoog David Greenfield (http://www.virtual-addiction.com) blijkt dat 6% van de Internetgebruikers verslaafd is. Een verslaafde is meer dan 38 uur per week on-line (vijf keer keer zoveel als een gebruiker die niet verslaafd is). Een verslaafde wordt boos als iemand anders er iets van zegt, liegt over de tijd die hij of zij doorbrengt op het Internet en raakt geïrriteerd als hij of zij een tijdje niet on-line kan.

In de Verenigde Staten wordt het serieus genomen: daar wordt naar Internet-verslaving veel onderzoek gedaan. In 1994 ontstond de eerste site die professionele hulp bood aan slachtoffers. Maar in de Verenigde Staten zijn de gevolgen dan ook zichtbaar dramatischer. Zo is daar al een moeder gearresteerd vanwege verwaarlozing van haar kinderen door haar Internet-verslaving. Twaalf uur per dag on-line leidde ertoe dat haar uitgehongerde en vervuilde kinderen onder haar hoede vandaan gehaald werden.

In Amerika is Internet-verslaving erkend als ziekte: sinds 1997 heet het officieel 'Pathological Internet Use' (PIU). Behandelingen zijn gericht op matiging, en niet zozeer op onthouding, want Internet is toch ook nog wel ergens goed voor. Wat dat betreft lijkt een verslaving aan Internet dan ook meer op een eetstoornis dan op een verslaving aan alcohol.

In ons land is lang niet iedereen ervan overtuigd dat het meer is dan een tijdelijk fenomeen dat vanzelf verdwijnt naarmate de nieuwigheid van het medium eraf gaat. Maar bij ons is het Internet ook nog niet zo algemeen in gebruik als in de Verenigde Staten. Nu dat toch echt aan het veranderen is, zullen we het ergste nog wel tegemoet gaan.