4 augustus 2017

Uithuisplaatsing - missie mislukt

Hoe het ons niet lukte om twee uit huis geplaatste kinderen te redden. Tegen de William Schrikker Groep konden we niet op.

Er was eens een jong gezin met twee kinderen; een dreumes van 2 jaar en een baby van 2 weken. Op die leeftijd werden ze uit huis geplaatst. Daarna liep alles fout. Er werd nog een derde kindje geboren. Ook dat moest weg, vond jeugdzorg. Maar dat ging gelukkig niet door; de ouders mochten haar houden.

Met dat derde kindje gaat het goed. Met de oudste twee niet. Die hebben nooit begrepen waarom ze niet naar hun eigen ouders mochten. De ouders ook niet. En wij niet. Niemand begreep het. Zowel die kinderen, als de ouders, zijn beschadigd voor het leven.

De ouders mochten hun uit huis geplaatste kinderen nooit alleen zien; alleen met een (gezins)voogd erbij. De oudste is nu 15, de jongste 13. Ze willen allebei zo graag terug naar hun ouders, maar dat mag niet. Er was geen grond voor de uithuisplaatsing, er was geen sprake van misbruik of verwaarlozing, maar achteraf wil niemand dat echt toegeven.

We hebben geprobeerd deze ouders en hun kinderen te helpen, maar dat is niet gelukt. Hieronder het verhaal.

Het begon in 2004

Op 17 november 2004 werden twee kinderen zonder aankondiging uit huis gehaald. We noemen ze hier 'A' (een jongen van toen bijna 2 jaar) en 'B' (een pas geboren baby van toen 2 weken oud). De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, onderdeel van de William Schrikker Groep (vanaf nu: WSG) voerde in opdracht van het toenmalige Bureau Jeugdzorg de voorlopige ondertoezichtstelling uit, die later overging in een ondertoezichtstelling (OTS) en uiteindelijk voogdij.

Wat was er gebeurd? Iedereen was perplex. Het gezin stond goed bekend, en er was niets aan de hand. Hoe kan dat dan? In het kort: er was een kraamverzorgster – van de baby – die 'iets' had gezien en dat had gemeld. Als ze wist waar dat toe zou leiden, had ze het vast niet gedaan.

Dat 'iets' bestond overigens uit dingen die ons allemaal wel eens overkomen, zoals niet opgeruimde spullen, en de afwas die nog niet gedaan was. Van die afwas dacht de moeder dat de kraamverzorgster dat zou doen, omdat de kraamverzorgster van haar eerste kind dat ooit deed. Verder bleken er achteraf dingen in het 'rapport' van de kraamverzorgster te staan die ze nooit gezegd heeft, constateerde ze later, tot haar grote ontsteltenis (toen wij haar ermee confronteerden).

Je kunt je zorgen maken om een gezin. Maar dat zou in ieder geval moeten leiden tot een zorgvuldig onderzoek, en een serieuze afweging of er hulp nodig is (en zo ja, welke hulp). Maar zo ging het niet; de Raad voor de Kinderbescherming heeft bijvoorbeeld geen onderzoek gedaan. En van hoor-en-wederhoor met de ouders was ook verder geen sprake.

De vader was onder behandeling bij de GGZ, maar functioneerde prima met zijn medicijnen. Maar dat gegeven, plus de migranten-achtergrond van de ouders, en het signaal van de kraamverzorgster die 'iets' zag wat ze niet gewend was, leidde tot een 'machtiging uithuisplaatsing' (MUP).

Het was de tijd waarin de treurige Savannah-zaak iedereen op scherp had gezet; in die periode is het aantal uithuisplaatsingen gestegen. Er ontstond een cultuur van 'je indekken'. Er werd toen letterlijk gezegd: "beter te vroeg dan te laat ingrijpen." De kinderen A en B zijn hier slachtoffer van geworden, en ze zullen niet de enigen zijn.

Einde borstvoeding

De moeder gaf nog borstvoeding toen baby B bij haar werd weggehaald. Hoe gaat zoiets? Heel simpel: einde borstvoeding. Het aanbod van de moeder om haar melk af te kolven, werd geweigerd. De kinderen werden op een geheime plek geplaatst in een pleeggezin dat voor crisisopvang zorgt (een 'crisisgezin'). Later werd dit gezin ook het pleeggezin van de kinderen. Niets werd meer met de ouders besproken.

Je vraagt je af waarom de WSG voor deze aanpak koos. De ouders zagen de kinderen één keer in de twee weken, bij een oom van de kinderen. En nog steeds wisten de ouders niet waar hun kinderen verbleven. Noch waarom ze eigenlijk uit huis waren geplaatst.

Na een jaar zoeken zagen de ouders opeens een vreemde mevrouw, met hun dochtertje (voorop) en hun zoon (achterop) de fiets. Stel je even voor hoe dat moet voelen.

De baby is zelfs nog geopereerd, tijdens de OTS. Zonder dat de ouders het wisten, laat staan dat ze er toestemming voor hadden geven. Zo hoort het niet, maar zo ging het wel.

Wie komt er voor de kinderen en de ouders op in zo'n geval? Niemand. Gek eigenlijk.

Leeg huis

Er gebeurde wel meer wat niet hoorde. De eerste gezinsvoogd wilde nog wel werken aan terugplaatsing, zoals het hoort. Maar er kwam een tweede, die een hekel leek te hebben aan moslims. De kinderen mochten niet naar huis om religieuze feesten te vieren, die voor dit gezin belangrijk zijn. Met het Suikerfeest zaten de ouders dus in een leeg huis. Na klachten van de ouders over deze gezinsvoogd, kregen ze een derde. Die zei al bij het begin van haar werkzaamheden dat de kinderen nooit meer thuis zouden komen wonen en verder in een pleeggezin zouden opgroeien.

Er zijn rechtszaken geweest, natuurlijk. De ouders hebben geprobeerd om de kinderen terug te krijgen. Maar op 15 juni 2011 besloot de Rechtbank, op basis van informatie van de WSG, dat de OTS werd omgezet in voogdij, uit te voeren door de WSG. Zoals bekend doen rechters zelf geen feitenonderzoek ('waarheidsvinding'); ze baseren zich op rapporten, in dit geval van de WSG. En voor de ouders en de kinderen is er niemand die tegengas kan geven; er komt geen onafhankelijk onderzoeker aan te pas.

Onderzoek telt niet

Op dat moment wordt dit verhaal ook ons verhaal. In het voorjaar van 2012 belt de moeder naar Ouders Online. Ze is radeloos. We zijn geen hulporganisatie, maar het verhaal raakte ons diep. We koppelden het gezin aan de orthopedagoog/GZ-psycholoog Piet Wentzel. Hij was bereid om onderzoek te doen, en te kijken hoe dit gezin geholpen kon worden.

Het verhaal is geen sprookje: ze leefden niet 'lang en gelukkig'. Hoewel er wel veel monsters en heksen voorbij zijn gekomen. Het verhaal moet verteld, want nu, nadat Piet Wentzel 5 jaar lang met dit gezin heeft opgetrokken, in hun strijd om de kinderen weer terug te krijgen, kunnen we niets anders meer doen.

Orthopedagoog/GZ-psycholoog Wentzel rapporteert aan ons. Hij kon gebruik maken van het dossier dat de moeder van de kinderen had opgebouwd. De WSG werkt niet mee: zij willen geen vragen beantwoorden. Maar Wentzel concludeert:

  • de diagnostiek is niet valide en daardoor niet betrouwbaar. De ouders hebben ten onrechte het etiket 'licht verstandelijk beperkt' gekregen;
  • de plaatsing van de kinderen van liberaal-Islamitische ouders in een orthodox-Christelijk gezin (de jongen moet naar bijbelvakantieweken), is strijdig met de rechten van deze kinderen om niet van hun ouders vervreemd te worden.

De WSG houdt vast aan haar beleid met deze kinderen. Het onderzoeksrapport van een zelfstandige professional wordt door de rechtbank terzijde geschoven. Wentzel wordt ook niet gehoord; hij mag zelfs niet aanwezig zijn bij de zitting.

WSG zegt nee

Op 10 april 2013 zeggen de ouders definitief het vertrouwen op in de WSG. Waarom zouden ze nog langer meewerken, als de WSG hen nooit serieus neemt? Er zijn onoverbrugbare verschillen tussen de ouders en de WSG over wat het belang van de kinderen is. De ouders en de professionele onderzoeker die zij via ons hebben ingeschakeld, krijgen geen kans om het rapport toe te lichten in het zogeheten 'expertise-team' van de WSG.

Dat 'expertise-team' kent overigens geen externe toetsing. Anders gezegd: de medewerkers van de WSG kunnen gewoon doen wat ze willen. De rechter toetst hun verslagen en conclusies niet, en ze zijn ook niet bereid om in gesprek te gaan met een collega die van buiten komt om de ouders professioneel te ondersteunen.

Er zijn dan inmiddels plannen om zoon A te verplaatsen naar 's Heeren Loo, een inrichting voor mensen met een verstandelijke beperking (die hen "helpt met het maken van eigen keuzes"). A kreeg gedragsproblemen, en het pleeggezin vond dat te zwaar worden. Het wordt de ouders verboden om hierover met hun zoon te praten. Laat dat even tot je doordringen... Overigens is zoon A gewoon intelligent, zo blijkt uit de rapporten. (Inmiddels zit hij, sinds januari 2014, nog steeds 's Heeren Loo. Hij is nu bijna 15.)

Een Eigen Kracht Conferentie mislukt, omdat de WSG niet wil meewerken aan het verruimen van het aantal bezoeken aan de ouders, of aan de mogelijkheid om een nachtje te logeren, laat staan aan terugplaatsing. De WSG zegt nee. Punt uit.

In een nieuwe rechtszitting van het Hof wordt een nieuw onderzoeksrapport ingebracht, dat aantoont dat de Rechtbank ten onrechte nieuwe onderzoeksfeiten terzijde heeft geschoven. Maar de professionele expertise van orthopedagoog/GZ-psycholoog Wentzel wordt weer niet geaccepteerd, en de voogdij van de WSG over de kinderen wordt gecontinueerd.

Derde kindje mocht thuis blijven

Wij, gewone burgers, en de onafhankelijke deskundige Wentzel, begrijpen er niets van. Het derde kindje dat ondertussen is geboren, is na een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming gewoon thuis gebleven. De WSG probeerde ook dit kind bij de ouders weg te halen, maar dat ging dus niet door. De rechtbank zag in het Raads-onderzoek niets dat zou kunnen wijzen op incapabele ouders, of slechte omstandigheden voor het kind.

Maar ook dat maakt voor de oudste twee niets uit: voor deze twee kinderen zijn de ouders blijkbaar niet goed genoeg, en zullen ze dat ook nooit zijn, ook al was er nooit sprake van misbruik of verwaarlozing. Wie het begrijpt, mag het zeggen.

De twee oudste kinderen hebben de pech dat ze weggehaald zijn, en dat er niemand was die werkte vanuit de gedachte dat het beter is om kinderen weer zo snel mogelijk terug te plaatsen bij hun eigen ouders. De enige WSG-medewerker die dat wel wilde, werd tegengewerkt.

Achteraf is de reden van de uithuisplaatsing ongegrond gebleken, maar inmiddels zijn ze al zo lang weg, "dat ze niet meer verplaatst kunnen worden," is nu het argument. Best wel gek, want bij de verplaatsing van zoon A naar 's Heeren Loo telde dat blijkbaar niet.

De beschadiging die de kinderen hebben opgelopen, maakt hen inmiddels tot zorgenkinderen, waardoor het onmogelijk is geworden, vindt de WSG, om ze nog terug naar huis te laten gaan. De WSG vindt dat de kinderen nooit meer terug mogen naar hun eigen ouders. Hoe dan ook, wat er ook gebeurt. Je vraagt je af of dit allemaal nog gaat over het belang van die kinderen.

Mediation

Vorig jaar heeft de Kinderrechter in Amsterdam mediation ingesteld, maar door toedoen van de WSG is die mislukt. Zoon A is inmiddels bijna 15. Hij heeft nadrukkelijk tegen de groepsleiding gezegd dat hij – via bezoeken en logeren – weer bij zijn ouders en zijn nieuwe zusje wil wonen. De kinderen willen allebei nog steeds heel graag naar huis. Dat hebben ze niet van hun ouders ingeprent gekregen, want die mogen daar al jaren niet meer over praten.

Inmiddels is gebleken dat een drietal onbegeleide bezoeken van de kinderen aan de ouders uitstekend zijn verlopen. Maar de ouders zijn getraumatiseerd door het gemis van hun kinderen en de onvolledigheid van hun gezin. De kinderen vertonen moeilijk gedrag – met etiketten als verstandelijk beperkt, gedragsgestoord en PDD-NOS – maar volgens orthopedagoog/GZ-psycholoog Piet Wentzel is er met de kinderen zelf helemaal niets mis, behalve dat ze getraumatiseerd zijn door hun jeugdzorg-ervaringen.

Video: "Soms moet je in de hoogste boom klimmen"

Piet Wentzel maakte een video om te laten zien wat hem drijft.