23 januari 2004 door Niels van de Griend

Vragen over het voogdijschap (2)

Notaris Niels behandelt opnieuw een aantal vragen over het onderwerp 'voogdij'.

Over voogdijschap en het ouderlijk gezag raken we niet snel uitgepraat. Dat is volstrekt logisch, omdat het onderwerp zowel emotioneel als ingewikkeld is. Denken en spreken over overlijden is al geen pretje, maar als daarbij ook nog eens de belangen van minderjarige kinderen in het spel zijn, dan wordt de zaak nog complexer. En dat roept veel vragen op.

Hieronder behandel ik opnieuw een aantal voogdij-vragen die binnenkwamen naar aanleiding van mijn vorige columns. Daarmee sluit ik dit hoofdstuk voorlopig af; volgende keer weer een nieuw onderwerp.

Wanneer moet je de voogdij vastleggen?

In theorie is het mogelijk om al een voogd aan te wijzen vóór er kinderen zijn (via een testament), maar ik zou dat niet aanraden omdat het leven er vaak heel anders uitziet wanneer er daadwerkelijk kinderen zijn. Maar technisch gezien kan het wel.

Hoe zit het met de voogdij-aanspraak van een ex-partner, als er een voogdijregeling is getroffen?

Stel dat u gescheiden bent, en dat u een voogdijregeling heeft getroffen. Wie krijgt dan uiteindelijk het kind, wanneer u mocht overlijden: degene die u als voogd heeft aangewezen of uw ex? Waarschijnlijk uw ex, ondanks de voogdijregeling.

Zelfs een ex die niet het ouderlijke gezag heeft, kan meestal met succes aanspraak maken op de voogdij. Binnen de wet wordt de bloedband namelijk zeer hoog aangeslagen. De wet bepaalt dat na overlijden van één van de ouders de andere ouder na zijn of haar verzoek het ouderlijk gezag ook daadwerkelijk krijgt, tenzij de toekenning van het ouderlijk gezag (aan de ex) te zeer tegen de belangen van het kind indruist.

Is er sprake van een verstoorde relatie tussen de ouders, dan staan een testamentaire voogdijvoorziening enerzijds en de bloedband anderzijds recht tegenover elkaar. In de praktijk gebeurt dan het volgende. Als de testamentaire voogd de voogdij aanvaardt, dan is die in eerste instantie de voogd. Vervolgens kan de nog in leven zijnde ouder naar de rechter stappen om alsnog het ouderlijk gezag op te eisen. Uiteindelijk beslist dus de rechter, maar die zal waarschijnlijk de bloedband het sterkst laten wegen (tenzij dit niet in belang is van het kind).

Hoe zit het met de voogdij-aanspraak van een ex-partner als er geen regeling is getroffen?

Uiteindelijk maakt het voor een ex-partner weinig verschil of er nu wel of niet een voogdijregeling is getroffen. In principe krijgt de ex-partner de zeggenschap over het kind, vooropgesteld dat hij of zij een beroep doet op zijn rechten als ouder. Doet hij of zij dat niet, en is er geen voogdijvoorziening, dan beslist de rechter zelfstandig.

De rechter doet uitspraak op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, óf ambtshalve (dus uit zichzelf). Uiteraard zal de rechter daarbij alle belangen in beschouwing nemen, maar zoals altijd zal het belang van het kind het zwaarste wegen.

Hoe zit het met de voogdij-aanspraak van een ex-partner die het ouderlijk gezag al heeft?

Deze situatie is waarschijnlijk de meest eenvoudige. Doordat er sprake is van gezamenlijk gezag, zal bij overlijden van de één de ander uiteraard zelfstandig het ouderlijk gezag voortzetten.

Hoe krijgt een ongehuwde vader het ouderlijk gezag?

Als er geen sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan ontstaan er door erkenning van het kind door de vader (na goedkeuring door de moeder) familie-rechtelijke betrekkingen tussen de vader en het kind. Vervolgens kunnen de partners samen een verzoek doen voor gezamenlijk gezag.

Werkt de moeder niet mee aan het verzoek voor gezamenlijk gezag (de relatie is inmiddels bekoeld), dan heeft de vader een probleem. De moeder is dan degene die het ouderlijk gezag in beginsel alleen uitoefent. Is de vader het daar niet mee eens, dan kan hij de Kantonrechter verzoeken om hem te belasten met het ouderlijk gezag.

De (ongehuwde) vader krijgt het ouderlijk gezag alleen wanneer dat in het belang is van het kind. Dat is dus precies het omgekeerde van de hiervoor beschreven situaties (waarin de vader sowieso de voogdij krijgt, tenzij dat nadelig is voor het kind).

Is er écht een notaris nodig voor een voogdijregeling?

In mijn allereerste artikel legde ik uit dat een voogdijregeling notarieel vastgelegd moet worden. Veel lezers maakten daaruit op dat ik – als notaris – alleen maar denk aan mijn eigen inkomen. Dat is niet het geval. Ik ben namelijk niet degene die dit heeft bepaald, maar de wetgever. Het is gewoon een wettelijke verplichting om het zo te doen. Wie daar geen zin in heeft, draagt zijn beslissingsbevoegdheid automatisch over aan de rechter.

Een voogdijvoorziening moet worden vastgelegd in een uiterste wilsbeschikking (meestal een testament). Tot 1 januari 2003 kon dat ook in een apart daarvoor opgestelde notariële akte die beide ouders tekenden. Vanaf 1 januari 2003 kan dat niet meer.

Een testament kost inderdaad geld, maar daar krijgt u wel veel zekerheid en rust voor terug. En dat is niet omdat ik dat zo graag wil, maar omdat – als het goed is – u dat graag wil.

Lees ook: