30 november 2010

Wie zoet is...

Ouders Online en Mijn Geheim deden onderzoek onder ouders, naar de manier waarop zij straffen en belonen. Lees de samenvatting of download het eindrapport.

Een paar weken geleden vroegen we u naar uw opvattingen over straffen en belonen in de opvoeding. Het ging om een onderzoek dat we samen hadden opgezet met het tijdschrift Mijn Geheim. Deze week publiceren we de eerste resultaten.

Hieronder volgt een samenvatting. Of download het rapport (pdf, 11 pp.)

Centrale vraag

De centrale vraag was: hoe passen ouders straf en beloning toe bij het opvoeden van hun kinderen? Straffen ze bewust, en op welke manier? Gebruiken ze straf bewust in combinatie met beloning? Maar ook: welke vormen van beloning gebruiken ze het liefst?

Daarnaast wilden we weten of de manier waarop ouders straffen, te maken heeft met hun opvattingen over de rol van het eigen karakter van het kind. Kun je invloed uitoefenen op het gedrag van een kind door te straffen en te belonen, of is de rol van het eigen karakter daarvoor te groot?

In dit eerste rapport (er volgen er meer) kijken we naar de manier van straffen en belonen. In een later stadium komen we terug op de vraag hoe dat verband houdt met opvattingen over de rol van het eigen karakter van het kind.

De deelnemers

Ruim 1100 ouders deden mee aan het onderzoek. De meesten van hen waren moeder (96%). Niet zo gek, want de lezers van Mijn Geheim zijn vrijwel allemaal vrouw. Ouders Online leverde het gros van de mannen.

De groep respondenten was representatief voor de Nederlandse moeders in het algemeen: qua leeftijd, aantal kinderen, opleiding, en inkomen. Daardoor konden we de antwoorden tussen verschillende opleidings- en inkomensgroepen met elkaar vergelijken.

Van alle inzenders was 9% 'allochtoon'. Ook dat is redelijk representatief voor Nederland, net als het aantal één-oudergezinnen (14%).

Een eerste indruk is dat de antwoorden van allochtone moeders en alleenstaande moeders nauwelijks verschillen van moeders uit Nederlandse twee-oudergezinnen.

Algemene opvattingen over kinderen en ouderschap

Nederlandse moeders zijn modern geëmancipeerd: de overgrote meerderheid (91%) vindt hun kinderen het allerbelangrijkste in hun leven. Maar die moeders vinden ook dat alle taken (zorg en werk) eerlijk verdeeld moeten worden tussen ouders, en dat twee vaders of twee moeders net zo goed kinderen kunnen opvoeden.

Het merendeel van de respondenten (85%) is positief tot zeer positief over het gedrag van hun eigen kind, en 65% denkt dat dat komt door de opvoeding. Toch denkt ook 46% van de ouders dat je aan het karakter van een kind weinig kunt veranderen en tegelijkertijd denkt 62% van de moeders dat hun eigen karakter hen ook in de weg zit bij de opvoeding.

Nederlandse moeders zijn dus tevreden over het resultaat van hun opvoeding, hoewel ze zich soms ook voelen "als een stakker die in het duister tast", zoals Wim Sonneveld het ouderschap ooit karakteriseerde.

Wat voor soort opvoeder zijn we?

Moeders zien zichzelf vooral als meevoelers en ze vinden hun opvoeding consequent en rechtvaardig. Ook hoog scoren aardigheid en bezorgdheid. Een kleine groep (10%) noemt zichzelf 'impulsief', 'onzeker' of 'chaotisch'.

Slechts 20% van de moeders vindt zichzelf streng, en doelgericht zijn ze ook niet erg (19%). Dat strookt met de gedachte dat je wel je best kunt doen in de opvoeding, maar dat je maar moet afwachten of dat wat oplevert.

De meeste moeders vinden opvoeden leuk en niet bijzonder zwaar: slechts 15% vindt het zwaar. Toch zegt ongeveer een kwart dat ze regelmatig het gevoel hebben er alleen voor te staan en 10% zegt zelfs helemaal geen steun van de eigen partner te ontvangen. Maar in de meeste gevallen krijgen moeders die steun wel, en de helft zegt het vrijwel altijd eens te zijn over de opvoeding.

Boos of verdrietig

De meeste moeders durven gewoon boos op hun kind te zijn: 53% is dat zelfs regelmatig tot vaak, en vaders zijn dat zelfs nog vaker (volgens de moeders). Ook zouden vaders meer dan moeders straffen door iets af te pakken, of door iets leuks niet door te laten gaan.

Maar zó soft zijn moeders nu ook weer niet. Ze kunnen gewoon boos worden, en gebruiken ook andere vormen van morele druk, zoals negeren en verdriet tonen. En uiteindelijk wordt er ook zo nu en dan een tik uitgedeeld als dat nodig is. Gek genoeg zéggen ze dat ze niet slaan (95% zegt helemaal nooit te slaan), maar tegelijkertijd geeft 65% aan dat ze spijt hebben van alle tikken die ze naar eigen zeggen nooit geven...

Dat klopt met de algemene opvattingen van ouders over slaan. Nederlandse ouders hebben het niet zo op slaan in de opvoeding: ze belonen liever dan dat ze straffen. Vrijwel alle ouders zeggen hun kind elke dag wel een keer te belonen met een complimentje.

Wanneer straffen of belonen?

Moeders straffen vooral als kinderen iemand anders pijn doen of schade berokkenen. Brutaal zijn en niet luisteren worden ook veel genoemd, net als afspraken niet nakomen, dingen stukmaken en liegen. Hoger opgeleide ouders vinden overigens liegen minder erg dan lager opgeleide ouders.

Moeders belonen hun kinderen vooral:

  • "omdat ze er zin in hebben" (88%);
  • voor goed gedrag (96%);
  • om hun kind gerust te stellen na een probleem;
  • om de sfeer te verbeteren (63%);
  • om de plooien van een ruzie glad te strijken (59%);
  • voor goede cijfers (81%).

De meest gebruikte beloning is 'een knuffel' of 'leuke dingen doen' (95%), maar de helft beloont ook regelmatig met snoep of cadeautjes. Ouders belonen ook met geld (25%), waarbij opvalt dat lager opgeleiden daar vaker voor kiezen dan hoger opgeleiden. Wel opmerkelijk: lager opgeleide moeders belonen en straffen meer concreet: met het afpakken van leuke dingen, of het geven van spullen en geld. En hoger opgeleide ouders straffen en belonen meer abstract: met woorden en taal.

Conclusie

Nederlandse moeders zitten redelijk goed in hun vel, maar zien ook hun eigen beperkingen onder ogen. Ze doen hun best om hun kinderen goed op te voeden, maar beseffen dat ze niet alles zelf in de hand hebben. Ze sturen hun kinderen het liefst met zachte hand en het liefst in overleg met hun partner, maar deinzen er niet voor terug om de harde hand te gebruiken als dat nodig is. Al met al zijn ze redelijk tevreden over zichzelf én over hun kinderen.