Check onze 10 slimme tips om geld te besparen op je volgende gezinsvakantie

14 maart 2021

Zo vertelt je kind meer over zijn schooldag

Hoe was het op school? Grote kans dat je een antwoord krijgt in de categorie ‘goed’, ‘stom’ of ‘best’. Geen antwoord waar je wijzer van wordt. Voor je begint te googelen naar ‘kind wil niet praten over school’, kun je het ook eens op een andere manier proberen. In dit artikel delen we tips en een rijtje specifieke vragen die je kunt stellen.

Kind zegt alleen 'weet ik niet'.

Een bekend fenomeen voor veel ouders: je kind kan elke dino die je in het museum zag opnoemen en feilloos 18 tekenfilmpjes navertellen. Maar vertellen hoe het op school was? Het enige wat er dan uitkomt is: ‘weet ik niet meer’. Herkenbaar? Gooi het eens over een andere boeg. Vaak zijn we te algemeen in wat we vragen. Als iemand aan jou vraagt ‘hoe was je dag?’, dan zal je wellicht ook antwoorden met ‘goed’. Vraagt iemand naar iets specifieks ‘Wat heb je gegeten, wat heb je met de kids gedaan, hoe is je bespreking gegaan, hoe was het bij ….’ dan kun je veel makkelijker antwoord geven. Dit is voor kinderen net zo.

School vragen: eenvoud en geduld

Hoe groot of klein je kind ook is: school kan best vermoeiend zijn. En als je dan direct na zo’n dag vraagt hoe het was… dan hebben ze niet altijd puf om erover te vertellen. Laat je kind even tot rust komen. Je kunt de vragen ook tot een later moment bewaren, bijvoorbeeld tijdens het eten, ‘s avonds of bij het naar bed brengen.

Naast geduld helpt het om specifieke vragen te stellen. Vraag dus niet naar de hele dag, maar naar een deel van de dag. Vooral kleine kinderen kunnen abstracte vragen niet beantwoorden. Ook is het voor hen heel moeilijk om te bedenken wat ze van begin tot eind allemaal gedaan hebben. Stel je kind concrete vragen over school: zat je naast Robin in de kring, wat heb je met gym gedaan, wat heb je geknutseld, wat leerde je bij aardrijkskunde, etc. Met oprechte aandacht kom je een heel eind.

Niet doorvragen maar herhalen

Vertelt je kind iets over zijn dag en wil je hem aanmoedigen verder te vertellen? Probeer dan eens zijn woorden te herhalen. Kinderen hebben meer tijd nodig dan volwassenen om op de juiste woorden te komen. Soms lijkt het alsof ze niets meer willen zeggen, maar maakt hun hoofd overuren om ervaringen te verwoorden. Door simpelweg te herhalen wat je kind zegt, geef je hem tijd om na te denken over het volgende dat hij je wil vertellen. Zegt je kind bijvoorbeeld: "Ik was met Bas voetballen", dan kun jij herhalen: "Oh, je was met Bas voetballen..." Grote kans dat je kind dan vervolgens vertelt wat erna gebeurde. Dit kun je ook toepassen bij vervelende gebeurtenissen, zoals: "Nina had me vandaag geduwd!". In plaats van te reageren vanuit jouw emotie ("Oh wat vervelend, wat is er gebeurd?!") kun je proberen te herhalen: "Nina heeft je geduwd..?" 

Door zelf vervolgvragen te stellen aan je kind, moet hij continu nadenken over wat jij vroeg en welk antwoord daarbij past. Hier moet het brein moeite voor doen. Door zijn woorden te herhalen, maak je het zijn brein dus een stuk makkelijker om herinneringen op te halen én de verhalen te vertellen die voor hem belangrijk waren die dag. 

Merk je dat het toch lastig blijft om erachter te komen wat je kind allemaal meemaakt? Probeer dan eens een van deze 25 vragen.

Vragen over school: 25 voorbeelden

25 vragen die je aan je kind kunt stellen in plaats van 'hoe was het op school vandaag'?

1. Wat heb je vandaag geleerd dat je nog niet wist?

2. Wat is het grappigste dat er vandaag gebeurde?

3. Wat vond je niet leuk aan deze dag?

4. Wat vond je vandaag het moeilijkst?

5. Wie vond je vandaag irritant of vervelend?

6. Naast wie zat je vandaag in de kring?

7. Wat was vandaag de belangrijkste regel van de juf/meester?

8. Welk cijfer krijgt deze schooldag?

9. Welk spelletje heb je met buitenspelen gedaan?

10. Wie luisterde er vandaag heel goed naar de juf?

11. Wat vind je moeilijke regels op school?

12. Wat zou jij nog willen leren op school?

13. Heb je iets gezien wat je mooi vond?

14. Als je een tijdmachine had, wat zou je dan vandaag nog een keer doen?

15. Wie heeft jou geholpen vandaag?

16. Wie heb jij geholpen vandaag?

17. Wat maakte je blij vandaag?

18. Wat vond je het leukst van vandaag?

19. Wat vond je minder leuk vandaag?

20. In welke les heb je iets nieuws geleerd?

21. Met wie heb je in de pauze gespeeld?

22. Wat heb je allemaal gegeten op school?

23. Heb je je verveeld op school?

24, Als jij de juf/meester was, wie zou jij dan helpen uit je klas?

25. Wat hoop je dat morgen weer gebeurt?