1 februari 2002 door Judith van Praag

10. Nooit (meer) zwanger

Judith van Praag vertelt over de gesprekken die zij voert met zichzelf en anderen over het omgaan met verlies en verdriet.

In deze aflevering: kinderen krijgen, geen kinderen meer krijgen, geen kinderen kunnen krijgen, geen kinderen gekregen. Sommige vrouwen weten van geen ophouden, andere hebben het nooit meegemaakt. Judith van Praag bespreekt het hele scala.

Hoeveel vrouwen maken hun man tijdens de bevalling niet uit voor alles wat mooi en lelijk is? Hoeveel hijgen: "Dit heb jij me aangedaan", of: "Dit doe ik nooit meer", om na zekere tijd toch vol enthousiasme op de positieve uitkomst van weer een zwangerschapstest te reageren?

Nog ééntje dan...

Terwijl sommigen het daadwerkelijk na één kindje wel voor gezien houden, werkt zwangerschap voor anderen verslavend. En zoals bij iedere verslaving wil je telkens weer, zelfs als je heel tevreden bent met je twee of drie kindertjes. Genoeg eigenlijk, maar toch...

Waarom staat die doos met luiers en rompertjes nog ergens achter in de kast en waarom doe je de wieg, dat kinderbedje en de MaxiCosi nu eindelijk niet eens weg? Of zijn het soms erfstukken?

Afscheid van de babytijd

Afscheid nemen van babyspulletjes betekent afscheid nemen van een fase in je leven, een fase die nooit meer terugkomt. Door vast te houden aan die snoezige niemendalletjes, houd je vast aan de mogelijkheid van 'stel nou dat' en alles wat ermee samenhangt.

Afscheid nemen van een fase in je leven, is stilstaan bij een verlies. Het verlies van 'een jongere (!) ik', van een tijd dat alles nog nieuw was. En verlies is verdrietig. Afscheid nemen doet pijn. De babytijd afsluiten, maakt rouwig. Je neemt afscheid van een tijd die geheel in het teken stond van de verwachting en het wonder.

Het geluk van de verwachting

Ik ken een vrouw met multiple sclerosis die zwanger raakte. Met zeven maanden kwam haar kindje levenloos ter wereld. Ik maakte me zorgen om haar gemoedstoestand, maar de vrouw zei blij te zijn dat ze zwanger was geweest. Ze had van die zeven maanden genoten. Ze zei dat ze die ervaring voor geen goud had willen missen.

Pas nadat ik zelf moeder was geworden, wist ik wat ze bedoelde. Natuurlijk mis ik ons kleine meidje, natuurlijk had ik haar liever zien opgroeien, maar dat ik zwanger van haar ben geweest, dat ik dat ongelofelijke wonder heb kunnen meemaken en haar heb kunnen aanschouwen, dat neemt niemand me af.

Ik heb wel eens tegen Gary gezegd: "Als iemand een kindje te vondeling op onze stoep zou leggen, dan zou ik het meteen binnenhalen. Maar zwanger worden met het risico weer een miskraam mee te moeten maken, nee, daar wil ik niet meer aan." En toch, terwijl ik dat zei, wist ik diep in mijn hart dat als ik weer zwanger werd, ik daar heel blij om zou zijn. Het geluk van de verwachting...

Altijd een lege schoot

Nooit mogen verwachten is dan ook heel verdrietig. Er zijn vrouwen die het dolgraag zouden willen meemaken, die verwachtingsvolle tijd. Zwanger zijn. Maar bij velen wil het maar niet lukken. Vrouwen die zelfs de opgewonden spanning die gepaard gaat met het wachten op het resultaat van de zwangerschapstest ontzegd wordt. Vrouwen en mannen die hun biologische kinderwens niet in vervulling zien gaan. Mensen die het hele vruchtbaarheids-traject hebben afgelopen en toch met lege schoot zitten.

Je ziet het ze niet aan, maar soms valt het van hun gezicht te lezen, bijvoorbeeld als je vertelt dat je weer zwanger bent. Jij schrikt van hun schrikreactie. Het maakt je boos, alsof jij je zou moeten schamen voor jouw geluk. Je voelt je machteloos. Je wilt ze troosten, maar ieder woord van troost lijkt verkeerd gekozen. Wat zou je kunnen zeggen?

Er is geen pasklare oplossing voor hun verdriet. Het gemis van een kind wordt niet opgelost door een huisdier te nemen, door een zolder te vertimmeren, of door lekker met zijn tweetjes op vakantie te gaan.

Verdriet en jaloezie

Tegen mensen die verlies hebben geleden, kun je zeggen: "Wat vreselijk, ik heb er geen woorden voor, wil je me vertellen wat er gebeurd is?" Maar dezelfde woorden zijn ook op hun plaats wanneer je iemand spreekt die maar niet zwanger kan worden, of die zich erbij moet neerleggen dat het nooit zal gebeuren.

Om een dergelijk verdriet een plaats te kunnen geven, om een leven in te kunnen vullen zonder kind, moet je eerst kunnen rouwen. Het verhaal moet verteld kunnen worden. Troost wordt vaak geboden door te luisteren, niet door te spreken.

Om mee te leven met iemand die niet zwanger kan worden, hoef je je alleen maar even te herinneren hoe jaloers je zelf kunt zijn op een zwangere vrouw en hoe fijn het is of was om kindje onder je hart te dragen. Herinner je hoe groot dat verlangen kan zijn. En soms nog steeds – heel eventjes – is, ook al is de babytijd in je leven definitief voorbij.