Herfstvakantie tip: prachtige vakantieplek midden in de natuur mét luxe accommodaties!

3 oktober 2008 door Christel Westgeest

18. Communiceren per webcam

Ideaal, die webcam. Maar niet voor Christel en haar kinderen. Die telefoneren liever.

"Gelukkig is er internet en gelukkig bestaan er webcams" hoor je emigranten vaak zeggen. Inderdaad kun via internet goed en intensief contact houden met de achterblijvers. En het is fijn om in luttele seconden foto's te kunnen sturen van de kleinkinderen en de vakanties. Op de dezelfde dag dat je een mooi plaatje schiet, kunnen ze meteen meegenieten aan de overkant van de oceaan.

Een groot voordeel ten opzichte van vroeger, helemaal mee eens. Maar die webcam! Persoonlijk vind ik het helemaal niks. Het is fijn om elkaar even live te zien, maar een ouderwets telefoongesprek praat veel makkelijker. Ik blijf maar kijken hoe ik erbij zit, en ik stoor me aan de vertraging.

Leuk voor de kinderen?

Misschien wel leuk voor de kinderen dan? Kunnen ze fijn zo nu en dan op feestelijke dagen zelf met opa en oma praten en bijvoorbeeld het nieuwe speelgoed laten zien.

Het idee was fantastisch, maar in de praktijk moet ik Rosa en Jacob praktisch omkopen om eens achter de webcam te gaan zitten. En als ze er al achter zitten, is praten – en vooral: blijven praten – een volgende uitdaging. Vaak zeggen ze heel snel "Dag opa!" en racen ze snel weer naar waar ze mee bezig waren.

Moeilijk te porren

Vooral Rosa is moeilijk te porren voor een webcam-sessie met de opa's en oma's. Het excuus is vaak: "Ben even met wat anders bezig". Of: "Ander keertje, OK?", dan wel botweg: "Geen zin in".

Het valt me op dat ze vooral niet voor de webcam te krijgen is als oma zojuist op bezoek is geweest. Het is dan bijna alsof ze boos is dat oma weer weg is. Ze kijkt dan wat glazig naar de computer, en zegt bijzonder weinig.

Maar ook Jacob vindt het lastig. Die begrijpt vaak niet dat de webcammers aan de andere kant echt ver weg zijn. Hij buigt zijn hoofd regelmatig naar zijn grootouders, om ze een echte zoen op het beeldscherm te geven. Hij lijkt te denken dat ze binnenkort zo weer op de stoep staan, want hij ziet ze nu toch echt!

Snikkende oma

Al met al is het dus een reuze gedoe om ze even voor de camera te krijgen. En of we de grootouders er nu een groot plezier mee doen, betwijfel ik. "Ach, kijk ze nu zitten", hoor ik regelmatig. Waarna een snikkende oma vervolgt met: "Ze veranderen zo, ik mis ze echt".

Dat heeft weer een emotioneel effect op ons, zodat we de camera maar snel weer afsluiten. "Tot snel he!" roepen we nog naar elkaar. Rosa en Jacob zijn dan alweer over tot de orde van de dag, maar ik blijf achter met gemengde gevoelens.

Bellen gaat beter

Blijkbaar kan voor jonge kinderen het visuele effect afleiden van de fysieke interactie die je met een webcam probeert na te bootsen.

Opvallend is dat als Rosa en Jacob ouderwets bellen, het heel goed mogelijk is hun aandacht langer vast te houden. Als opa en oma de juiste vragen stellen, kunnen er soms levendige telefoongesprekken ontstaan. Kennelijk werkt het 'plaatje bij een praatje' niet goed bij jonge kinderen. Althans niet bij die van mij.