2 april 2019 door Paul Morsch

Geilneuzen zijn het!

Astrid en Paul zijn de ouders van drie kinderen Bram (5),  Anne (10), Lot (11). Astrid werkt sinds kort fulltime. Paul is sindsdien huisman.

‘Dispensatie is geregeld,’ fluistert Bert in mijn oor. Hij knipoogt naar me.

‘Huh, welke dispensatie?’ vraag ik.

‘Handbal! Ik ben coach van het schoolhandbal komende zaterdag.’

‘Eh ja, en?’

Bert rolt met zijn ogen.

‘De jongens van onze klas hebben echt een kans de regionale kampioenschappen te halen als Anne en Merel bij de parallelklas spelen.’

‘Waarom? De jongens zeurden juist bij Anne en Merel om zich ook op te geven. Jouw Max voorop. Volgens mij is hij stiekem een beetje verliefd op Merel.’

‘Het is sowieso andersom. En al was Max geïnteresseerd in Merel, hij weet presteren en meisjes prima te scheiden. Net zijn vader.’

‘Merel en Anne hebben een hekel aan die parallelklas.’

‘Tussen hun wedstrijden door, kunnen ze gewoon onze eigen jongens aanmoedigen. Kan die Merel zich lekker uitsloven voor Max als ze wil.’

‘Aan het begin van het jaar kregen we een brief waarin stond dat onze school niet selecteert. Dat het gaat om gezellig samen sporten met klasgenootjes.’

‘Natuurlijk, dat moeten ze zeggen. Anders gaan al die zogenaamd sociale ouders zeiken.’ Bij het woord ‘sociale’ maakt Bert aanhalingstekens in de lucht. ‘Op sporttoernooien kan de school zich een stukje profileren. De meisjes moeten het zelf trouwens ook niet willen, handbal is een mannensport. Net zoals dat jongens geen cupcakes moeten bakken.’

‘Kom op Bert, dat kun je niet menen. Anne is hartstikke sportief. Ze voetbalt bijvoorbeeld heel aardig.’

Bert lacht voluit.

‘Voetballen? Meisjes? Even serieus. Ik heb het allemaal al geregeld voor iedereen, maar een dankjewel kan er weer niet af van jou. Je zou eens aan het schoolbelang moeten denken.’

Bij gebrek aan andere vrijwilligers ben ik coach bij Merel en Anne in de parallelklas. We staan iets onder de middenmoot. De laatste wedstrijd spelen we tegen onze eigen jongens die eerste staan en aan een gelijkspel genoeg hebben om het toernooi te winnen.

Tijdens de wedstrijd houdt Merel in haar eentje beminnelijk glimlachend Max en de twee andere sterspelers op de middenstip bezig. De jongens proberen om beurten zo overtuigend mogelijk ‘schwalbes’ te maken, door rennend het linker- achter het rechterbeen te haken. Vlak voor tijd staat het nog steeds gelijk. Dan steekt Bert zijn arm omhoog.

‘TIME-OUT,’ schreeuwt hij over het veld.

Hij beent naar de middenstip en geeft Merel een duw.

‘Hier hebben we verdomme niet voor getraind,’ foetert hij tegen zijn team. ‘Geilneuzen, dat zijn jullie. Als jullie nu niet gaan handballen wissel ik jullie. Desnoods allemaal!’

De jongens kijken een paar tellen intensief naar de grond, tot iedereen opschrikt van ingetogen gejuich. Merel heeft zojuist gescoord.

‘IK ZEI TOCH TIME-OUT,’ schreeuwt Bert tegen de scheidsrechter. De amper veertienjarige scheidsrechter stamelt dat een time-out niet bestaat bij het schoolhandbaltoernooi. De laatste twee minuten van de wedstrijd discussieert Bert met de scheidsrechter. Dan klinkt het centrale eindsignaal.

‘Verrader! Door jou gaat de Lindeboom naar de klote,’ bijt Bert me toe. Achter hem zie ik Max even kort zijn duim opsteken naar Merel.