Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

30 augustus 2019 door Paul Morsch

Living the dream

Astrid en Paul proberen zich als ouders van hun drie kinderen Bram (5), Anne (10) en Lot (11) zo goed mogelijk door het leven te worstelen.

Na mijn valse bingo kom ik terug bij de tafel die we delen met onze buren op de camping.

“Ik had een paar nummers bij je weggestreept,” legt onze buurman Sjors lachend uit. “Toen je Brammetje hielp met zijn kaart.”

Mijn gevoel voor humor is op nadat ik zojuist voor een volle zaal medekampeerders een mop in het Engels moest vertellen. Wat ik al wist, weet iedereen hier nu ook, ik kan geen moppen vertellen.

“Ach joh, je ziet al die mensen nooit meer,” zegt Astrid. Ze lijkt niet erg onder de indruk van mijn verwijtende blik.

Een kort moment zie ik Anne’s eveneens verwijtende blik aan voor solidariteit.

“Kun je nou nooit eens één keer normaal doen, papa?” sist ze mij een illusie armer.

Sjors duwt zijn telefoon voor mijn ogen. Daarop staat een selfie van heel veel Sjors. Hij lacht breeduit en steekt een duim omhoog. Je ziet nog net de bolle rug van de weggedoken Karin. Op de achtergrond sta ik te schutteren op het podium.

Omdat Sjors al een tijdje gestopt is, rookt hij zijn sigaretjes “om het af te leren” veelal bij onze tent.

“Dat scheelt gedoe,” legt hij uit bij het opentrekken van een lunchbiertje. “Ik hou niet van gedoe, ik hou van vrolijkheid.”

Omdat Sjors regelmatig bij onze tent het gedoe aan het ontwijken is, figureren wij als vanzelf in de selfies van de breeduit lachende Sjors met opgestoken duim.

Zo figureert Lotte in een selfie als ze een glas rode wijn omstoot en haar witte broek rondom haar middel rood kleurt. Verder drukt Sjors Astrid stevig tegen zich aan voor een selfie bij de dagelijkse ´Wakkadoeladoe´-dans met de blauwe animatiepinguïn. En de huilende Bram legt hij vast nadat een wesp zich in zijn broekspijp heeft uitgeleefd.

Op de één na laatste dag hoost het onophoudelijk. Als we scheel zien van Cluedo stappen we over op de mobiele telefoons. Sjors wil vrienden met mij worden op Facebook. Veel van de blije selfies kende ik al. Dat hij Anne’s bloedneus had vastgelegd bij het waterpolo had ik even gemist. Evenals de foto waarop Astrid in bikini ligt te slapen geflankeerd, als altijd, door het blije gezicht van Sjors: ‘Effe kopje suiker lenen bij de buurtjes’ staat er onder.

“Leuk, zo hebben wij ook een keer wat vakantiefoto’s,” meent Astrid.

Tegen etenstijd vertrek ik naar de kampwinkel. Buiten hoor ik boven het geraas van de zomerse stortbui buurvrouw Karin gillen tegen de kinderen. Voor hun comforttent hangt Sjors met zijn hoofd op het stuur van hun auto het gezinsgedoe te ontwijken. De auto staat blauw van de sigarettenrook. Als ik passeer kijkt hij op. Hij heeft rode ogen. Knockin’ on Heaven’s Door’ schalt uit de autospeakers. Het laagje water op de motorkap dreunt op de baslijn mee. Ik steek een duim op en probeer bemoedigend te glimlachen.  

Later zie ik op Facebook een selfie van Sjors genomen in de auto. Royaal lachend zonnebril op, biertje in de hand en duim omhoog. ‘Living the dream’ vat Sjors de vakantie samen.