15 mei 2020 door Raymonde Mayland

Op het potje

“Gewoon in haar blote kont door de tuin heen laten lopen,” zeiden mijn moeder en schoonmoeder vorig jaar over de zindelijkheidstraining van mijn toen twee jaar oude dochter. “Je zult zien dat ze zo zindelijk is."

Volgens mijn moeder was ik met twee jaar zindelijk. Aangezien ik juni jarig ben, was ik dus twee jaar en een beetje. Volgens mijn schoonmoeder was dat ook de leeftijd waarop mijn man naar de wc ging. Dus toen mijn dochter vorig jaar twee jaar werd, voelde ik de druk (na het horen van deze verhalen) om haar zindelijk te maken.

Dus begin augustus, ik was op dat moment 37 weken zwanger, begon ik op een zaterdag met de zindelijkheidstraining. Een uur na de start ging mijn man boodschappen doen en naar de sportschool en ik was alleen thuis met mijn peuter en atletische zoon die nog in mijn buik zat. Nadat ze twee keer op de grond plaste, even opkeek en met natte broek weer verder ging spelen, concludeerde ik dat het weinig zin had om haar zindelijk te maken en trok ik haar luier weer aan.

Toen hij thuis kwam, zag ik aan het gezicht van mijn man dat hij vond dat ik niet echt een poging had gewaagd en hij zei dat ze echt niet binnen twee uur zindelijk zou zijn. “Doe jij het dan,” riep ik kattig. Hij liet het onderwerp rusten en vond wijselijk dat hij niet met zijn hoogzwangere vrouw in discussie moest gaan. Twee weken later werd onze zoon geboren en we lieten het thema rusten.

Een aantal weken na de geboorte van onze zoon, lieten we haar afkicken van haar speentje. Dat was de eerste weken zwaar, vooral voor haar, maar het was makkelijker omdat je iets gewoon kon wegnemen. Daarna volgde poging nummer twee om haar zindelijk te maken. Dit keer was ik het die naar de sportschool ging. Ze had eerder die dag al een paar keer een ongelukje gehad, waar ze toen nog wel om moest huilen. Maar daar was ze (toen ik aan sporten was) kennelijk overheen. Toen ik terugkwam, vertelde mijn man me dat ze vrolijk na het ongelukje stond te springen in haar plasje in de woonkamer. Ook die poging werd gestaakt.

Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik zelf niet zo’n zin had in de zindelijkheidstraining. Als het moet, verschoon ik haar tot haar vijfde. Maar dat is natuurlijk niet leuk voor anderen als ze moeten oppassen. Dus toen de coronacrisis uitbrak en we gedwongen thuis zaten en de twee uur lange ritjes naar Nederland niet meer hoefden, besloten mijn man en ik dat het nu echt tijd was voor het potje. We zagen aan haar gedrag dat ze er klaar voor was en dus ging eind maart de luier uit.

Voor die eerste poging in de zomer had ik nog heel mooi een schema gemaakt, dat ik had opgehangen bij het toilet. Het had vakjes en sterren en bij ieder plasje zou er een kruisje in een vakje worden gezet en bij een sterretje mocht ze een cadeautje uit de grabbelton kiezen. Het schema was omgekeerd evenredig, dus veel cadeautjes aan het begin en minder op het einde. Dat schema werd niet gebruikt, de cadeautjes wel. Bij het eerste plasje op het potje kreeg ze een cadeautje en bij het tweede plasje ook. Er was nog wel eens een ongelukje, maar ze had het systeem al snel door. Op dag drie deed ze ieder plasje op het potje. Er waren geen ongelukjes meer en de doos met cadeautjes was snel leeg.

We zijn nu een aantal weken verder en het gaat prima, er zijn natuurlijk nog een aantal hobbels, maar over het algemeen genomen gaat het goed. Een vriendin met oudere kinderen vertelde me dat ze later misschien nog een paar ongelukjes krijgt wanneer er grotere veranderingen zijn, zoals wanneer ze naar school gaat. “Dat hoort er een beetje bij.” Zei ze.

Deze zomer gaat ze naar een nieuwe crèche en komt ze in een groep van drie tot zesjarigen te zitten. In Duitsland gaan kinderen naar de basisschool in een nieuw schooljaar als ze zes zijn. Voor die tijd zitten ze in iets dat je misschien kunt vergelijken met een kleuterklas, hoewel dat hier gewoon een kinderopvang (kita) heet, en daar gaat ze binnenkort naartoe. We zijn daar ontzettend blij mee, omdat het vinden van een kita een enorme uitdaging is in Düsseldorf en wij niet zo gelukkig zijn met onze huidige. Over het algemeen genomen zien ze op de kita graag dat kinderen vanaf drie zindelijk zijn. Het is geen vereiste, maar het kan wel een soort van druk geven: ze moet met drie zindelijk zijn.

Ze is nu drie en zindelijk, volgens de moeders in mijn omgeving een heel normale leeftijd. Sinds vorige week gaat ze weer naar de opvang en ze heeft wel een ongelukje gehad, maar over het algemeen gaat het goed. Over twee jaar wanneer mijn zoontje een peuter is, begint de ellende opnieuw. En ik vraag me af of de zindelijkheidstraining met jongetjes anders is. Ik verwacht in ieder geval een hoop rommel. Mijn man hoopt dat we er eerder mee kunnen beginnen, in de hoop dat zijn zus hem inspireert. Maar als het wat langer duurt vind ik het geen ramp, hij wordt zindelijk wanneer hij er klaar voor is. Net als mijn meisje.

Lees ook: