28 april 2025

Ik gaf borstvoeding op een bankje en werd door een voorbijganger uitgescholden

Het leek zo’n gewone ochtend

Het was zo’n ochtend waarop alles nét soepel leek te gaan. Mijn dochter had redelijk goed geslapen, ik had zowaar mijn haar gewassen en we gingen samen naar het park. Even naar buiten, een luchtje scheppen en mijn hoofd leegmaken. Ze was zes weken oud en zat heerlijk in de draagdoek tegen me aan geplakt als een warm bolletje tevredenheid.

We liepen een rondje, keken naar de bomen, ik haalde een koffie-to-go. Na twintig minuten begon mijn dochter een beetje te murmelen. Honger. Ik zocht een rustig plekje op een bankje, ver weg van de speeltuin, half verscholen onder een boom. Geen drukte en geen pottenkijkers, dacht ik nog.

Ik deed alles ‘volgens het boekje’

Ik had een voedingsshirt aan, trok het omhoog en klikte mijn voedingsbh los. Mijn baby begon meteen gulzig te drinken. Haar lijfje ontspande zich, haar handje pakte mijn vinger beet. Ik weet nog dat ik dacht: Kijk ons nou. Dit is zo natuurlijk. Zo mooi eigenlijk*.* Ik was trots. Niet alleen op haar, maar ook op mezelf. Op hoe ver we al waren gekomen met de borstvoeding, ondanks tepelkloven en tranen in week één.

Op een gegeven moment passeerde ons een man.

Gatver, doe dat lekker thuis joh

De man, ik schat een jaar of zestig, joggingpak. Hij keek ons aan en vertraagde zijn pas. Hij trok zijn gezicht in een grimas en riep: “Gatver, moet dat hier?" "Doe dat lekker thuis, joh!”

Het was alsof iemand me een duw gaf. Zo abrupt. Ik keek op, verward, dacht eerst dat ik hem niet goed verstaan had maar zijn blik was helder, boos en vol walging. Alsof ik iets aanstootgevends deed, alsof ik midden op straat met m’n borsten zat te spelen, terwijl ik daar gewoon met een baby een bankje zat met een shirt dat alles bedekte, behalve het stukje borst dat haar voeding gaf.

Ik kon niets uitbrengen, mijn keel zat dicht.

Waarom zei ik niks terug?

Ik heb er nog vaak over nagedacht waarom ik geen weerwoord had. Ik had willen zeggen “Dat is gewoon voeding, meneer” of “Kijk de andere kant op als je het niet aankunt.” Maar ik zat daar alleen maar stomverbaasd. Dat ik me beschaamd voelde, frustreerde me nog het meest. Dat hij het voor elkaar kreeg om mij te laten twijfelen aan iets wat zo liefdevol was.

Mijn dochter dronk rustig door. Ongestoord. Gelukkig maar.

Ik heb het alsnog afgemaakt

Ik ben niet opgestaan. Niet weggerend. Niet gestopt. Ik ben gewoon blijven zitten totdat ze klaar was, haar op mijn schouder gelegd en haar zachtjes laten boeren. Daarna zijn we langzaam terug naar huis gewandeld. Mijn koffie was koud geworden, maar ik voelde me warm van binnen.

Dit gebeurt vaker dan je denkt

Die opmerking bleef dagenlang in mijn hoofd hangen. Niet omdat hij zo erg was, maar toch raakt het precies waar veel moeders tegenaan lopen. Het idee dat je je moet verstoppen. Dat voeding geven in het openbaar iets gênants is. Terwijl het net zoiets is als een baby in bad doen, een luier verschonen of wiegen totdat hij slaapt.

We zouden elkaar juist moeten aanmoedigen. Elkaar steunen op kwetsbare momenten. Een knikje geven. Een glimlach. Een opmerking: "Wat fijn dat het lukt.”

Borstvoeding geven is normaal. Het is zorg, verbinding, overgave en soms gebeurt dat gewoon… op een bankje in het park.

Reacties

Plaats een reactie

Vul een reactie in.
Vul a.u.b. je naam in.
Vul a.u.b. je e-mailadres in.