Lage viq te trainen?
In aansluiting op het draadje hierboven: is een lage verbale IQ specifiek te trainen? Ik bedoel, wat kun je concreet als ouder doen om je kind te helpen om het VIQ te verhogen?
Ik lees nu veel met zoon en leg hem dingen uit. Bijv. wat verwaarlozing is, wat tuinieren betekent, wat het woord kil betekent….Dit zijn voorbeelden die mijn zoon dus je niet zou kunnen uitleggen…nu dus wel 
maar het valt mij op dat een ander kind in ieder geval probeert om er iets van te maken terwijl mijn zoon direct al roept: "weet ik niet, of "kan ik niet".
Wie heeft hier ervaring in en kan tips geven?
Misschien
Eerst het 'kan ik niet' aan gaan pakken, je kind kan vreselijk veel namelijk en dit is zo ongeveer het excuus om niet te hoeven leren/werken. Misschien kun je met de hele simpele woordgrapjes beginnen, in de Donald Duck Junior staan er soms hele geschikte, mijn schoonzusje is geabboneerd op iets als het genootschap van de nederlandse taal en daar hebben ze zo'n omslag met allemaal dubbelzinnige krantenkoppen zoals 'man schiet niet in linkerbeen' (met een niet-pistool dus). Voor mijn bijleskindje (voor zover ik kan zien met normale intelligentie, alleen ouders die geen nederlands spreken) was dit een eye-opener, spelen met woorden en spelen met betekenissen. Bij haar heeft het enorm geholpen met het begrijpend lezen. Zij had het in haar hoofd gezet dat ze slecht was in taal en nooit iets zou begrijpen van rekenen. Rekenen was het makkelijkst aan te pakken, gewoon staartdelingen en onder elkaar zetten aanleren, daarna had ze het zelfvertrouwen dat ze wel kon rekenen en iets kon leren, en was de rest een stuk makkelijker.
Viq
Bij de WISC bestaat het verbale gedeelte volgens mij uit deze onderdelen: informatie,overeenkomsten,rekenen,
woordkennis en begrijpen.
Informatie en woordkennis kun je inderdaad oefenen zoals jij het doet, de betekenis uitleggen. Misschien helpen puzzelboekjes ook, zoals kruiswoordpuzzels?
Rekenen gaat vooral om een soort verhaaltjessommen/redactiesommen die ze op school ook krijgen. Is hij op school goed hierin?
Bij overeenkomsten moet je zeggen wat de overeenkomst tussen twee dingen is. Bijv. wat is de overeenkomst tussen een tafel en een stoel? Daar kun je ook een spelletje van maken misschien.
