29 juni 2007 door Frea Kruisinga

Ga je kwijlen van vergrote amandelen? (3½ jr)

Onze zoon van 3 jaar en 8 maanden kwijlt enorm. Zou dit kunnen komen doordat zijn amandelen nogal groot zijn?

Laatst waren we bij de KNO-arts voor mijn dochtertje. Doordat mijn zoontje ook erg over oorpijn klaagde, bood de KNO-arts aan om even te kijken. Ze vroeg of hij erg snurkte (dat is zo) en of hij moeite heeft met ademen (dat lijkt mij niet). Ze zei dat het haar niet zou verbazen als hij nog eens terug zou komen voor het knippen van neus- en keelamandelen. Hij is wel vaak verkouden, maar heeft dit jaar pas één keer een antibioticum voorgeschreven gekregen.

Nu vraag ik mij dus af of het kwijlen iets te maken kan hebben met zijn amandelen. En: moet je een kind dat niet vaak ziek is wel onderwerpen aan zo'n ingreep? Hij praat overigens goed. Ook voor anderen is hij goed verstaanbaar.

Gezondheid

Amandelen verwijderen bij je kind: dit wil je weten

Antwoord

Het kwijlen van uw zoon kan inderdaad komen door een vergrote neusamandel, vanwege ademhalen met open mond. Maar of je daar ook iets aan zou moeten doen, is vooralsnog een open vraag.

De symptomen van een te grote neusamandel zijn:

• steeds terugkerende verkoudheden en oorontstekingen;
• soms: minder goed horen door vocht achter het trommelvlies (met als gevolg: minder goed praten);
• vaak: moeite om door de neus te ademen (met als gevolg: ademhalen met open mond en dus ook meer kwijlen);
• 's nachts snurken en soms apneu, oftewel even stoppen met ademen (met als gevolg: moeheid en prikkelbaarheid overdag).

Wat u beschreef bij uw zoontje kan dus heel goed passen bij een vergrote neusamandel. Maar zolang het goed met hem gaat, zijn er eigenlijk geen redenen om daar wat aan te doen. Of het al dan niet goed gaat, kun je zien aan:

• goed eten;
• goed groeien;
• geen last van veel luchtweg-infecties;
• geen adempauzes tijdens het slapen van langer dan 20 seconden;
• en geen problemen met horen en praten.

Daarnaast is het vaak zo dat naar mate kinderen ouder worden, de amandelen relatief weer kleiner worden en de klachten ook minder worden.