24 november 2006 door Henk Boeke

Gun dromers de tijd

Sommige kinderen zijn dromerig en kunnen zich moeilijk concentreren. Dat is normaal, en betekent niet dat ze rijp zijn voor Bureau Jeugdzorg.

Regelmatig krijgen we vragen van ouders die zich zorgen maken over de dromerigheid van hun kinderen op school. Hun gedachten dwalen snel af, en ze kunnen zich moeilijk concentreren.

Dat gaat bijvoorbeeld zo:

Onze zoon van bijna 8 jaar is altijd een beetje een "dromer" geweest. Kon veel spelen in zijn eigen fantasiewereld en had lang een denkbeeldig vriendje. Wanneer ik er niet achteraan zit, kan hij wel een uur doen over het aankleden, omdat hij dan al weer met allerlei andere dingen bezig is.

Hij zit nu in groep 4, en nu blijkt dat hij zich erg moeilijk kan concentreren in de klas. Dom is hij zeker niet, want op een goeie dag kan hij een 10 halen. Maar hij is erg snel afgeleid en daar gaat zijn schoolwerk onder lijden.

Lezen kun je oefenen, maar wat kunnen we zelf doen om hem te helpen zijn concentratie vast te houden? Zijn er onderzoeken of trainingen die we kunnen doen?

Dit soort vragen baart óns nou weer veel zorgen. Want wat is er nu eigenlijk aan de hand? Een kind van 7 jaar doet er lang over om zich aan te kleden. So what... zo zijn kinderen nu eenmaal. Althans veel van hen. Het hoort gewoon bij de leeftijd. Je dénkt wel dat ze heel wat kunnen, maar dat is natuurlijk nog lang niet zo. We hebben dat al eerder beschreven in ons artikel Waarom trekken jongens van 8 geen schone sokken aan?.

Het enige wat je in zo'n geval kunt doen, is je kind helpen, door het te sturen en te begeleiden. Opvoeden is nu eenmaal een hele klus, en gaat helaas niet vanzelf. Daar moet je wel wat voor doen. En iedereen kan dat gewoon zelf, zonder daar meteen 'onderzoeken en trainingen' bij te hoeven halen.

Gebrekkige concentratie op school

Maar hoe zit het dan met die gebrekkige concentratie op school? Zijn dáár dan geen 'onderzoeken en trainingen' voor nodig? Nee! Zolang er geen sprake is van een gebrekkige intelligentie (de jongen in het voorbeeld kon op een goede dag best tienen halen, dus dat is het probleem niet) en zolang er geen sprake is van opvallende stoornissen in de ontwikkeling, is er echt niets bijzonders aan de hand, en is het gewoon de taak van de leerkracht om zo'n kind goed te begeleiden.

Dus: zoals de ouders zo'n kind moeten helpen bij het aankleden, zo moet de juf of de meester zo'n kind helpen op school. Niet leuk, maar onvermijdelijk. Dat is nu eenmaal de taak van een onderwijzer.

Bureau Jeugdzorg

Maar het verhaal kreeg nog een staartje. In de mail-wisseling die volgde op de vraag, vertelde de moeder dat de juf zich dermate zorgen maakte dat het kind toch eigenlijk het beste af zou zijn bij Bureau Jeugdzorg ("die club die je je kinderen afpakt", zoals het vorige week nog geformuleerd werd door een kinderarts in het tv-programma Buitenhof.) En waarom? Omdat het kind ook een fantasievriendje had.

Toen brak echt onze klomp. En ons hart. Dat ouders niet goed op de hoogte zijn van de ontwikkelingspsychologie van kinderen, dat is tot daar aantoe. Maar dat leerkrachten een kind met een fantasievriendje rijp achten voor de geestelijke gezondheidszorg, dat gaat toch echt te ver.

Vanzelfsprekend hebben we nog wel even gevraagd of dat fantasievriendje het kind misschien angstig maakte. Want heel soms versterkt een fantasievriendje de angsten, in plaats van ze te bezweren. Dat bleek echter totaal niet het geval, waardoor we wel moesten concluderen dat school de plank totaal had misgeslagen. Heel treurig.

Fantasievriendjes

Voor al die juffen en meesters die kennelijk niet weten dat fantasievriendjes volstrekt normaal zijn, en zelfs een teken kunnen zijn van creativiteit en intelligentie, geven we hier nog even een paar verwijzingen om hun gebrekkige kennis alsnog bij te spijkeren:

Voor de ouders van dromerige kinderen hopen we oprecht dat de leerkracht zich een beetje aan kan passen aan het tempo van het kind. Kinderen kunnen namelijk niet gedwongen worden om zich beter te concentreren. Daar bestaan echt geen trainingen, cursussen of pillen voor. Het enige wat wél bestaat, zijn scholen die wéten dat kinderen geen volwassenen zijn, en zich ontwikkelen in hun eigen tempo (namelijk de Vrije scholen), maar dat is een heel ander verhaal.