Check onze 10 slimme tips om geld te besparen op je volgende gezinsvakantie

9 maart 2007 door Martine Borgdorff

Studeren en een kind, je moet wel gek zijn

Martine Borgdorff bespreekt het plan om jonge studentes te stimuleren om kinderen te krijgen. Conclusie: het is uitstel van executie.

Nederlandse vrouwen krijgen hun kinderen te laat en dat bracht de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg afgelopen week tot een briljante ingeving. Zorg voor kinderopvang in studentenhuizen, en Nederlandse vrouwen zullen vanzelf jong hun kinderen baren. Medisch gezien is dit het ei van Columbus, maar maatschappelijk gezien heeft de Raad geen benul van de wereld waarin we leven.

Welke studente wil er moeder worden? Als het aan de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg ligt, staan ze over een jaar of wat in de rij. Gezonde, jonge, blozende studentes, met voldoende fysiek gereedschap om zonder al te veel complicaties het nageslacht van Nederland veilig te stellen. Regel kinderopvang in studentenhuizen, en de dames zullen gegarandeerd vroeg hun kinderen krijgen, is het idee.

Carrière in de ijskast

Op het eerste gezicht lijkt het een creatieve oplossing voor een probleem dat in ons land vreemd genoeg alleen van medici serieuze aandacht krijgt: de aarzeling van Nederlandse vrouwen om moeder te worden. Maar het feit dat het moederstudenten-plan afkomstig is van vooraanstaande medici, is meteen de achilleshiel van het voorstel. Het gaat namelijk volledig voorbij aan de achterlijke opvattingen in ons land over moederschap en alles wat daarbij hoort.

Wie moeder wordt, loopt in Nederland maatschappelijk gezien een flinke achterstand op. Werken en moederschap is nog steeds geen vanzelfsprekendheid. Niet voor de meeste ouders die daarmee de zorg voor hun kind aan anderen moeten overlaten, en ook niet voor de buitenwereld, die in Nederland nog altijd in meerderheid vindt dat de moeder de eerst aangewezene is als het om de zorg voor de kinderen gaat.

Tegelijkertijd wordt moederschap op de werkvloer vooral lastig gevonden. Deeltijdwerken is voor veel werkende moeders een uitkomst, maar wie een driedaagse werkweek heeft, kan zijn carrière wel in de ijskast zetten. Didi Braat, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde in Nijmegen en mede-opsteller van het plan, erkende dit ook ruiterlijk in de Tros Nieuwsshow van zaterdagochtend 10 maart. Op de vraag of zij ook hoogleraar zou zijn geworden als ze haar kinderen eerder gekregen had, moest ze ontkennend antwoorden. (Beluister hier het interview).

Dubbele moraal

De status van moederschap is er een met een dubbele moraal. Wie zich er een aantal jaren fulltime aan wil overgeven, wordt afgeserveerd als ambitieloze huismoeder, terwijl ook voltijds werkende moeders zich voortdurend gedwongen zien hun keuze te verdedigen.

De vrouwen die op beide fronten hun steentje willen bijdragen, dus een beetje werken en een beetje moederen, doen het ook niet goed. Met vrouwen die twee of drie dagen per week werken, kun je de oorlog tegen de vergrijzing immers niet winnen. En van economische zelfstandigheid, een van de belangrijkste pijlers van het emancipatiebeleid in ons land, is met een baantje van twee dagen geen sprake.

Biologische klok

Ik geef het je te doen. Je moet wel heel erg dol zijn op luiers verschonen en snotneuzen vegen om vrijwillig voor zo'n achterstand te tekenen. Mijn ervaring is dat een luid tikkende biologische klok uiteindelijk ook genoeg is om de grens naar de achterblijvende moederwereld over te steken. Maar in dat geval is men de 30 doorgaans al ruim gepasseerd en dat is medisch gezien nou juist zo onwenselijk.

De hoge gemiddelde leeftijd van onze moeders is een logisch gevolg van de status van moederschap in ons land. Wie al een leven heeft opgebouwd kan het zich permitteren om maatschappelijk gezien een treetje te zakken. Maar voor wie, zoals de meeste studerende vrouwen, dat leven nog maar net is begonnen, kan het onmogelijk een aantrekkelijk vooruitzicht zijn.

Uitstel van executie

Eerlijk is eerlijk, het pleidooi om jonger aan kinderen te beginnen is medisch gezien volkomen terecht. Het voorkomt een hoop leed en teleurstelling voor vrouwen die hun kinderwens te lang uitstellen en uiteindelijk te laat zijn om nog een kind te krijgen. Ook voorkomt het kostbare en mentaal belastende behandelingen als ivf. Dat is het probleem allemaal niet.

Het grootste bezwaar van het advies is dat voor de zoveelste keer wordt gepleit voor ingrijpen op de verkeerde plek. Niet de (aanstaande) moeders zijn het probleem, maar de moeder-onvriendelijke omgeving waarin die vrouwen hun kinderen moeten zien te krijgen. Studentes overhalen om 'alvast' kinderen te krijgen, is een onzinnig voorstel zolang er in het denken over moederschap in ons land niets veranderd. Het is uitstel van executie.

Tekenen voor een maatschappelijke achterstand

Zolang werkende moeders achterblijven in loopbaankansen en salaris, zolang de schooltijden een serieuze baan onmogelijk maken, zolang de Nederlandse man het zorgen nog altijd aan zijn vrouw overlaat, zolang de kwaliteit van de kinderopvang achterblijft, zolang de keuze voor moederschap wordt gezien als bewijs van ambitieloosheid, kortom: zolang moeder worden in ons land gelijk staat aan tekenen voor een maatschappelijke achterstand, is er hopelijk geen studente zo gek om in deze val te trappen.

Lees ook: