10 maart 2006 door Sanderijn van der Doef

Hoe voorkom je seksueel misbruik bij kleine kinderen?

Ik zou graag willen weten vanaf welke leeftijd en hoe je aan een kind uitlegt wat wel en niet normaal is, seksueel.

Zelf ben ik seksueel misbruikt, wat begon toen ik erg klein was. Ik wil zover als het kan voorkomen dat dat ook bij mijn kinderen gebeurt, of dat ze tenminste wel al vroeg begrijpen waar iemand je wel mag aanraken en waar niet.

Ook wil ik dat ze leren wat wel hoort en wat niet. En dat ze zelf begrijpen wat wel en niet normaal is. Want hoe klein je ook bent, je vergeet zoiets nooit meer. Voorlichting als ze 7 jaar of ouder zijn, vind ik gewoon veel te laat!

Antwoord

Eigenlijk vraagt u naar een stoomcursus 'voorkoming van seksueel misbruik'. Ik wil graag aan dat verzoek voldoen. Ik ben het ook volkomen met u eens dat je daar niet vroeg genoeg mee kunt beginnen.

Veel mensen denken dat het lastig is om over dit soort dingen te praten met kleine kinderen, want hoe vertel je dat iets niet mag, als je dat eigenlijk nog niet bij name kunt (of wilt) noemen? In de praktijk valt dat echter reuze mee. Begrippen als 'seks' of 'geslachtsdelen' heb je daar helemaal niet voor nodig.

Integriteit van het eigen lichaam

In principe draait alles om 'de integriteit van het eigen lichaam'. De allereerst boodschap moet dus zijn dat je lichaam van jezelf is, en dat niemand daar aan mag komen als jij dat niet wilt. Je kunt die boodschap al heel vroeg overdragen, eigenlijk al vanaf een jaar of 3. Maar dan wel in heel eenvoudige bewoordingen natuurlijk.

Maak duidelijk dat dit zowel voor kinderen als voor volwassenen geldt. Niemand, klein noch groot, mag aan je komen jij dat niet wilt.

Buiten spelen

De tweede boodschap is dat je vertelt wat je wel en niet wilt hebben als het kind buiten speelt: op het speelpleintje voor je huis, in het grasveldje aan de overkant, of gewoon op de stoep voor de ingang. Het gaat dan om dingen als:

  • niet met andere mensen meegaan;
  • eerst thuis komen zeggen wat je gaat doen;
  • altijd zo dicht in de buurt blijven dat je het huis kunt blijven zien.

Dit soort dingen kun je vertellen vanaf het moment dat je kind zo nu en dan eens buiten gaat spelen, zonder dat je daar voortdurend toezicht op houdt. Bij sommige kinderen is dat al vanaf 4 jaar. Als uw eigen kind nog niet zo ver is, dan kunt u er nog even mee wachten. De boodschap slaat immers pas aan als hij gekoppeld kan worden aan een concrete situatie.

Regels voor seksuele spelletjes

Ook kun je met jonge kinderen – vanaf een jaar of 4 – praten over de regels voor het doen van spelletjes met elkaars lichaam, zoals 'doktertje spelen' (wat volwassenen 'seksuele spelletjes' zouden noemen).

De belangrijkste regels zijn:

  • doe nooit iets met elkaar als iemand (jijzelf of de ander) dat niet wil;
  • je mag elkaar nooit dwingen;
  • je mag elkaar nooit pijn doen;
  • je mag niets in de openingen van elkaars lichaam stoppen;
  • en je mag nooit iets doen met iemand die jonger of ouder is dan jijzelf.

Dat laatste punt werkt naar twee kanten. Het zorgt ervoor dat je eigen kind geen dwang of macht kan uitoefenen over kleinere kinderen, maar ook dat je kind begrijpt waarom het geen lichamelijke spelletjes met volwassen mag doen. Bij leeftijdsverschil: niet frunniken aan elkaars lichaam!

Omgaan met geheimen

Hoe goed je je kind de bovenstaande regels ook hebt ingeprent, er kan natuurlijk altijd iets onaangenaams gebeuren. Om te voorkomen dat zich dat herhaalt, moet je ook iets vertellen over de omgang met geheimen.

Vertel je kind al van jongs af aan dat er leuke geheimen zijn (zoals een werkje maken voor moederdag) en niet-leuke geheimen. Vooral de geheimen waar iemand een straf of een bedreiging aan gekoppeld heeft als je ze doorvertelt, zijn Niet Leuk. Ook geheimen waar je bang van wordt, zijn niet leuk.

De regel luidt nu als volgt:

  • leuke geheimpjes hoef je niet te vertellen;
  • niet-leuke geheimen moet je altijd aan iemand vertellen.

Op deze manier kun je de geheimhoudingsplicht die opgelegd is door de misbruikende partij doorbreken.

Wat zou je doen als...

Tot slot is het aan te raden om een aantal standaard-situaties 'droog' te oefenen, in de vorm van een raad-spelletje. Wat zou je doen als...?

Bijvoorbeeld:

  • wat zou je doen als je me kwijtraakt in de supermarkt?
  • of: wat zou je doen als iemand je vraagt om te komen kijken naar de kleine poesjes in haar huis?

Samen met je kind kun je dan de meest geschikte oplossingen zoeken die het kind in voorraad kan houden, voor het geval dat.

Besluit

De bedoeling van dit alles is uitdrukkelijk niet om je kind bang te maken voor de boze buitenwereld. Maar wel dat je kind gewaarschuwd is en voorzichtig zal zijn. Hopelijk komt het kind daardoor sterker in zijn schoenen te staan in situaties waarin het een 'niet pluis'-gevoel heeft.