2 juli 2004 door Mieke Beers

Onze dochter draait samenstellingen om. Is dat normaal? (2½ jr)

Merel, onze dochter van 2 jaar en 9 maanden, draait in samenstellingen stelselmatig de samenstellende delen om. Zo zegt ze bijvoorbeeld "doosbrood" in plaats van "brooddoos" (dat is Zuidnederlands voor broodtrommeltje). Opvallend is dat ze de bijbehorende morfologieregels perfect toepast: een "matrozenmuts" wordt een "mutsenmatroos" (muts wordt mutsen) en een "soepstengeltje" – ons huisjargon voor van die moderne broodstokjes – wordt een "stengelsoepje" (soep wordt soepje).

We nemen aan dat het om een normale stap in de taalverwerving gaat, maar we zijn toch benieuwd of dit vaker voorkomt. Is er onderzoek naar gedaan en kunnen we daar wat over lezen?

Antwoord

Het omkeren van woorden in een samenstelling is inderdaad een normaal verschijnsel in de kindertaal. Het lijkt echter wel een typisch Nederlands (of Vlaams) verschijnsel. In de literatuur over kindertaal, die voornamelijk op het Engels is gericht, kom je het namelijk nooit tegen. Waarschijnlijk omdat samenstellingen in het Engels niet voorkomen (het blijven altijd losse woorden).

Een duidelijke verklaring voor dit soort (Nederlandse) omkeringen bestaat er eigenlijk niet. Wel heeft men het vermoeden dat het te maken heeft met een bepaalde grammaticale regel die kinderen moeten leren. En aangezien het om een leerproces gaat, is er dus een periode waarin de regel nog niet beheerst wordt.

Die regel houdt in dat in Nederlandse samenstellingen het rechter deel de belangrijkste inhoud aangeeft. Zo heb je het bijvoorbeeld over "voetbal", "handbal", "basketbal en "softbal", als je het over verschillende soorten balsporten hebt. De bal (achteraan) is dan het belangrijkst, en datgene wat eraan vooraf gaat, geeft aan wat er met die bal gedaan wordt.

Uit onderzoek blijkt dat kinderen van 4 jaar deze regel beheersen. Waarschijnlijk is het dus zo dat het vóór deze leeftijd voor een kind niet uitmaakt in welke volgorde de samenstellende delen in een samenstelling voorkomen.