1 januari 2000 door Ward van Alphen

Dochter van 3 wil nooit meer poepen

Ons dochtertje van 3 en een half jaar oud houdt sinds een paar maanden haar poep op. Er is in het afgelopen jaar veel gebeurd (nieuw broertje, verhuizing) en wij hebben het idee dat het een controle-probleem is. Het wordt echter een steeds groter probleem want ze wil niet meer in bad (ontspanning... volgt poep) en nu ook niet meer eten want eten zorgt er voor dat je moet poepen. Als de poep toch komt (vaak 's avonds in haar nachtluier) moet ze vreselijk huilen want "ze wil nooit meer poepen". Het is op het moment zo dat ze voor het eten al begint te huilen dat ze niet aan tafel wil en niet wil eten. Aanvankelijk waren wij vrij laconiek maar zo langzamerhand neemt het zulke grote vormen aan dat we er niet zo goed raad mee weten. Welke houding kunnen wij het beste aannemen en wanneer is het nodig om professionele hulp in te roepen?

Antwoord

Uw dochter is kennelijk al zindelijk geweest, maar is later haar poep gaan ophouden. Dat is een belangrijk verschil met kinderen die nog nooit zindelijk geweest zijn, want in principe zou je bij uw dochter niet denken aan een -- in aanleg -- lichamelijk probleem. Toch kan er -- als gevolg van het ophouden van poep -- wel harde ontlasting ontstaan, hetgeen op zichzelf een belemmerende factor voor de stoelgang kan worden. Dat moet je in elk geval uitsluiten, want in het geval van harde ontlasting schrijft de kinderarts meestal laxeermiddelen voor om de vicieuze cirkel te doorbreken van: "harde ontlasting > pijn > angst voor poepen > ophouden van ontlasting > harde ontlasting".

Psychologische factoren

Maar u heeft zelf al een aantal psychologische factoren genoemd die in dit geval met het poep-probleem te maken hebben.

Poepproblemen kunnen ontstaan in perioden van stress bij het kind, maar ook door spanning in het gezin. Er is een dosis angst in geslopen, waaraan allerlei kinderlijke fantasieën ten grondslag kunnen liggen, en die ook heel goed iets te maken kan hebben met een gevoel van onveiligheid ontstaan in de voorafgaande woelige periode in uw gezin. Sommige kinderen hebben moeite om te wennen aan een nieuw broertje of zusje. Dit betekent altijd minder aandacht voor de oudste, die als reactie daarop in verzet kan gaan. Daarnaast heeft zindelijkheid soms ook iets te maken met "loslaten": het loslaten van een lichaams-eigen product kan bij sommige kinderen angsten oproepen. Bij uw dochter lijkt het meer te gaan om een ander soort loslaten: u noemt het zelf al een controle-probleem. Dit lijkt iets te maken te hebben met de behoefte van een kind aan autonomie, versus de noodzaak zich aan te passen aan volwassenen.

Hoe moet je er mee om gaan?

De interactie van kind en ouders is bij dit soort problemen van groot belang. Er kan -- haast als vanzelf -- een soort strijd ontstaan. De bezorgdheid van ouders en angst bij het kind kunnen samenkomen in een sfeer van wanhoop en mislukking. Sommige ouders worden in hun radeloosheid boos op het kind. Dit is weliswaar begrijpelijk, maar daarmee wordt het probleem niet opgelost.

Voldoende veiligheid op andere terreinen in het leven van het kind is een goede basis om te gaan werken aan dit probleem. Er moet voldoende gelegenheid zijn voor positief contact met je kind, naast de strubbelingen rond het poepen. Dit kan een hele opgave zijn voor ouders, zeker als er -- zoals in het geval van uw dochter -- ook op andere vlakken strijd dreigt te ontstaan. Verder kan je proberen een "neutrale" houding aan te nemen ten aanzien van "ongelukjes" en strijdgebieden. Je kan gewenst gedrag gaan bevorderen door dit gedrag te gaan belonen en te becomplimenteren. Je moet je kind als het ware weer zien te verleiden bij de "grote-mensen-wereld" te willen horen (groet mensen die hun behoefte op het toilet kunnen doen). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld het in de luier poepen) moet je -- op een neutrale manier -- onaantrekkelijk zien te maken.

Ik durf niet goed meer specifieke adviezen te geven, omdat hiervoor eerst een goede analyse van het gedrag van uw dochter en van de manier waarop u er als ouders mee om gaat voor nodig is. Ik kan me goed voorstellen dat u in dit geval professionele hulp zoekt. Daarbij moet er voldoende aandacht zijn zowel voor medisch-onderhoudende factoren (verstopping) als voor psychologische/gedragsmatige aspecten.