Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

18 juni 2010 door Justine Pardoen

Dol op prinsessenjurken - wil mijn zoon een meisje zijn? (6 jr)

Ik denk dat mijn zoontje van 6 een meisje wil zijn. Hij verkleedt zich vanaf zijn 3e jaar al in prinsessenjurken. Hij is helemaal weg van de kleur roze en alles wat met prinsessen te maken heeft. Ook wil hij graag haarbandjes en speldjes in zijn haren.

Laatst vroeg hij aan mij of ik een meisje van hem kon maken want dat wilde hij graag.

Aan de andere kant speelt hij graag met zijn piemel (echt waar) en doet hij ruwe en echte jongensdingen, zoals spelen met auto's, en soldaatje spelen op de hei. Naar poppen en dergelijke kijkt hij niet om.

Hij is dus in heel veel dingen echt een jongen, maar ook wil hij zich graag kleden als meisje. Hij wil dit niet aan naar school maar thuis vindt hij het wel erg leuk. Terwijl zijn Ninja-pak ook vooraan ligt om aan te trekken.

Vanaf welke leeftijd kun je zien of dit ook echt iets van hem gaat worden? En hoe kan ik hier het beste mee omgaan?

Antwoord

Zo te zien vindt uw zoontje het leuk om zich te verkleden (als prinses maar ook als Ninja) en om rollen te spelen: als meisje, als Ninja, en als soldaat op de hei. Opmerkelijk is dat u zich geen zorgen maakt over het Ninja- of soldaatjes-spel, maar wel over het meisjesspel. Terwijl het allemaal spel is. Maar ja, de ene rol is maatschappelijk natuurlijk wel wat meer geaccepteerd dan de andere, zeker als je je afvraagt hoe zich dit op termijn gaat ontwikkelen. Wat dat betreft kunnen we ons uw vraag dus wel voorstellen.

Op deze leeftijd valt er nog weinig van te zeggen hoe het zich in de toekomst zal ontwikkelen. Het spelen van rollen hoort nu eenmaal sterk bij de kleutertijd, waar uw zoon misschien nog net het laatste staartje van doormaakt. Het kan dus op een gegeven moment ook weer vanzelf minder worden en ophouden. Maar het kan ook door blijven gaan. Dat valt op dit moment nog niet te voorspellen.

Travestie

Als het verkleden een blijvende behoefte is, spreek je van travestie. Dat kan onhandig zijn als de behoefte om jezelf te verkleden ook buitenshuis bestaat, omdat anderen je dan kunnen gaan uitlachen. Maar als het alleen binnenshuis gebeurt, zoals bij uw zoontje, is het niet iets om je zorgen over te maken, omdat er dan geen risico van uitlachen en pesten bestaat.

Gender-dysforie

Het was heel goed dat u erbij vertelde wat uw zoontje allemaal niet met meisjes heeft. Daaraan kun je zien dat er waarschijnlijk geen sprake is van gender-dysforie, waarbij iemand zich ongemakkelijk voelt met zijn eigen geslacht. Dat lijkt bij uw zoontje niet het geval te zijn, omdat hij ook graag met zijn piemeltje speelt en net zo lief soldaatje op de hei speelt.

Hij scoort waarschijnlijk maar heel beperkt 'ja' op de onderstaande checklist, waarmee u een eerste indruk kunt krijgen van de mate waarin uw zoontje eventueel gender-dysfoor zou kunnen zijn. Hoe meer 'ja', hoe sterker de gender-dysforie. (Een echte diagnose moet overigens door gender-specialisten gesteld worden.)

De checklist luidt als volgt:

  • speelt uw zoontje liever met meisjes dan met jongens?
  • heeft hij vooral vriendinnetjes?
  • zegt hij wel eens dat hij een meisje wil zijn?
  • speelt hij in fantasiespelletjes (zoals vadertje en moedertje) het liefst de meisjes- of vrouwen-rol?
  • wil hij op school het liefst in de poppenhoek spelen?
  • wil hij bij 'verkleden' alleen meisjeskleren aan? (Dus nooit cowboy-pakken etc. maar altijd prinsessenjurken, rokjes, doeken op het hoofd, etc.?)
  • wil hij alleen meisjes-spelletjes spelen? (Dus: heeft hij een afkeer van wilde jongensspelletjes, voetballen, etc.?)
  • heeft hij een afkeer van zijn piemel?
  • wil hij alleen zittend plassen?

Gender-identiteitsstoornis

Nog een stap verder dan gender-dysforie is een gender-identiteitsstoornis, waarbij iemand echt het gevoel heeft dat hij in het verkeerde lijf zit. Dat lijkt bij uw zoontje al helemaal niet het geval.

Kortom: gewoon afwachten hoe het zich ontwikkelt en je verder geen zorgen maken. Verbied het niet, maar stimuleer het ook niet. Laat hem gewoon zijn gang gaan. Probeer het wel te beperken tot thuis, omdat het anders problemen kan geven met uitlachen en pesten.