16 mei 2003 door Jeroen Aarssen

Drie praktische vragen over de OPOL-methode (2 jr)

Onze zoon is 22 maanden oud en we hebben vanaf zijn geboorte consequent de één-ouder-één-taal methode (OPOL) toegepast. Mijn man spreekt Engels met onze zoon en ik Nederlands. De voertaal tussen mijn man en mij is Engels.

Ik merk dat onze zoon nu al veel meer woordjes in het Nederlands spreekt dan in het Engels, en dat hij het Nederlands ook beter begrijpt dan het Engels. Het Engels blijft dus achter.

Ik heb drie praktische vragen:

1. Hoe consequent moet je de OPOL-methode toepassen? Kan ik onze zoon bijvoorbeeld naar Engelse televisieprogramma's laten kijken als hij met mij alleen thuis is? Of is het verwarrend dat hij naar iets in 'papa-taal' luistert terwijl hij bij mama is?

2. Hoe ga je om met namen die per taal verschillen? Onze zoon zegt bijvoorbeeld 'Bobbouw' tegen Bob de Bouwer. Moet mijn man dan consequent 'Bob the Builder' blijven zeggen en hem aanmoedigen om twee namen te gebruiken? Of moeten we 'Bobbouw' accepteren als de naam die onze zoon gebruikt?

3. Hoe ga je om met interactie tussen talen? Als ik bijvoorbeeld mijn zoontje met mijn schoonmoeder aan te telefoon laat praten, moet ik hem dan 'instrueren' in mijn taal ("Zeg maar dag tegen Nanny") of in de taal van mijn schoonmoeder ("Say byebye to Nanny") of in een mix ("Zeg maar byebye tegen Nanny")? Als ik consequent ben, pas ik het eerste toe. Maar als onze zoon vervolgens "dag" zegt, begrijpt mijn schoonmoeder het niet.

Antwoord

Om te beginnen een relativerende opmerking over het gebruik van de OPOL-strategie. Als twee ouders consequent hun eigen taal gebruiken, dan kan dat hun kind helpen om de talen uit elkaar te houden. Maar het is zeker niet de enige en alleen-zaligmakende manier waarop een kind kan uitgroeien tot een tweetalige die zijn talen perfect in balans heeft. Soms komen er situaties voor waarin het anders gaat.

Dan het antwoord op uw praktische vragen.

1. hoe consequent moet je zijn?

Wat de OPOL-strategie betreft, zou u deze richtlijn kunnen aanhouden: wees consequent wanneer het kan, maar laat de gesprekken niet te krampachtig en onnatuurlijk verlopen als de situatie om een andere aanpak vraagt.

Natuurlijk kunt u uw zoon naar Engelstalige programma's laten kijken als u alleen met hem thuis bent. Dit levert geen verwarring op. Sterker nog, het leert hem langzaamaan te beseffen dat er in huis twee talen worden gesproken, en dat de ene taal wat vaker in sommige situaties en door sommige personen wordt gebruikt dan de andere.

2. bob de bouwer

Uw zoontje noemt dat mannetje 'Bobbouw'; hij denkt kennelijk dat hij zo heet. De makers van de serie maken – net als u – het onderscheid tussen de eigennaam en de functie van dit personage. Hij heet Bob en hij is een bouwer. In het Engels blijft hij Bob heten, who works as a builder. Uw zoontje maakt dat onderscheid (nog) niet.

Het komt wel vaker voor dat kinderen uit het aanbod van klanken niet meteen de losse onderdelen kunnen destilleren. Mijn advies: u en uw man kunnen Bob gewoon benoemen zoals ieder van u dat doet in zijn eigen taal. U noemt hem dus Bob de Bouwer en bij uw man heet hij Bob the Builder. Op een gegeven moment zal uw zoontje wel doorkrijgen dat Bobbouw gewoon Bob heet.

3. instructies tijdens een telefoongesprek met oma

De bovengenoemde richtlijn volgend, kunt u hier gewoon uw vaste strategie handhaven en uw zoon instrueren in het Nederlands. Op dat moment zegt u immers iets tegen uw zoontje en niet tegen uw schoonmoeder.

Maar nogmaals: ook al zou u het anders doen, dan is er nog geen man over boord. Als u bijvoorbeeld in het Engels aankondigt dat Nanny aan de telefoon hangt, met de bedoeling uw zoontje voor te bereiden op een gesprek in het Engels, levert dat echt geen enorme 'schade' op voor het proces waarin de twee talen uiteindelijk van elkaar gescheiden moeten worden.

Als hij het gesprek begint met "dag", mag dat misschien even lastig zijn voor uw schoonmoeder, maar een beetje begrijpende oma kan dat haar kleinkind toch niet kwalijk nemen. En een beetje geïnteresseerde oma zal begrijpen dat "dag" Nederlands is voor "hi" of "hello".

Uw zoontje kunt u al helemaal niets kwalijk nemen: er vindt een wisseling van gesprekspartner plaats, met een bijbehorende wisseling van taal. Daardoor kan hij zich even vergissen in zijn taalkeuze.

Maar dan nog; zodra uw zoontje merkt dat hij zijn Engelse oma aan de lijn heeft, die geen Nederlands verstaat, zal hij zijn taal ongetwijfeld afstemmen op die van zijn nieuwe gesprekspartner.