7 november 2008 door Aleid Grijpma

Hoe ga je om met de uithuisplaatsing van je kind? (5-7 jr)

[tekst ingekort door de redactie]

Toen mijn zoontje 5 jaar oud was, bracht ik hem op vrijdag naar een feestje maar het kind kwam niet bij mij terug. Op basis van een zorgmelding is er een spoedcrisis aangevraagd, en het kind is nu inmiddels twee jaar bij de vader. Het kind is nu 7 jaar en hem is verteld dat zijn moeder ziek zou zijn.

Ik zie mijn kind op dit moment maar 2 uur per 3 weken, en onder toezicht. Voor het oog doet hij het goed, maar ik merk inmiddels wel vervreemdingsgedrag naar mij toe.

Wat zijn de emotionele gevolgen als het kind ouder wordt, en als hij erachter komt dat zijn voogden hebben gelogen? [De moeder doelt hier op het feit dat zij een ander beeld heeft van de situatie dan de personen en instanties die tot uithuisplaatsing hebben besloten - red.]

Antwoord

Dit is heel ingewikkeld voor u, maar ook voor uw zoon! Probeer je maar eens voor te stellen hoe het is om niet terug te kunnen naar je moeder en haar niet meer dan eens per 3 weken te zien voor een paar uur.

Het gaat dus niet alleen om 'de waarheid', en wat uw zoon daarvan zal vinden. Ik zal daarom wat breder ingaan op uw positie als moeder van een uit huis geplaatst kind.

Ik kan helaas niet beoordelen of de crisisplaatsing in uw geval terecht was. Ik weet immers niets van de situatie, en ik ken geen van de betrokkenen. Maar ik ga er altijd vanuit dat kinderrechters, voogden en Bureau Jeugdzorg hun best doen om de veiligheid en de zorg rondom kinderen te waarborgen. En bedenk: een crisisplaatsing gebeurt niet zomaar. Dan moet er echt wel wat aan de hand zijn.

Genuanceerd standpunt

Over het zien van kinderen door hun ouders, als er sprake is van een uithuisplaatsing, heb ik een genuanceerd standpunt. Aan de ene kant is het voor kinderen heel belangrijk om een goed contact met hun ouders te onderhouden. En mochten de ouders niet in staat zijn om goed voor hun kinderen te kunnen zorgen, dan neemt dat nog steeds niet weg dat je moet streven naar een goed contact. Maar aan de andere kant moet dat natuurlijk niet ten koste gaan van het kind.

Een voorbeeld. Je kunt je voorstellen dat het voor een kind niet prettig is om geconfronteerd te worden met een dronken vader of moeder. Mocht er sprake zijn van zo'n situatie, dan vind ik dat je een kind dat beter kunt besparen. Maar ik vind ook dat je dan met zo'n ouder moet gaan praten, om te kijken wat hij of zij aan zijn of haar gedrag kan veranderen.

Ander voorbeeld. Stel dat een kind fors mishandeld is door een ouder, en dat die ouder na een tijdje weer om een bezoekregeling vraagt. Dan moet je – als professional – zo'n verzoek heel serieus nemen, ook al vanwege het feit dat het goed is voor kinderen om contact te houden met hun ouders. Maar het moet wel veilig zijn voor het kind. En het kind moet zich zelf ook veilig kunnen voelen.

Extra voorzichtig

Meestal kost het heel veel tijd om weer terug te keren naar een normale situatie. Je kunt van een kind dat veel heeft meegemaakt nu eenmaal niet verwachten dat het zich na een paar geslaagde bezoekjes van een paar uur al weer veilig genoeg voelt om meer aan te kunnen. Een extra complicatie daarbij is dat kinderen geen volwassenen zijn, en dus nog lang niet uitontwikkeld zijn. Het kind is geen constante factor, waardoor de situatie voortdurend kan wijzigen.

De Bureaus Jeugdzorg moeten rekening houden met al dit soort factoren. Dat is op zich al moeilijk voor ze, maar bovendien staan ze natuurlijk onder grote druk vanwege de bekende drama's met Savanna en het Maasmeisje. Iedereen mag fouten maken maar zij niet. Daardoor zijn ze op dit moment extra voorzichtig. Of té voorzichtig, in de ogen van ouders zoals u, die hun kinderen heel weinig kunnen zien.

Ouders zijn overigens niet helemáál aan de leeuwen overgeleverd. Het werk van de Bureaus Jeugdzorg wordt namelijk voortdurend gecheckt en beoordeeld door kinderrechters.

Wat kun je doen?

Als u vindt dat er sprake is van onrecht, kunt u de zaak opnieuw aanhangig maken, en vragen om uitbreiding van de bezoekregeling. Daar heeft u wel een advocaat voor nodig, en liefst ook 'bewijs' dat u heel goed in staat bent om het contact met uw kind goed te laten verlopen. Dit bewijs is overtuigender naarmate er meer sprake is van een patroon, en minder van incidenten.

Ook belangrijk is dat u laat zien dat u geïnteresseerd bent in uw zoon als u hem ziet, en dat u dingen met hem onderneemt, zodat hij daar een leuk gevoel aan overhoudt en ziet dat zijn moeder zich aan afspraken houdt en haar best voor hem doet.

En bedenk dat het niet alleen gaat om uw gevecht met 'de instanties' op dit moment, maar ook om de toekomst. Uw zoon wordt ouder. En naarmate hij ouder wordt, kan hij steeds beter zelf een mening vormen over zijn situatie, in heden en verleden. Dus hoe beter het u lukt om nu een goed contact met hem te hebben, hoe beter dat zal zijn voor later. Probeer u in te leven in een gesprek dat u met hem heeft over 5 à 10 jaar. Hoe ziet de verhouding er dan uit? Waar praten jullie dan over?

Begeleiding

Tenslotte raad ik u aan om iemand te vinden (voor zover u nog niemand heeft) om u te begeleiden bij uw contact met de instanties en bij het contact met uw zoon. Liefst iemand waarbij u ook uw eigen verhaal kwijt kunt.

Mocht er niemand te vinden zijn in uw persoonlijke kring, dan kunt u altijd te rade gaan bij het maatschappelijk werk van uw gemeente.

Ik wens u en uw zoon veel sterkte!