20 april 2007 door Henk Boeke

Hoe kies je een voornaam voor een tweetalig kind?

Mijn man en ik denken steeds vaker aan kinderen krijgen. De naam van het eventuele kindje is daarbij een van de gespreksonderwerpen. Mijn man is Spaanstalig (hij komt uit Midden-Amerika) en ik ben Nederlandstalig. We zouden dus een naam willen die zowel in het Spaans als in het Nederlands goed uitspreekbaar is en niet raar klinkt.

Onze vraag is nu: hoe moet het met letters die in het Spaans anders worden uitgesproken dan in het Nederlands? Bijvoorbeeld de V, die in het Spaans iets tussen een V en een B wordt. Zo zou de naam 'Eva' in het Spaans dus bijna als "Eba" worden uitgesproken.

Is zoiets begrijpelijk voor een kind op jonge leeftijd? Of moet de naam identiek klinken in beide talen om verwarring te voorkomen? Ik zou het niet leuk vinden als ons kind bij een van de twee uitspraken niet beseft dat hij/zij aangesproken wordt.

Antwoord

Veel ouders van tweetalig opgroeiende kinderen kiezen een naam die in beide talen goed uitgesproken kan worden, of sterker nog: een naam die in beide talen ook echt 'bestaat'.
Eva is een voorbeeld van zo'n naam, die voldoet aan beide criteria, en dus heel goed zou kunnen.

Dat zo'n naam in beide talen verschillend wordt uitgesproken (in dit geval als "Eva" en als "Eba"), is geen enkel probleem. Hieronder zullen we vertellen waarom dat zo is. Daarna zullen we wat dieper ingaan op het kiezen van namen in een steeds meer globaliserende wereld.

Lieverd of stouterd

Waarom is het niet erg als een kind de ene keer "Eva" en de andere keer "Eba" hoort? Onder andere omdat elk kind sowieso gewend is dat het op verschillende manieren aangesproken kan worden. Een kind dat Eva heet, zal bijvoorbeeld ook aangesproken kunnen worden met "lieverd" of "stouterd", waarbij zo'n kind echt niet om zich heen zal gaan kijken wie dáár nou mee bedoeld zou worden.

Ook zal een kind heel snel in de gaten hebben dat de mensen die Spaans tegen haar spreken "Eba" zeggen, en dat de mensen die Nederlands tegen haar spreken "Eva" zeggen.

Klankkleur

Overigens zal er niet alleen een verschil zijn in de V, die in het ene geval als V en in het andere geval als bijna-B wordt uitgesproken; ook de klankkleur van de klinkers (E en A) is heel anders. De Spaanse uitspraak van "Eva" is met een korte E en een korte A (dus iets als "èbà"), terwijl in de Nederlandse uitspraak in ieder geval de eerste klinker lang uitgesproken zal worden ("eeva"), en vaak ook de tweede ("eevaa").

Voor uw tweetalig opgroeiende kind zal het heel vanzelfsprekend zijn dat woorden (en dus ook namen) die dezelfde
vorm hebben in beide talen, een heel andere klankkleur hebben. In het taalkundig jargon worden dit soort woorden
cognates genoemd. Bijvoorbeeld:
Haus en
huis of
eat en
eet.

Dat een tweetalig kind daar volkomen aan gewend is, kun je goed zien als het kind een naam gaat 'vertalen' van de ene in de andere taal. Het kind zal dan uit zichzelf de klanken aanpassen. Zo zal een Engels/Nederlands opgroeiend kind tegen zijn Engelse familieleden spreken over
Sinterclaus (uitgesproken als "sinterklòas"), en zal een Duits/Nederlands opgroeiend kind tegen zijn Duitse familieleden vertellen dat hij de boeken van "Pienkeltje" leest.

Kortom: welke naam je ook kiest, hij zal altijd verschillend worden uitgesproken, wat helemaal niet erg is omdat meertalig opgroeiende kinderen de klankkleuren prima kunnen koppelen aan de talen waar die klankkleuren bijhoren.

Autochtone ouders

Tot zover de specifieke vraag, nu iets algemener. Hoe kiezen Nederlandse ouders – autochtoon en allochtoon – voornamen die internationaal bekend zijn en goed uit te spreken zijn? De naamkundige Doreen Gerritzen constateerde twee dingen.

  • Ten eerste dat autochtone Nederlandse ouders steeds vaker kiezen voor buitenlandse namen, zoals Wesley en Nicky (Engels), Claire en Camille (Frans), Sven en Lars (Scandinavisch), of Youri en Boris (Slavische).
  • En ten tweede dat autochtone Nederlandse ouders steeds vaker voor namen kiezen die weliswaar (ook) Nederlands zijn, maar die internationaal bekend zijn en gemakkelijk uit te spreken zijn, zoals Iris, Tim, Lisa en Max.

Beperkte keuze

En hoe zit het met allochtone Nederlandse ouders? Voor Turkse en Marokkaanse ouders is de keuze beperkter dan voor autochtone Nederlandse ouders. Voor Marokkanen wordt bijvoorbeeld een vaste namenlijst gehanteerd. Zij kunnen kiezen uit ongeveer 720 meisjesnamen en 865 jongensnamen.

En Turken moeten zich houden aan de Turkse naamwet, die inhoudt dat de naam moet passen binnen de Turkse cultuur. Buitenlandse namen zijn niet toegestaan, en de naam mag het kind niet belasten (hij mag bijvoorbeeld niet lachwekkend zijn). Nieuwvorming in Turkse namen is wel toegestaan.

Hoe kiezen allochtone ouders een naam?

Doreen Gerritzen vroeg zich af hoe Turkse en Marokkaanse ouders dan een voornaam kiezen.

Enerzijds wonen ze in Nederland, waardoor er 'Nederlandse criteria' gelden (omdat autochtone Nederlanders overweg moeten kunnen met zo'n naam). Maar anderzijds moeten ze zich houden aan de regels van hun land van herkomst. En bovendien willen ze hun eigen cultuur waarschijnlijk niet verloochenen.

Jongensnaam/meisjesnaam

Op grond van de 'Nederlandse criteria' zou je verwachten dat het onderscheid jongensnaam/meisjesnaam goed herkenbaar zou moeten zijn, zodat elke Nederlander weet om welk geslacht het gaat, als hij alleen de naam ziet.

Wat is herkenbaar als jongensnaam of meisjesnaam? Nederlandse Jongensnamen eindigen vaak op een medeklinker (zoals Ja
n of Pie
t of Klaa
s). En Nederlandse meisjesnamen eindigen vaak op -a of op -ine (zoals Anna of Jantine).

In de praktijk blijkt echter dat Turkse en Marokkaanse ouders niet speciaal vaker kiezen voor meisjesnamen die eindigen op -a of -ine, zoals Fatma en Emine (Turks) of Samira en Hanane (Marokkaans). Deze namen zijn wel populair, maar niet populairder dan meisjesnamen die helemaal niet eindigen op -a of -ine, zoals Zeynep (Turks) of Ikram en Ilham (Marokkaans).

Jongensnamen op -a en -ine worden ook niet vermeden. Jongensnamen als Sefa (Turks) en Hamza en Yassine (Marokkaans) zijn bijvoorbeeld heel courant.

On-nederlandse namen

Op grond van de 'Nederlandse criteria' zou je eveneens verwachten dat allochtone ouders geen on-Nederlandse namen zouden kiezen, dus dat ze eerder zouden kiezen voor namen die bekend zijn en makkelijk uit te spreken zijn. Maar ook daarvoor geldt dat de praktijk anders is.

Turkse ouders vermijden bijvoorbeeld geen namen met on-Nederlandse tekens, zoals Kübra (met puntjes op de U), en ze blijken geen voorkeur te hebben voor namen die ook in de Westerse wereld bekend zijn, zoals Omar (bekend vanwege de acteur Omar Sharif).

Op deze regel is één uitzondering: voor Marokkaanse meisjes staat 'Nadia' (in Nederland al langer bekend als een Russische naam, maar ook bekend als Arabische naam) met stip bovenaan!

Conclusie

We kunnen dus twee dingen concluderen:

  • dat autochtone Nederlanders de namen van hun kinderen vaker kiezen met het oog gericht op de buitenwereld;
  • en dat Turken en Marokkanen er juist vaak hun afkomst mee aangeven en zich weinig aantrekken van de 'Nederlandse citeria'.

Voor allebei valt wat te zeggen. Weinig dingen zijn zo persoonlijk als een voornaam.

En wat betekent dit alles voor u? Dat u gewoon moet kiezen wat uw hart u ingeeft: typisch Nederlands, typisch Spaans, of neutraal. Voor uw (toekomstige) kind maakt het allemaal weinig uit.