22 september 2006 door Aleid Grijpma

Hoe leer ik mijn dochter omgaan met haar broer die PDD-NOS en ADHD heeft? (6 jr)

We hebben vier kinderen: drie dochters en een zoon. De zoon heeft pdd/adhd.

Mijn oudste dochter (6) is lekker druk en impulsief van zichzelf en speelt graag met anderen. Zo wil ze ook graag met haar grote broer spelen, want in haar eentje spelen vindt ze saai. Meestal heeft hij daar echter niet zo'n zin. Of wel, maar dan op zijn manier.

Het volgende is het probleem. Ze verzint dan van alles om hem maar uit de tent te lokken. Negatieve aandacht is immers beter dan geen. Wat dus steevast tot heftige conflicten leidt.

We hebben haar al menig maal uitgelegd hoe haar broer in elkaar zit, en dat ze het moet respecteren als hij niet iets samen met haar wil doen. We zeggen dan dat ze maar iets alleen moet doen, of met haar andere twee zusjes (wat ze ook veel doet).

Broer en zus lijken altijd in concurrentiestrijd met elkaar te zitten. We hebben al van alles geprobeerd. Vaak samen met hen spelen, allebei apart extra aandacht geven, boekjes lezen, nogmaals uitleggen... maar het helpt niet. Ze krijgt echt meer dan genoeg aandacht, dus daar kan het niet aan liggen.

Waarom doet zij dit? En vooral: hoe laten we dit stoppen?

Antwoord

Om met uw laatste vraag te beginnen: ik ben bang dat u iets wilt wat eigenlijk niet kan. De leeftijd van uw dochter, plus haar drukke en impulsieve gedrag, maken het tot een bijna onmogelijke opgave om haar te laten stoppen met het lastig vallen van haar broer. Althans, om van haar te verwachten dat ze uit zichzelf zal stoppen.

Daarmee is meteen ook de eerste vraag beantwoord: uw dochter vertoont dit gedrag vanwege haar leeftijd en de combinatie 'druk en impulsief'. U zult begrijpen dat daar weinig aan te veranderen valt.

Toch wil ik er graag wat meer over vertellen, omdat dit soort problemen heel veel voorkomt. En met de juiste begeleiding kun je toch nog wel een heel eind komen.

Samen spelen

Allereerst wil ik benadrukken dat het voor veel 6-jarige kinderen sowieso nog moeilijk kan zijn om goed samen te spelen. Er zijn kinderen die het heel goed kunnen, maar er zijn er ook die daar nog veel moeite mee hebben. Dingen als 'inschatten wat de ander wil', inspelen op zijn verwachtingen, samen delen, op je beurt wachten, etc., kortom alle sociale vaardigheden die nodig zijn om succesvol samen te spelen, moeten juist in deze fase nog allemaal geleerd worden.

Voor 'gewone' kinderen van 6 jaar is het dus al moeilijk om samen te spelen. Maar voor drukke en impulsieve kinderen – zoals uw dochter – is het nog eens extra moeilijk, omdat die vaak 'doen voordat ze denken'. En dan is het leed al geschied.

Rekening houden met een handicap

Verder kun je van een 6-jarige niet verwachten dat die al rekening kan houden met de handicap van een broertje of zusje. Daar zijn kinderen van die leeftijd echt nog niet mee bezig. Die beoordelen potentiële speelgenoten nog niet op hun gedrag, maar domweg op hun beschikbaarheid, of ze leuk speelgoed hebben, etc.

Al met al heb ik niet de indruk dat uw dochter doelbewust bezig is haar broer lastig te vallen, maar dat haar impulsiviteit of enthousiasme de boel in het honderd kunnen laten lopen. Uw aanpak om op haar in praten (dat zij rekening moet houden met haar broer), zal dus weinig vruchten afwerpen. Dat is echt nog te hoog gegrepen voor haar.

Altijd maar begrip tonen

Daarnaast is het altijd een probleem voor broertjes en zusjes van een kind met een handicap dat zij van jongs af aan te horen krijgen dat zij begrip moeten tonen. Dat is niet altijd even makkelijk en ook niet eerlijk. Vaak hoor ik van dit soort broertjes of zusjes dat het erg moeilijk voor ze kan zijn.

Vanaf een jaar of 8 beginnen ze te snappen dat rekening houden met hun broer of zus ook in hun eigen belang kan zijn, maar dan nóg wordt het hen wel eens te veel. Het is dan ook altijd belangrijk om dat goed in het oog te houden en daar open voor te staan.

Een mogelijke oplossing voor dit probleem is om het gehandicapte kind af en toe een weekend uit logeren te laten gaan, zodat de broertjes en zusjes ook eens gewoon zichzelf kunnen zijn. Dat kan bij familie, maar er zijn ook mogelijkheden via jeugdzorg en gespecialiseerde organisaties.



Logeerhuis


In Biddinghuizen (Flevoland) zijn er bijvoorbeeld twee logeerhuizen voor kinderen met stoornissen als adhd en pdd-nos. Om ouders (én broertjes en zusjes) te ontlasten, kunnen in deze twee huizen tien kinderen logeren gedurende een weekend (maximaal twee weekenden per vier weken) maar ook tijdens vakanties. Zie: Stichting Enjoy-it Flevoland.

Ik realiseer me heel goed dat dit wel even slikken kan zijn, en dat het tijd zal kosten om aan het idee te wennen. Je doet je kind immers niet zomaar weg. Maar het is wel degelijk iets om serieus te overwegen.

Dagschema

Wat kun je als ouders verder nog doen? Om te beginnen moet je je doelen heel laag stellen. Als het een half uur goed loopt, is dat al prima! Verwacht niet meer!

Vaak is het handig – zeker op de leeftijd van uw dochter – als je een dagschema maakt. Bijvoorbeeld in de vorm een rooster met pictogrammen, waarin je een heel weekend per half uur structureert. Dat kan voor beide kinderen voor veel rust zorgen. In het begin is het een grote investering, maar op termijn loont het beslist de moeite.

In zo'n schema kun je alle dingen onderbrengen die je kind leuk vindt om te doen, zoals tekenen, kleien, tv-kijken, computeren, spelen met de Lego, spelen met de Barbies, etc. Voor al die activiteiten reserveer je een half uur, wat meestal lang genoeg is. Zo maak je per kind een schema van wat het kan doen: van 10.00 tot 10.30 mag je tv-kijken, van 10.30 tot 11.00 kun je kiezen tussen tekenen en kleien, etc. Dit helpt vaak beter dan tegen een kind zeggen "Ga iets doen".

Samen spelen

In zo'n schema kun je zeker een half uur 'samen spelen' opnemen, alleen is het dan wel handig om er even bij te blijven, en pas weg te gaan als het goed loopt.

Wees u er sowieso van bewust dat u zelf hard nodig bent om alles in goede banen te leiden. Ga er dus niet vanuit dat het allemaal vanzelf zal gaan.

En nogmaals: hanteer korte tijden! Langer dan een half uur houden kinderen het vaak niet vol. En het leuke is: door de periode kort te houden, is de kans van slagen zoveel groter dat alle betrokken partijen daar geweldig veel bevrediging uit kunnen putten. Iedereen kan trots zijn als het gelukt is.

Boeken, films, websites, groepen

Tot slot wil ik wijzen op de aanvullende mogelijkheden die er zijn:

  • er zijn leesboeken over broers en zussen met handicaps. Bij de NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme) kunnen ze u zeker titels aanraden over broertjes en zusjes met pdd-nos;
  • er bestaan ook films en voorlichtingsvideo's over het onderwerp. Bijvoorbeeld: "De zus van Einstein", al zult u daar misschien nog even mee moeten wachten (hij is bedoeld voor kinderen van 10 tot 14 jaar).
  • qua websites kunt u denken aan Brusjes.nl waar u samen met uw dochter op kunt kijken;
  • steeds meer instanties organiseren groepen voor de 'broers en zussen van' maar net als de film die ik noemde zijn dat vaak groepen voor wat oudere kinderen.

Hoe dan ook: heb begrip voor uw dochter, en besef hoe moeilijk het voor haar is om altijd rekening te moeten houden met haar broer.

Succes ermee!