1 januari 2000 door Ward van Alphen

Hoe moeizaam contact van pleegdochter en moeder te begeleiden?

Wij hebben een pleegdochter van 6 jaar (het is een nichtje). Haar moeder is zwaar psychiatrisch patiënt die zich weigert te laten helpen. Onze dochter woont al 4 jaar bij ons en daarvoor heeft ze in een ander pleeggezin gewoond.

De moeder laat zich steeds gaan (in de zin van psychoses en dergelijke) in het bijzijn van het kind. De bezoeken verlopen stroef en onze dochter plast na het bezoek vaak in haar broek en is erg opstandig. Ze geeft zelf aan dat ze haar mamma niet lief vindt. Ze vindt haar vaak boos. Een paar weken geleden heeft de moeder in het bijzijn van onze dochter de uitspraak gedaan: "dat is mijn kind niet!" en vervolgens mij (pleegmoeder) lichamelijk geweld aangedaan.

Toch moet van de gezinsvoogd de bezoekregeling gehanteerd worden. Uit onderzoek in het verleden is gebleken dat onze dochter al beschadigd is door alle gebeurtenissen. Hoe kunnen wij verdere schade beperken en hoe kunnen wij onze kleine meid hierin begeleiden?

Antwoord

Wat een moeilijke vraag is dit. Ik weet niet goed waar ik moet beginnen. Bij de formeel-juridische kant dan maar. Uit uw verhaal maak ik op, dat er wat betreft uw pleegdochter een onder toezichtstelling met uithuisplaatsing is uitgesproken, en dit gedurende een zeer lange periode.

Bij een OTS worden de ouders in hun ouderlijk gezag beperkt, maar zij verliezen de ouderlijke macht niet, en hebben ook bepaalde rechten. Men gaat ervan uit dat de ouders (voor een deel) niet in staat zijn voor hun kind te zorgen. Er wordt een gezinsvoogd aangesteld die toezicht houdt, en de ouders ook aanwijzingen kan geven die ze moeten opvolgen.

In dit geval is er ook een uithuisplaatsing (middels een machtiging van de kinderrechter), kennelijk omdat dit voor het kind noodzakelijk is. U bent in dit geval pleegouders, waarbij uitgangspunt van de Wettelijke regelingen is, dat de ouders zoveel mogelijk, en voor zover verantwoord natuurlijk, bij de opvoeding van hun kind worden betrokken.

Ik vermoed dat inderdaad de gezinsvoogd degene is, die aanwijzingen geeft omtrent de omgang van ouders met hun kind. Ouders kunnen een kind niet zomaar meenemen, maar hebben in principe het recht om hun kind te zien. Tenzij dit schadelijk is voor het kind. En dan moet u de gezinsvoogd zover krijgen dat de omgang van moeder met het kind wordt aangepast. Dat zal een gezinsvoogd niet zomaar doen, en terecht denk ik.

In dit geval is moeder ziek, maar dat wil niet automatisch zeggen dat ze niet in staat is haar kind te zien. Dat kan variëren, opnieuw ligt hier een taak voor de gezinsvoogd om dit mede in te schatten. Als u serieus uw best gedaan heeft om aan de gezinsvoogd duidelijk te maken dat er gevaar voor het kind is, en een reden om de omgang met moeder aan te passen, en u vindt dat de voogd zijn/haar werk niet goed doet, dan kunt u altijd naar zijn/haar baas stappen, en het geval voorleggen.

Ook heeft de stichting jeugdzorg, waar de gezinsvoogdij waarschijnlijk onder valt een klachtenregeling. Verder is er meestal een instantie via welke de pleegzorg wordt geregeld, wellicht kunt u ook daar nog terecht voor steun en advies. Maar hopelijk lukt het nog om in alle redelijkheid met de gezinsvoogd te overleggen.

Opties zijn:

- het contact (tijdelijk) beperken;

- het contact onder toezicht (van een derde) te laten plaatsvinden;

- bemiddeling (van de gezinsvoogd?) over de wijze waarop moeder met het kind omgaat;

- moeder moet misschien hulp krijgen bij het leren uitoefenen van de moederrol;

- (in zeer extreme gevallen) ontzetting uit de ouderlijke macht;

- wellicht zijn er nog andere opties, en hebben andere (pleeg)ouders nog tips.

Als pleegouder ben je geen echte ouder, maar altijd een soort hulpouder. Dat is een moeilijke positie, zeker bij langdurige pleegzorg. Want je gaat je misschien wel ouder voelen, en ook het kind -- zeker een kind van 6 -- kan de pleegouders op een gegeven moment als de belangrijkste verzorger gaan zien.

Het lijkt mij niet makkelijk om dan betrokken te zijn, warmte uit te stralen, de (of moet je zeggen een) ouderrol op je te nemen, en tegelijkertijd de echte ouders de positie te geven die hen toekomt. Natuurlijk moet je geen afstand houden als het welzijn van je pleegkind op het spel staat. Maar wel voldoende afstand om niet zelf "in de echte ouderrol" te stappen.

Het gevaar ontstaat dan dat er een interactie met de echte ouder gaat ontstaan die op een conflict uitloopt. De echte ouder gaat zich namelijk bedreigd voelen. En je kunt ook onbewust invloed hebben op de relatie van het pleegkind met de echte ouder.

Dat zie je soms ook bij gescheiden ouders: als deze een onderling conflict hebben, of niet op één lijn zitten, komt het kind in een loyaliteitsconflict terecht. Voor een kind van gescheiden ouders is het belangrijk dat de ouders elkaar als ouder niet afvallen.

Voor een pleegkind is het van belang dat de pleegouders de rol van de echte ouders respecteren. En "niet leuk vinden" of zenuwachtig zijn, is op zich geen reden voor een zesjarig kind om een ouder niet te zien... En het is best mogelijk dat de moeder er van baalt als haar dochter telkens lastig is als ze elkaar zien. Dat is ook voor die moeder weer moeilijk.

Pleegouders hebben ook een begeleidende taak in het in goede banen leiden van het contact tussen hun pleegkind en de echte ouders. Het kan zijn dat dit in uw geval niet aan de orde is, en dat het alleen om een incompetente moeder gaat, en om onenigheid met de gezinsvoogd. Maar juist als de echte ouder problemen heeft met het contact met het kind, kan de rolverwarring sneller toeslaan. En dan wordt het alleen maar erger.

Het kan zijn dat u als pleegouders iets kan hebben aan (professionele?) hulp, of gesprekken (met andere pleegouders, of pleeghulpdeskundigen), juist omdat in dit geval de zaak zo moeilijk ligt. Hoe dan ook: sterkte toegewenst!