27 september 2001 door Joanna Sandberg

Hoe stop ik dat dreinen en zeuren? (16 mnd)

Onze zoon van 16 maanden is altijd een zoete jongen geweest die zichzelf goed bezig kon houden. Tot twee weken terug. Hij is toen grieperig geworden en nu dat over is, zeurt hij alleen nog maar heel de dag.

Hij wil bijvoorbeeld een auto en die geef ik hem. Dan wil hij de auto ineens weer niet en gooit hij hem driftig neer. Bij vreemden kan hij overigens wel heerlijk spelen.

Hoe kan ik hier het beste mee omgaan? Ik krijg m'n 'oude' zoontje toch nog wel terug? Hier wordt ik namelijk een beetje radeloos van.

Antwoord

Uw zoontje van 16 maanden is pas ziek geweest en nu zeurt en dreint hij de hele dag. Toen hij ziek was, heeft hij natuurlijk extra aandacht van u gekregen; dat heeft een ziek kind ook nodig. Hij is toen 'verwend' in het krijgen van aandacht. Hij genoot daarvan en hij is er in zekere zin aan gewend geraakt. Nu moet hij ont-wennen. Dit fenomeen zie je heel vaak bij kleine kinderen.

Hieronder zal ik aangeven hoe dat ontwennen in zijn werk kan gaan.

Hoe krijgt u uw 'oude' zoontje weer terug?

Uw zoontje moet weer leren om zich alleen te vermaken. De meeste kinderen van deze leeftijd kunnen dat korte periodes gedurende de hele dag. Uw zoontje kan dat ook, want voordat hij ziek werd kon hij dat, en bij vreemden speelt hij heerlijk. Zijn zeurderig gedrag heeft dus te maken met de interactie tussen u en uw zoon, die ontstaan is tijdens zijn ziekte.

U moet weer duidelijke grenzen stellen aan zijn aandacht-vragend gedrag en u moet weer duidelijke regels gaan stellen. Bij zeuren moet u juist géén aandacht geven (door te doen wat hij vraagt, of door met hem te praten), want dan leert u uw zoon dat hij aandacht krijgt als hij zeurt.

Praktische aanpak

U kunt tegen uw zoontje zeggen dat jullie weer vaak naar buiten kunnen, nu hij weer beter is, en dan noemt u iets wat hij leuk vindt.

Ook kunt u zeggen dat hij nu weer fijn kan spelen, terwijl u weer bezig zult zijn met uw eigen dingen. Meestal werkt het goed om een beloning in het vooruitzicht te stellen. Als hij bijvoorbeeld 10 minuten alleen gespeeld heeft (of meer, als hij dat vóór zijn ziekte gewend was), kunt u beloven dat u dan een verhaaltje gaat voorlezen en lekker wat met hem gaat drinken. Stap voor stap kunt u die tijd gaan opvoeren.

Desnoods zet u de wekker op 10 minuten. Het is in ieder geval belangrijk dat u uw zoon positieve aandacht geeft als hij speelt, door niet te veel te zeggen. Alleen maar "Ik vind het fijn dat je zo lekker speelt".

Negeren

Wanneer uw zoontje weet waar hij aan toe is, dan zal hem dat helpen om toch te proberen niet aldoor uw aandacht te vragen. Wanneer hij dreint, moet u doorgaan met uw eigen bezigheden en hem zoveel mogelijk negeren.

Het kan u helpen door voor uzelf een dagindeling te maken, zodat u weet wat u die dag moet doen aan taken, en welke dingen u samen met uw zoontje wil gaan doen.



Dreinplek

Wanneer uw zoon écht niet ophoudt met dreinen, dan kunt u hem zeggen dat u een dreinplek heeft bedacht om hem te helpen. Alleen daar mag gedreind worden. Maar dan ook wel zoveel als hij wil!

De dreinplek kan bijvoorbeeld een stoel zijn. U zegt dan ook dat hij ervan af mag komen wanneer hij uitgedreind is, en dat hij dan weer mag spelen, met iets dat jullie samen gaan uitzoeken.

Zijn probleem

De kunst is om tegelijkertijd in de buurt te blijven én uw eigen dingen te doen, zodat hij merkt dat u niet van uw stuk raakt als hij dreint. Het moet namelijk zijn probleem worden, niet het uwe.

Probeer dus zoveel mogelijk neutraal te reageren op zijn zeurgedrag, word niet boos, ga zelf niet zeuren en wees aardig en scheutig met complimenten wanneer hij naar u luistert.

Voor uw zoontje is het ook niet prettig om de hele dag te zeuren. U helpt uzelf en hem wanneer u aan de slag gaat met het bovenstaande. Wees geduldig, maar consequent. Succes!