12 oktober 2007 door Christine Clement

Hoe werkt vragen stellen bij een 3-jarige?

Als ik mijn zoon (3 jaar) een vraag stel, antwoordt hij nooit uit zichzelf. Ik moet altijd eerst zelf het antwoord geven, en dat antwoord herhaalt hij dan.

Ook zal hij nooit uit zichzelf een vraag stellen. Als hij iets wil, pakt hij mijn hand, en zegt voortdurend: "Komen, komen". Voor de rest verstaat hij blijkbaar wel veel, en kent hij al wel heel wat woorden.

Is dit normaal of moet ik ongerust beginnen worden?

Antwoord

U gaf eigenlijk te weinig informatie om u een persoonlijk advies te kunnen geven. Ik zou dan echt meer moeten weten over uw zoon. Ik moet mij dus beperken tot een algemeen antwoord over de manier waarop vragen functioneren bij kinderen. Op basis daarvan kunt u dan zelf uw eigen conclusies trekken.

Eerst zal ik iets uitleggen over het stellen van vragen
aan kinderen en daarna over het stellen van vragen
door kinderen.

Vragen stellen aan kinderen

U vertelde dat uw zoon zelf geen antwoord geeft op uw vragen, maar als het ware uw antwoord herhaalt. Ik stel me hier de volgende situatie bij voor:

- u vraagt: "Wat wil je op je boterham?"

- (uw zoon geeft geen antwoord)

- u vult in: "Jam?"

- waarna uw zoon "Jam" herhaalt

Op een leeftijd van 3 jaar is dit niet ongebruikelijk. Een open vraag als "Wat wil je op je boterham?" is namelijk nog behoorlijk lastig voor een 3-jarige. Er zijn zóveel antwoorden mogelijk, dat het kind totaal overdonderd kan zijn door alle mogelijkheden, en daardoor volkomen kan dichtslaan.

Keuzevragen stellen

U kunt uw zoon helpen door keuzevragen te stellen. Een keuzevraag is een soort tussenvorm tussen de open vraag enerzijds (waar je alles op kunt antwoorden) en de gesloten vraag anderzijds, waar je alleen "ja" of "nee" op kunt antwoorden. Keuzevragen zijn vragen waarbij je kunt kiezen uit een beperkt aantal mogelijkheden. Bij voorkeur niet meer dan twee.

Bijvoorbeeld:

- "Wil je fietsen of steppen?"

- of: "Wil je tekenen of kleien?"

- of: "Wil je kaas of jam?"

Overigens zal hij ook bij het beantwoorden van keuzevragen moeten leren om een echt antwoord te geven. Mogelijk zal hij in eerste instantie steeds het laatste woord herhalen. Dus:

- "Wil je jam of kaas?" Antwoord: "Kaas"

- "Wil je kaas of jam?" Antwoord: "Jam"

Dit verschijnsel is ooit prachtig beschreven in een artikel van de Neerlandicus Erik van der Spek in het maandblad 'Onze Taal', waarin hij onder andere een strip van Donald Duck besprak. Donald doet mee aan een tv-quiz, waarin hij steeds moeilijkere vragen moet beantwoorden. Dat lukt heel goed, maar op het laatst is hij zó murw, dat hij de mist in gaat bij de vraag welke hoofdprijs hij wil hebben. "Wilt u de ton met geld of de driewieler?" Waarna Donald automatisch de driewieler kiest (omdat dat de laatst genoemde optie was).

Om écht een eigen keuze te kunnen maken, moet de stress dus wel geminimaliseerd worden ;-) Gewoon veel oefenen helpt ook, trouwens.

Vragen stellen door kinderen

Waarom stellen kinderen eigenlijk vragen? Niet alleen omdat ze zo graag het antwoord willen weten. Door het stellen van vragen vergroten ze hun kennis van de wereld, maar tegelijkertijd vergroten ze ook hun woordenschat met behulp van úw antwoorden.

Daarnaast heeft het stellen van vragen een belangrijke functie bij het leren communiceren. In principe roept een vraag namelijk een reactie op, waarbij de reactie soms belangrijker is dan het antwoord. Het met elkaar in gesprek komen én blijven (de 'interactie' dus) wordt uitgelokt door het stellen van vragen.

Dit vormt tegelijkertijd een – mogelijke – verklaring voor de eeuwige waarom-vragen die kinderen kunnen stellen. Zo houden ze de communicatie in stand en blijven ze verzekerd van aandacht.

Komen, komen!

Er zijn allerlei manieren om vragen te stellen. Je hebt bijvoorbeeld:

  • vraagwoord-vragen (die gemaakt worden met woorden zoals wie, wat, waar, waarom, hoe, etc.);
  • ja/nee-vragen (die gemaakt worden door de persoonsvorm vooraan te zetten);
  • echo-vragen (die de vorm van een normale zin hebben, maar dan met vraag-intonatie)
  • enzovoorts.

U zei dat uw zoon nog geen vragen stelt, maar is dat echt zo? Hij trekt u mee, vertelde u, en zegt dan "Komen, komen!" Dat is weliswaar niet een vraag zoals wij die stellen, maar qua communicatie is het wel degelijk een vraag! Hij vraagt op zijn manier of u even mee wilt komen.

Kinderen leren geleidelijk om alle juiste vormen toe te passen, en de niet zo juiste vormen weg te laten. Dat is dus letterlijk 'leren', wat inhoudt dat het niet meteen goed gaat, én dat het tijd kost.

Vraag-intonatie

Over het algemeen stellen kinderen op een leeftijd van maximaal 2 jaar al vragen met behulp van een (stijgende) vraag-intonatie. Bijvoorbeeld: "Die?" of: "Komen?"

Kan uw zoon op deze manier een vraag stellen? Waarschijnlijk wel. Ook het gebruik van zulke eenwoordsvragen geeft aan dat een kind het communicatieve idee achter het stellen van vragen begrijpt, en het kan toepassen.

Vraagwoord-vragen

Misschien heeft uw zoon de vragende voornaamwoorden, zoals 'wie', 'wat', 'waar' en 'waarom' nog niet geleerd en kan hij daarom nog geen vraagwoord-vragen stellen, zoals "Wat gaan we eten?" of "Waar is mijn beer?"

Gemiddeld leren kinderen de vragende voornaamwoorden omstreeks 2½ à 3 jaar te gebruiken. Mogelijk is uw zoon hier wat laat mee.

Ja/nee-vragen

De meeste 3-jarigen zijn in staat om ja/nee-vragen te stellen, door het werkwoord vooraan te zetten. Dat werkwoord kán netjes vervoegd zijn tot een echte persoonsvorm, bijvoorbeeld: "Is boek weg?" Maar het kan ook zijn dat het werkwoord nog onvervoegd blijft, bijvoorbeeld "Eten poes dit?"

Om dit soort vragen te kunnen stellen, zal een kind ook gewone 3-woordzinnen moeten kunnen maken, zoals "Pappa auto weg" of "Poes niet lief". Als uw zoon dat nog niet doet, is een bezoekje aan een logopediste toch wel aan te bevelen, zeker als hij ook de vraag-intonatie nog niet beheerst. De logopediste kan dan voor u nagaan of er iets bijzonders aan de hand is.