29 januari 2010 door Nanny Gortzak

Kan ik na mijn borstoperaties nog borstvoeding geven?

Ik ben op heel jonge leeftijd (begin 20) geholpen aan ingetrokken tepels. Daarbij zijn de melkleidingen doorgesneden, wat toen de enige optie was, volgens de chirurg. Ik had er echt vreselijk last van en heel erg veel jeuk.

Nu heb ik gelezen dat het lichaam in uiterst zeldzame gevallen dit kan herstellen. Aan de linkerkant is ook de zenuw doorgesneden (foutje) dus die sluit ik uit qua melkproductie. Begin 2000 ben ik aan beide borsten geopereerd aan vet-necrose, waardoor er veel weefsel is weggehaald.

Ik ben 33 weken zwanger, en vorige week had ik aan de rechterkant een klein druppeltje doorzichtig, dik en plakkerig vocht, wat uit de tepel-uitgang zelf kwam. Is er nou misschien toch kans dat (alleen) aan de rechterkant de melkproductie op gang kan komen, eventueel door stimulering, of is dit ander vocht? Ik wil er niet te veel aan gaan lopen peuteren omdat ik 'nog maar' 33 weken zwanger ben.

Is het verstandig om toch iets van een borstkolf te huren? Het is natuurlijk niet zeker óf er überhaput melkproductie op gang komt, en of het genoeg gaat worden om een baby volledig te voeden.

Ik vind dit heel erg moeilijk. Hoe kan ik erachter komen of ik melk kan gaan geven zonder dat de kleine te kort gaat komen?

Antwoord

Afhankelijk van wat er precies gebeurd is bij de operaties, kunt u misschien toch nog borstvoeding geven, al dan niet gedeeltelijk. Soms lukt het wel en soms niet.

Daarbij spelen de volgende factoren een rol:

  • doorgesneden melkkanalen en beschadigde zenuwen kunnen tot gevolg hebben dat de melk niet – of moeilijker – uit de borst kan stromen;
  • wanneer er zenuwen beschadigd zijn, wordt de zuigprikkel niet – of slechter – doorgegeven aan de hersenen (die vervolgens de borstvoedingshormonen prolactine en oxytocine moeten vrijgegeven);
  • een eventuele verandering in de bloedvoorziening van de borsten kan de melkproductie beïnvloeden.

Zoals u ziet, kan er veel misgaan. Maar hopeloos is het niet! Het menselijk lichaam kan heel veel. Er zijn talloze vrouwen die ondanks borstoperaties toch borstvoeding geven (of gegeven hebben), omdat zenuwen en melkkanalen soms toch weer kunnen aangroeien. Op voorhand weet je echter nooit in hoeverre dat zal gebeuren.

Er zit maar één ding op om na te gaan of u borstvoeding kunt geven: uitproberen.

Colostrum

Normaal produceert een moeder kleine hoeveelheden colostrum (de eerste moedermelk, ook wel 'biest' genoemd) gedurende de eerste paar dagen na de bevalling. Deze kleine hoeveelheden passen precies in de kleine maag van de pasgeborene. Door heel vaak aan te leggen, afwisselend links en rechts, krijgt de baby toch een aardige hoeveelheid colostrum binnen per 24 uur.

U vertelde dat uw rechterborst colostrum lekt. Dat is goed nieuws, want dat betekent dat er toch een verbinding is tussen het klierweefsel in de borst en de uitgang van de tepel. Probeer dan ook om in de eerste dagen heel vaak aan te leggen. U kunt daarbij de borsten masseren in de richting van de tepel, om zodoende zo veel mogelijk colostrum aan de baby te geven. Rond de 3e of 4e dag komt de melkproductie meestal meer op gang. Ook dan kan de baby zo veel mogelijk aangelegd worden.

Goed opletten

Voor iedereen die te maken heeft gehad met operaties (of andere beschadigingen) aan de borst, is extra oplettendheid na de bevalling geboden. Dat wil zeggen: opletten hoe het gewicht van de baby zich ontwikkelt.

Elke keer als de baby wakker is, is het tijd om te voeden. U kunt in de gaten houden hoeveel vieze en natte luiers de baby heeft. Daarnaast is het – in een geval zoals dat van u – verstandig om het gewichtsverlies in de eerste week nauwlettend in de gaten te houden. Maar ook als de melkproductie flink op gang is gekomen, in de eerste paar weken, is het verstandig om het gewicht van de baby goed in te gaten te houden.

Eventuele bijvoeding

Als blijkt dat het nodig is om bijvoeding te geven, kunt u gebruik maken van een borstvoedings-ondersteuningsset. De bijvoeding hangt dan in een container om uw nek, en komt via een slangetje op uw tepel bij de baby.

Wanneer de baby normaal wordt aangelegd en zuigt, krijgt hij de melk en wordt tegelijkertijd de borst gestimuleerd. De baby hoeft dan niet aan een fles te wennen en verleert het drinken aan de borst niet.

Stimuleren van de melkproductie

Het kan nodig zijn om de melkproductie te stimuleren. Daar zijn allerlei methodes voor, bijvoorbeeld:

  • een volautomatische dubbelzijdige kolf gebruiken om de melkproduktie op gang te brengen (zulke kolven zijn te huur bij lactatiekundigen, bij de thuiszorg en bij medische speciaalzaken);
  • zo vaak mogelijk aanleggen;
  • de borsten zo goed mogelijk legen (bijvoorbeeld door nakolven);
  • veel huid-op-huid contact hebben met de baby;
  • zonodig: het toepassen van medicijnen (zoals Domperidon) en/of kruiden, zoals borstvoedingsthee en fenegriek (een lactatiekundige kan u hier meer over vertellen);

Een tip tot slot: neem contact op met een lactatiekundige bij u in de buurt. Die kan u – na de bevalling – bijstaan als er problemen ontstaan bij de borstvoeding.