27 februari 2009 door Nadia Eversteijn

Kunnen spraakproblemen duiden op dyslexie? En hoe ga je daar meertalig mee om? (5 jr)

Ons dochtertje was 2 toen wij verhuisden van Nederland naar de USA. Een lastige leeftijd misschien, omdat haar Nederlandse woordenschat in die tijd nog heel minimaal was en ze meteen werd blootgesteld aan het Engels. Lange tijd heeft ze beide talen slecht gesproken en omdat ze moeite had zich (emotioneel) te uiten, barstte ze moeilijk uit in huilen.

Inmiddels is ze 5 en spreekt ze beide talen (Nederlands en Engels) goed. Toch heb ik het gevoel dat ze in beide talen achterloopt op haar (zowel Nederlandse als Engelse) vriendjes. Ze weet dit echter heel goed te verbergen; ze is sociaal, grappig en creatief, waardoor het niet goed opvalt.

Al sinds ze klein was, viel het me op dat ze vaak moeite heeft met het uitspreken van woorden. Haar mond en lippen bewegen anders dan bij mijn andere kinderen. Het lijkt alsof het haar veel moeite kost om bepaalde woorden uit te spreken:

- broodrooster wordt "brotooster";

- televisie wordt "visie";

- vergeten wordt "geten";

- ... etc.

Is het gemakzucht om veel woorden niet goed uit te spreken of kan het ook wijzen op dyslexie?

Behalve het uitspreken van woorden valt me op dat ze moeite heeft met woorden onthouden en ook een verhaal vertellen is voor haar ingewikkeld. Haar verhalen hebben vaak kop nog staart en ik moet mezelf echt dwingen om geduld op te brengen om ernaar te luisteren. Het duurt lang!

In de US beginnen ze vroeg met lezen en schrijven en haar juf geeft aan dat ze totaal geen interesse heeft in lezen. Nog dagelijks oefent ze met het schrijven van haar naam. Die kan ze (nog) niet schrijven, de letters lijken er nog niet op.

Hoewel ik me geen grote zorgen maak, en ze een blij meisje is, zegt mijn gevoel toch dat er iets is op het gebied van taal.

Wat zou uw advies zijn? Wachten tot ze ouder wordt of al iets gaan doen? Daarbij komt de moeilijkheid dat ze tweetalig is. Haar Amerikaanse juf ziet geen probleem ("ze maakt fouten doordat ze tweetalig is", is haar redenering). Een middag in de week gaat ze naar een Nederlandse school en haar (Nederlandse) juf ziet haar te weinig om echt iets aan haar te zien of te merken.

Antwoord

Wat vervelend dat u weinig gehoor vindt bij de leerkracht van uw dochter. Want de kenmerken die u beschrijft zouden inderdaad op dyslexie kunnen wijzen. Maar ook wel op een ander spraak- of taalprobleem.

Ik kan helaas geen duidelijk advies geven of u het op z'n beloop moet laten of dat u nu al professionele hulp zou moeten inroepen. Ik moet mij beperken tot het geven van algemene informatie waarmee u zelf die keuze kunt maken.

Geen gemakzucht

Het lijkt me in ieder geval niet waarschijnlijk dat uw dochter woorden niet goed uitspreekt uit gemakzucht. Ik krijg eerder de indruk dat zij wat achterloopt in haar ontwikkeling.

Bij kinderen tot een jaar of 4 is het heel gewoon dat ze moeite hebben met het uitspreken van de R-klank. Uw dochter, die inmiddels 5 is, heeft het daar ook nog moeilijk mee, waardoor ze "brotooster" zegt in plaats van "brood-rooster". En het weglaten van onbeklemtoonde lettergrepen (zoals "geten" in plaats van "vergeten") komt veel voor bij dreumesen en peuters.

Dyslexie

Het belangrijkste probleem bij dyslexie is dat het koppelen van klanken aan tekens (bij het lezen) en andersom (het koppelen van tekens aan klanken bij het spellen) niet geautomatiseerd verloopt, en daardoor erg moeizaam gaat.

Maar al vóór een dyslectisch kind begint met lezen en schrijven, kunnen er bepaalde taalontwikkelingsproblemen opvallen. Zoals:

  • laat beginnen met praten;
  • moeite hebben met de uitspraak;
  • problemen hebben met het ontwikkelen van de woordenschat;
  • het verwarren van begrippen als links en rechts;
  • problemen hebben met het leren van liedjes en het onthouden van namen;
  • moeite hebben met het benoemen van kleuren;
  • moeite hebben met rijmen;
  • en vaker last hebben van woordvindingsproblemen.

Op latere leeftijd blijft opvallen dat dyslectici veel moeite hebben met het onthouden van dingen die geen logische, inhoudelijke samenhang hebben. Zo kunnen zij moeite hebben met het onthouden van persoonsnamen en straatnamen, maar ook met vreemde talen en met de tafels van vermenigvuldiging. Nonsenswoorden kunnen ze haast niet herhalen, en als een zin een onverwachte of onlogische wending maakt, kan een dyslecticus zelfs de grootste moeite hebben om te verstaan wat er wordt gezegd.

Dyslexie is aangeboren en gaat nooit over. Maar door oefening en het aanleren van goede strategieën slagen volwassen dyslectici er meestal wel in om prima te functioneren.

Diagnose 'dyslexie'

In Nederland mag de diagnose 'dyslexie' alleen gesteld worden door een orthopedagoog of psycholoog; in België ook door een logopedist. Als ik goed geïnformeerd ben, is de situatie in de Verenigde Staten hetzelfde als in Nederland, maar dat zou u even moeten navragen.

Helaas kan de diagnose dyslexie niet gesteld worden bij kinderen die nog niet kunnen lezen en schrijven. Dat kan pas als het kind een poos systematisch en intensief leesonderwijs heeft gevolgd, vanaf een jaar of 7. (Vóór die leeftijd kun je alleen het risico op dyslexie bepalen, bijvoorbeeld door te kijken naar dyslexie in de familie, of door de
benoemsnelheid van peuters te meten.)

Andere taal- of spraakproblemen

Voor uw dochter is het dus nog te vroeg voor een dyslexietest. Maar een vertraagde taalontwikkeling kan ook voortkomen uit andere taal- of spraakproblemen. Vanaf deze afstand kan ik niet inschatten of daar sprake van zou kunnen zijn, te meer omdat ik meertaligheidsdeskundige ben, en geen logopedist of taalpatholoog. Ik moet mij dus beperken tot een aantal algemene opmerkingen hierover.

Ongeveer 5% van de kinderen wordt geboren met een taal- of spraakprobleem. Informatie daarover vindt u onder andere op de gecombineerde
website van de NVVS en de FOSS. De NVVS is de Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden en de FOSS is de Nederlandse federatie van ouders van slechthorende kinderen en van kinderen met spraak-taal moeilijkheden.

In ieder geval is het belangrijk om te weten dat taal- of spraakproblemen nooit veroorzaakt worden door meertaligheid, en dat ze daar ook niet door verergerd worden. Wel zal een aangeboren probleem zich natuurlijk altijd uiten in alle talen die het kind verwerft.

De aangewezen persoon om eventuele taal/spraak-problemen vast te stellen, is een logopedist.

Het kiezen van een logopedist

Mocht u op zoek gaan naar een logopedist, check dan wel even hoe die tegenover meertaligheid staat. Want helaas zijn sommige logopedisten geneigd om bij meertalige kinderen te adviseren om één van de talen op te geven. Maar aangezien de meertaligheid de problemen niet veroorzaakt noch verergert, lost het opgeven van een taal ook niets op.

Het is dus zaak dat u een logopedist vindt die de problemen niet toeschrijft aan meertaligheid.

Ik hoop dat ik u hiermee een beetje op weg heb geholpen. En vertrouw vooral ook ouderlijke intuïtie! Ik wens jullie veel sterkte en succes.