22 april 2005 door Ellen Gerrits

Mijn dochter kan bepaalde klanken niet maken, en spreekt nasaal. Loopt haar spraak achter? (2½ jr)

Mijn dochter Mila (2 jaar en 8 maanden) is met 29 weken geboren. Haar lichamelijke, motorische en geestelijke ontwikkeling verlopen goed.

Toch heb ik het idee dat haar spraak achterloopt. Alle klanken die voorin de mond liggen (S, T, en D) kan ze niet maken. 'Chocolade' wordt 'KoKoWha' en 'speen' wordt 'peengg'. Daarbij spreekt ze tevens vrij nasaal.

Heeft u een idee wat het beste is om nu te doen?

Antwoord

U heeft het gevoel dat de klankproductie van uw dochter achterloopt of afwijkend is, maar die vrees is ongegrond. Vrijwel alle kenmerken van de spraak van Mila die u beschrijft, zijn te verklaren vanuit de normale ontwikkeling.

Patroon

Er is veel variatie in de leeftijd waarop kinderen bepaalde klanken wel of niet kunnen uitspreken. Maar ondanks de leeftijdsvariatie volgen de meeste kinderen echter wel hetzelfde patroon.

Er is een duidelijke verdeling in klanken die vroeg en laat worden verworven. De meeste kinderen beginnen met de medeklinkers P, T, M en N en de lange klinkers OE, AA en IE. Vandaar ook dat de eerste woordjes
papa en
mama zijn. Hierna komen onder andere de S en de F. Klanken die later worden verworven, zijn de R en de L; soms komen die zelfs pas rond het 4e jaar.

Uw dochter gebruikt in uw voorbeelden al een aantal klanken die voorin de mond gemaakt worden, namelijk P, N en W. De T zou normaliter ook al verworven kunnen zijn. De S en de D komen echter ná de eerste set klanken.

Vereenvoudigingsprocessen

Een belangrijk kenmerk van de eerste woordjes van kinderen is dat ze zo eenvoudig mogelijk worden uitgesproken. Kinderen laten moeilijke klanken of lettergrepen weg of vervangen klanken die ze nog niet kennen door klanken die ze al wel kunnen gebruiken. Ook dit doen kinderen volgens een vast patroon.

Deze aanpassingen worden vereenvoudigingsprocessen genoemd.

Speen - peen

De vereenvoudigingen die Mila toepast, zijn reeds voor veel kinderen beschreven. In het eerste voorbeeld reduceert ze een medeklinkercombinatie, de eerste twee klanken in
speen, tot één klank.

Het resultaat is bijna altijd
peen, zoals bij uw dochter, omdat de combinatie SP relatief lastig is.

Chocolade - kokowha

Ook in uw voorbeeld
kokowha (voor
chocolade) gebruikt uw dochter normale vereenvoudigingsprocessen. SJ wordt K omdat dit een klank is die al vroeg wordt verworven en omdat de K ook in de tweede lettergreep van het woord voorkomt. Een herhaling van lettergrepen is altijd makkelijk.

Daarnaast wordt de moeilijke L vervangen door een klank die ze al eerder heeft geleerd.

Tenslotte valt op dat ze een lettergreep weglaat. Het woord
chocolade bevat vier lettergrepen en dat is erg veel voor een 2-jarige. In dit geval kiest ze precies de juiste lettergreep om weg te laten, namelijk wat taalkundigen de 'zwakke lettergreep' noemen. Hierin volgt ze dus ook weer de normale ontwikkeling.

Nasaliteit

Ook de nasaliteit die u noemt is een bekend verschijnsel. Volgens de Minimum Spreeknormen (Goorhuis-Brouwer, 1995) is er bij kinderen van 2 jaar sprake van opvallende nasaliteit en is hun spraak voor ongeveer 50% verstaanbaar voor derden.

Deze nasaliteit neemt geleidelijk af tot er uiteindelijk niets – of bijna niets – meer van over is. Bij kinderen van 4 jaar is er geen sprake meer van opvallende nasaliteit.

Logopedie

Als u zich toch nog zorgen maakt, kunt u contact opnemen met een logopedist in uw regio.

Wat mij betreft zou een logopedisch onderzoek nodig kunnen zijn wanneer u denkt dat de klankproductie niet vooruit gaat en ook wanneer u zelf veel moeite moet doen om uw dochter te verstaan en te begrijpen.

Succes!