16 april 2004 door Mieke Beers

Mijn dochter maakt fouten in haar uitspraak. Moet ik dat laten onderzoeken? (3½ jr)

Onze dochter van 3½ heeft moeite met het uitspreken van dubbele medeklinkers aan het begin van een zin. Dus:

  • "knippen" wordt "nippen";
  • "snoep" wordt "noep";
  • "spelen" wordt "pelen";
  • "knipperen" wordt "nikkeren";
  • etc.

Verder spreekt ze bij veel woorden de eerste lettergreep niet uit:

  • "cadeautje" wordt "dootje";
  • "cement" wordt "ment";
  • "muziek" wordt "ziek";
  • "flamingo" wordt "mingo";
  • enzovoorts.

Bovendien blijkt dat ze vaak niet weet wat de eerste lettergreep hoort te zijn. Als ik bijvoorbeeld vraag: "Wat voor mingo?", dan antwoordt ze: "Komingo?"

Af en toe probeer ik wel met haar de woorden goed te oefenen, maar dan zegt ze uiteindelijk: "Ssssss - [rust] - noepen" in plaats van "snoepen". Ze maakt er dan min of meer twee woorden van.

Heeft het zin om dit zelf verder met haar te oefenen? Of moet ik gewoon afwachten? Of kan ik het beste een afspraak maken op het consultatiebureau?

Antwoord

Rond 3½ jaar zijn dit soort problemen met de onvolledige uitspraak van woorden heel gewoon. Ik denk dus dat de voorbeelden die u noemt, een deel van de normale (fonologische) ontwikkeling zijn. Waarschijnlijk heeft het dus niet veel zin om te oefenen; oefenen heeft namelijk alleen effect als het gaat om vaardigheden waar het kind al aan toe is.

Op deze leeftijd leren kinderen wat wel mogelijk is en wat niet, qua klank-combinaties in hun moedertaal. Daarnaast leren ze de opbouw van woorden die uit meerdere lettergrepen bestaan. Dit soort ontdekkingen vormen een onderdeel van de zogenaamde fonologische ontwikkeling.

Klank-combinaties

Om met het eerste (de mogelijke klank-combinaties) te beginnen: talen verschillen onderling in de combinaties van medeklinkers die mogelijk zijn. In het Nederlands zijn bijvoorbeeld combinaties als MB of ND niet mogelijk aan het begin van woorden, terwijl dit in sommige Afrikaanse talen wel kan (denk aan president Mbeki van Zuid-Afrika). Daarnaast zijn er in het Nederlands combinaties van medeklinkers die helemaal niet mogelijk zijn (binnen één lettergreep), zoals TP of KM.

Op de leeftijd van uw dochter leren kinderen de combinaties die zijn toegestaan en de posities waar dat kan. Bijvoorbeeld: LS kan wel aan het eind van een woord (hals, vals) maar niet aan het begin. Het ontdekken van deze mogelijkheden kan wel tot een jaar of 6 duren, en gaat gepaard met het maken van de fouten die u noemde.

Woord-opbouw

Ook de opbouw van langere woorden en de mogelijke klemtoon-patronen verschillen van taal tot taal. Net als bij de mogelijke en onmogelijke klank-combinaties is ook dat dus iets wat je moet leren, en wat er niet 'zomaar' is.

Het Nederlands kent bijvoorbeeld woorden die met een onbeklemtoonde lettergreep beginnen (bed
oelen, gel
oven, etc.). Dit zijn precies de woorden waarbij uw dochter de eerste lettergreep weglaat: cad
eautje (wordt dootje), cem
ent (wordt ment), muz
iek (wordt ziek) en flam
ingo (wordt mingo). In kindertaal bestaat namelijk een voorkeur voor woorden die beginnen met een beklemtoonde lettergreep, zoals "t
ijger" (wat nooit "ger" zal worden).

Uw dochter past haar uitspraak van de genoemde woorden aan aan deze kindertaal-voorkeur, door de eerste – onbeklemtoonde – lettergreep weg te laten. Waarschijnlijk heeft ze die eerste lettergreep ook niet herkend als deel van het woord, gezien haar uitspraak van "flamingo" als "komingo".

Wanneer een kind de eerste onbeklemtoonde lettergreep wel herkent, maar dit nog niet als fonologische regel voor de uitspraak van woorden in het Nederlands heeft geleerd, zullen woorden als "kon
ijn" en "gir
af" worden uitgesproken als "kijn" respectievelijk "gaf".

Kortom: de voorbeelden die u noemt, passen goed in het normale ontwikkelingspatroon en vormen op dit moment geen reden tot zorg.