Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

7 november 2008 door Nanny Gortzak

Moet je een zware baby nu wel of juist niet bijvoeden na de geboorte?

Ik heb gehoord dat wanneer een baby een hoog geboortegewicht heeft, er in eerste instantie bijgevoed moet worden met kunstvoeding. Maar via andere wegen hoor ik dat dit echter totaal niet de bedoeling is.

Aangezien ik graag wil dat mijn borstvoeding gaat slagen, zou ik hierover meer informatie willen.

Antwoord

Wanneer een baby zwaar is bij de geboorte (zwaarder dan 4000 gram), krijgt de moeder inderdaad vaak het advies om de baby tijdelijk bij te voeden, omdat de baby een verhoogd risico heeft op een te laag bloedsuikergehalte. De kans daarop is groter als de moeder zwangerschapsdiabetes heeft gehad tijdens de zwangerschap (wat tegelijkertijd de kans op een zware baby vergroot).

Het kan echter ook anders. Beide opties zal ik hieronder bespreken.

Bijvoeden met kunstvoeding

Een ongeboren baby waarvan de moeder diabetes heeft, wordt tijdens de zwangerschap voortdurend blootgesteld aan hoge concentraties glucose (bloedsuiker) in het bloed van de moeder, waardoor de baby zelf ook veel glucose opneemt (via de navelstreng). Het gevolg daarvan is dat de baby een hoge afgifte van insuline zal hebben, om de glucose goed te kunnen verwerken. De overtollige glucose wordt omgezet in vet en opgeslagen als reserve, waardoor de baby vet en zwaar wordt.

Na de geboorte zal de bloedsuikerspiegel van de baby plotseling sterk dalen; we noemen dat hypoglykemie. Dat komt doordat het navelstreng-contact met de moeder verbroken wordt en er geen constante toevoer van glucose meer is, maar ook omdat de insulineproductie nog steeds op een hoog niveau staat ingesteld, waardoor de glucose die er nog in het bloed aanwezig is, meteen wordt weggewerkt. Veelal wordt dan besloten om bij te voeden met kunstvoeding, om de suikerspiegel weer op niveau te krijgen.

Voorzichtiger beleid

Een voorzichtiger en meer baby-vriendelijk beleid is om direct na de geboorte de baby bij te laten komen bij de moeder op de borst. Dat heeft als voordeel dat de baby goed op temperatuur blijft, minder stresshormoon aanmaakt, en veel beter ademhaalt. Het gevolg daarvan is dat er weinig energie verloren gaat door stress, afkoeling, en een laag zuurstofgehalte in het bloed. Een bijkomend voordeel voor de borstvoeding is dat dit huid-op-huid-contact de baby voorbereidt om goed aan de borst te gaan.

Meestal zie je dan dat de baby wat gaat wiebelen en richting de borst schuift. De moeder kan hem daarbij helpen door hem in de buurt van de tepel te leggen. Omdat de baby ontspannen is, zal hij meestal makkelijk de mond ver kunnen openen en een flinke hap van de borst in zijn mond kunnen nemen.

Zo zal de baby de normale, kleine hoeveelheid colostrum (eerste moedermelk) kunnen drinken. De moeder kan daarbij helpen door de borst wat te masseren en zo de stroom van colostrum te stimuleren, waardoor de baby beter blijft drinken.

De eerste twee uur

Door de baby afwisselend links en rechts te laten drinken zolang hij wakker is, kun je vaak de eerste twee uur van zijn leven al diverse voedingen met colostrum geven. Dit helpt bij het op peil houden van het bloedsuikergehalte. Als dan bij een baby een hielprikje wordt gedaan om het bloedsuikergehalte te testen, zal blijken dat dit op een goed niveau blijft.

De kans op een laag bloedsuikergehalte neemt toe als de baby veel huilt, te veel afkoelt, als er flink in het voetje geknepen en gewreven moet worden om voldoende bloed eruit te krijgen voor de test, en als de baby niet onbeperkt bij de moeder mag drinken gedurende de tijd dat hij wakker is.

Bijvoeden voorkomen

Het biedt dus toch wel grote voordelen om niet bij te voeden met kunstvoeding. Maar hoe pak je dat aan?

  • Na de geboorte neemt de moeder de baby meteen bij zich. Zelfs bij moeders die een keizersnede hebben gehad, is dit mogelijk. De vader kan de baby helpen ondersteunen. Mocht de moeder niet in staat zijn om de baby bij zich te houden, dan kan de vader deze taak op zich nemen.
  • Zodra de baby begint te likken of te happen, of met het hoofd gaat wiebelen, leg hem dan aan. Denk daarbij niet aan 'twee borsten geven', maar wissel net zo lang van borst tot de baby in slaap valt.
  • Als de baby om welke reden dan ook niet aan de borst kan, dan kun je de colostrum met de hand uitdrukken en dit op een lepeltje aan de baby geven. Ook in dit geval geldt: doe het zo vaak mogelijk, zolang de baby wakker is.
  • Als men het bloedsuikergehalte wil testen, en als blijkt dat dat laag is maar nog wel acceptabel, voedt de baby dan meteen weer opnieuw. Steeds afwisselend links en rechts.

Door constant te voeden, is er net als tijdens de zwangerschap een constante toevoer van glucose. Zo heeft het lichaam van de baby de tijd om aan het lagere glucosegehalte te wennen en om de insulineproductie hierop aan te passen. Op deze manier is bijvoeden vanwege hypoglykemie meestal te voorkomen.