1 januari 2000 door Maaike Verrips

Tweetalig blijven bij taal-problemen?

Ik heb drie kinderen die tweetalig opgevoed worden. Nou merk ik dat de middelste (3 ½ jaar) er moeite mee heeft en niet reageert op het Nederlands. Bij de andere twee gaat het tweetalig opvoeden van een leien dakje.

Mijn vraag is of je in zo'n geval moet doorzetten met tweetalig opvoeden of het stop moet zetten. Zelfs de andere taal (Portugees) spreekt hij slecht.

Antwoord

Als je de indruk hebt dat de taalontwikkeling van je kind achterloopt, moet je je kind laten onderzoeken via een consultatiebureau of vergelijkbare instelling. Het is belangrijk dat men zorgvuldig nakijkt of zijn oren goed zijn. Als er echt iets aan de hand is met zijn aanleg om te leren praten, zul je waarschijnlijk bij een logopedist terecht komen.

Meningen verdeeld

Over de vraag of je dan moet stoppen met tweetalig opvoeden zijn de meningen verdeeld. Logopedisten adviseren in zulke gevallen vaak om een van de twee talen te laten vallen. Dat klinkt ook heel logisch, want als een kind toch al meer moeite heeft om een taal te leren, waarom zou je hem er dan twee tegelijk aanbieden?

Toch denken taalkundige onderzoekers daar heel anders over. De belangrijkste reden daarvoor is dat er nooit is aangetoond dat tweetalige kinderen met problemen erop vooruit gaan als een van de twee talen vervalt. Er bestaan voor zover bekend geen kinderen die wel één maar geen twee talen kunnen leren. De adviezen die je krijgt in de richting van het opgeven van tweetaligheid zijn
niet op wetenschappelijk onderzoek gestoeld.

Bezwaren tegen stoppen

Er zijn wel veel voor de hand liggende bezwaren tegen het opgeven van tweetalig opvoeden. Je sluit je kind bijvoorbeeld uit van een deel van de communicatie in het gezin: je andere kinderen spreken immers wel twee talen.

Ook buiten je gezin zijn er ongetwijfeld mensen die belangrijk voor je kind zijn, maar die alleen Nederlands of alleen Portugees spreken. Mijn advies zou dus zijn om het opgeven van tweetalig opvoeden tot het uiterste uit te stellen, ook al krijgt je kind daarnaast misschien taal- of spraaktherapie.