30 maart 2000 door Paula Fikkert

Waarom noemt Annemarijn (2 jr, 4 mnd) zichzelf 'meisje'?

Mijn 2e dochter Annemarijn (2 jaar en 4 maanden) weigert stijfkoppig zichzelf 'Annemarijn' te noemen. Ze noemt zichzelf 'meisje', punt uit. Ze luistert wel prima naar haar naam. Ze spreekt verder ook vaardig in volzinnen en noemt iedereen bij naam. Ook als dat moeilijke buitenlandse namen zijn. Ik verbaas me hierover. Waarom doet ze dat? Mijn oudste dochter had dit niet.

Antwoord

Geachte meneer of mevrouw Meisenbacher,

Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor uw dochter haar naam weigert te noemen. Een psychologische reden ligt misschien het meest voor de hand, maar ook een taalkundige verklaring is niet helemaal uitgesloten. Annemarijn is een lange naam die qua klankpatroon en ritme ingewikkeld in elkaar zit. En lastige woorden worden vaak vereenvoudigd.

Hieronder zal ik laten zien dat het op taalkundige gronden heel goed verklaarbaar is hoe je van 'Annemarijn' naar 'meisje' komt.

De rol van klemtoon

De eerste woorden van kinderen bestaan over het algemeen uit woorden waarin beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen elkaar afwisselen, zoals in '
auto', '
mama' en '
baby'. Woorden als 'ko
nijn' worden vaak eerst 'nijn'.

De meeste kinderen zouden de naam Annema
rijn eerst terugbrengen tot de laatste lettergreep ('rijn') omdat die de hoofdklemtoon draagt.

De 'r' is lastig

Stel nu dat uw dochter inderdaad de laatste lettergreep neemt. Dan ontstaat er een probleem, omdat die lettergreep begint met een lastige klank: de 'r'. In dat geval wordt vaak een klank uit een voorafgaande lettergreep gekozen ter vervanging van de moeilijk uit te spreken 'r'. In dit geval levert dat de 'm' (van '-marijn') op. Nu zijn we gevorderd van 'Annemarijn' tot 'mijn'.

Het liefst een 's' aan het eind

Kinderen hebben ook een duidelijke voorkeur voor een 's' aan het woordeinde. Die is makkelijk te produceren aan het woordeinde en ook nog eens goed te horen. Dat brengt ons dus van 'mijn' naar 'mijs' (of meis).

Verkleinwoord erbij...

Namen worden vaak gevormd met een verkleinwoord-uitgang: met '-je' of '-tje' erachter. Denk maar aan namen als Geertje, Claartje en Noortje. De toevoeging '-tje' geeft de naam een lieflijke gevoelswaarde. Door zo'n uitgang aan een éénlettergrepig woord toe te voegen, krijgt het woord tevens de favoriete vorm waarin een beklemtoonde lettergreep gevolgd wordt door een onbeklemtoonde.

Het eindresultaat is dus 'meisje'.

Jong geleerd ...

Deze strategieën bij elkaar voorspellen dat een kind de naam 'Annemarijn' zou kunnen uitspreken als 'mijntje' of 'meisje'. Het zou dus goed kunnen zijn dat uw dochter naar zichzelf verwijst met een vorm die ze van jongs af aan heeft gebruikt. Ook is ze nu in staat een betere benadering van haar naam te produceren.