29 mei 2009 door Joanna Sandberg

Wat doe je met een buurkind dat zich misdraagt? (8 jr)

Regelmatig ga ik met een buurkindje wandelen, die graag mee wil als ik de hond uitlaat. Ik vind het leuk om hem mee te nemen en het lijkt erop dat er ook weinig vriendjes in de buurt zijn (waarmee hij geen ruzie heeft).

Het kind is net 8 jaar oud en legt nog niet actief contact. Problemen op de wandeling zijn:

- het gooien met stenen naar voorbijgaande auto's (als ik even niet kijk);

- een bierflesje keihard kapot gooien onderweg.

Na dat laatste incident (waarbij ik zelf het glas heb opgeruimd) heb ik gezegd dat hij niet meer mee kan. Maar eigenlijk vind ik dat niet bevredigend. Is er een betere manier om hiermee om te gaan?

Antwoord

In principe nemen we nooit vragen over kinderen van anderen in behandeling, want Ouders Online is toch vooral bedoeld voor ouders (de naam zegt het al). Maar voor deze ene keer maken we graag een uitzondering omdat dit soort vragen toch wel erg veel voorkomt.

Wat mij meteen opviel, was dat u zei dat deze jongen weinig vriendjes in de buurt lijkt te hebben, en dat hij "nog niet" actief contact legt. Beide meldingen zijn bijzonder, want kinderen van 8 jaar kunnen al heel goed contact leggen en willen meestal graag met vriendjes uit de buurt spelen. Het zou dus heel goed kunnen zijn dat daar een probleem ligt.

Aanspreken op het gedrag

Als dit soort dingen gebeuren, moet je het kind natuurlijk aanspreken op zijn gedrag. Uit uw verhaal kon ik niet goed afleiden of (en hoe) u dat gedaan heeft, maar u zou toch heel duidelijk kunnen zeggen dat u dit gedrag absoluut niet tolereert, en dat u hem niet meer meeneemt als hij dit soort dingen doet.

Verder vroeg ik mij af waarom ú het glas heeft opgeruimd. Misschien vertelde u dit er alleen maar bij om ons te laten zien dat het met uw eigen normen en waarden wel goed zit, maar waarom heeft u hem de rotzooi niet zélf laten opruimen (desnoods met hulp van u)? Kinderen moeten toch echt de consequenties van hun gedrag leren begrijpen. Dus als ze iets weggenomen hebben uit een winkel laat je het terugbrengen, en als ze iets kapot hebben gemaakt moeten ze de rotzooi opruimen.

Als u hem tot nu toe nog niet heeft aangesproken op zijn gedrag, dan kunt u dat alsnog doen. U zou tegen hem kunnen zeggen: "Ik vond het altijd leuk om met jou en de hond te wandelen, en als je belooft je gewoon te gedragen dan mag je weer mee. Maar als je nog één keer weer wat stuk maakt, dan houdt het echt op, en vertel ik het ook aan je ouders."

It takes a village...

De laatste tijd is het een beetje in onbruik geraakt, maar vroeger was het heel normaal dat meer mensen dan alleen de ouders ervoor zorgden dat kinderen zich aangepast gingen gedragen. U kent vast wel het (van oorsprong Afrikaanse) gezegde: It takes a whole village to raise a child. Oftewel: bij het grootbrengen van kinderen zijn alle mensen in de omgeving van het kind betrokken. Niet alleen de ouders, maar de hele gemeenschap waarin het kind leeft en leert.

Historisch gezien is het dus helemaal niet zo raar om iets te zeggen over het gedrag van andermans kinderen. Ik ben geen socioloog of antropoloog die kan verklaren waarom dat tegenwoordig niet meer zou kunnen, maar als pedagoog (opvoedkundige) zou ik er zeker voor willen pleiten om het toch te doen.

De ouders aanspreken

Als u deze jongen al eerder heeft aangesproken op zijn gedrag, en als dat toen geen effect had, dan kunt u gerust zijn ouders erop wijzen. Dat kan best, want de ouders zullen ongetwijfeld aanvoelen en begrijpen dat u handelt uit bezorgdheid voor hun zoon en dat u echt moeite voor hem doet.

U kunt bijvoorbeeld zeggen dat u het echt leuk vindt (of vond) om met hun zoon te wandelen, maar dat zijn gedrag u zorgen baart en echt niet kan.

Normaal gesproken mag je dan van ouders verwachten dat ze serieus op zulke kritiek ingaan, en dat ze hun kind dan aanpakken. Vaak zijn ouders gevoelig voor kritiek op hun kinderen, dus let wel goed op hoe u het brengt (C'est le ton qui fait la musique). Maar in wezen is het voor ouders – en hun kinderen – fijn dat buren ook zorgzaam zijn en mee willen denken over de opvoeding van hun kinderen.