17 oktober 2001 door Nanny Gortzak

Wat valt er te verwachten van een tepelhoedje?

Onze dochter van 9 dagen drinkt prima. Echter: wel met een tepelhoedje. Na veel geploeter op de natuurlijke manier, was dit de beste methode, hoewel er niet echt aanwijsbare redenen waren waarom het niet op een natuurlijke manier lukte.

Onze vraag: kunnen er problemen ontstaan bij het gebruik van een tepelhoedje?

Antwoord

Geachte heer Soree,

Uw vraag is kort en duidelijk en het antwoord ook: ja, er kunnen problemen ontstaan bij het gebruik van het tepelhoedje. Hieronder zal ik aangeven welke problemen dat zijn, en hoe je weer van het tepelhoedje af kunt komen.

Verschillende meningen

Om te beginnen: de meningen over het tepelhoedje zijn verdeeld. Sommige lactatiekundigen vinden dat het nooit gebruikt zou mogen worden, andere zijn gematigder en vinden dat een tepelhoedje in bepaalde gevallen heel bruikbaar kan zijn. De rode draad is echter dat ernaar gestreefd moet worden om het tepelhoedje altijd zo kort mogelijk te gebruiken. Mogelijke problemen

De problemen die door het tepelhoedje kunnen ontstaan, zijn onder andere:

  • afname van de melkproductie als de borst niet goed geleegd wordt;
  • verstopte melkkanaaltjes of borstontsteking als de borst niet goed geleegd wordt;
  • verminderde groei van de baby;
  • herbesmetting bij eventuele spruw;
  • het ontstaan van tepelkloven als de baby – door het hoedje heen – alleen de tepel in de mond neemt;

Correct gebruik van het tepelhoedje

Een tepelhoedje moet, net als een baby, zo goed mogelijk over de tepel en tepelhof gelegd worden. Door zoveel mogelijk tepel en tepelhof in het hoedje te hebben, is de baby in staat om de borst zoveel mogelijk te stimuleren door het hoedje heen.

Ook wordt bij goed 'aanleggen' van het hoedje de kans op tepelkloven door gebruik van het hoedje kleiner. Vervolgens dient de baby zo lang mogelijk aan één borst te drinken: liefst tot de baby zelf aangeeft niet meer te willen. Na een boertje en een eventuele verschoning kan de andere borst aangeboden worden.

Na het voeden kunnen de borsten nagekolfd worden met een goede – dubbelzijdige – kolf, om de borsten zo goed mogelijk te legen. Op deze manier blijft de melkproductie op peil. Deze melk kan eventueel aan de baby aangeboden worden, liefst door middel van vingervoeden of door voeden met een kopje.

Door de baby regelmatig te wegen, kan in de gaten gehouden worden of de baby niet te kort komt, en of de melkproductie op peil blijft.

Let op: wanneer de baby of de moeder spruw heeft, moet zeer hygiënisch met het tepelhoedje gewerkt te worden, om herbesmetting te voorkomen. Dus: goed uitwassen na elke voeding en dagelijks uitkoken.

Afbouwen

Bij voorkeur dient het gebruik van het tepelhoedje afgebouwd te worden. Dat kan – bijvoorbeeld – door een voeding te beginnen met een tepelhoedje en dan na het toeschieten van de melk het hoedje te verwijderen.

Soms wordt geadviseerd om bij wijze van ontwenning steeds een stukje van het tepelhoedje af te knippen. Het gevaar van deze werkwijze is echter dat er schade aan de tepel of in de mond van de baby kan ontstaan, doordat er scherpe randjes op de snijvlakken van het siliconen hoedje ontstaan.

Uitproberen en testen

Soms ontdekken moeders dat baby's het voeden zonder tepelhoedje aan één borst al accepteren, maar aan de andere nog niet. Dat is een goed begin: de andere borst komt nog wel.

Test het voeden zonder hoedje als moeder en baby ontspannen zijn, en als de baby niet al te hongerig is. Een gefrustreerde baby wil niet zo gauw iets nieuws proberen.

Sommige baby's blijken ineens, na een paar weken drinken met een tepelhoedje, goed aan de borst te kunnen drinken. U kunt dit af en toe op een rustig moment uit proberen.

Symptoom-bestrijding

Het tepelhoedje bestrijdt slechts symptomen, het lost de problemen met de borstvoeding niet echt op.

Het is dan ook belangrijk om na te gaan waaróm de baby niet aan de borst wil of kan drinken. U kunt hiervoor contact opnemen met een lactatiekundige in uw buurt. Zij kan u ook bijstaan in het afbouwen van het tepelhoedje.