9 december 2016 door Riëtte Duynstee

Doodsbang voor Nijntje

Marijn (7) is de zoon van Esther en Hans Vliegenthart. Hij heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS, voorheen wel 'dysfasie' genoemd) en autisme. Esther ontdekte dat er voor jonge kinderen met deze gecombineerde problematiek geen geschikte voorleesboeken bestaan. Daarom schreef ze zelf een reeks over eekhoorn Saartje. Esther: "Marijn was doodsbang voor Nijntje. Ze staart je indringend vanaf elke bladzijde aan."

Aanvankelijk dachten Esther en haar man Hans dat hun zoontje Marijn een dwarse, opstandige peuter was. Hij huilde veel, lachte niet, at slecht en sliep weinig. Als Esther vroeg: "Wil je gaan zitten aan de eettafel?" keek hij haar met grote ogen aan. "Maar in beweging komen, ho maar. Je denkt dan al gauw: ik doe iets niet goed, mijn kind luistert niet. En tegelijkertijd word je ook boos: 'Nu ben ik het zat! Als jij niet gehoorzaamt, dan ga je maar op de trap zitten'."

Marijn is hun derde kind. Zijn twee oudere zusjes waren als baby en peuter heel makkelijk in de omgang; ze groeiden probleemloos op tot kleuter. Opvallend vond Esther dat Marijn nauwelijks sprak.

Esther: "Tegen vreemden sprak hij niet. Zelfs niet tegen opa en oma. En wat hij zei, was onverstaanbaar." Ze vermoedde dat er iets ontbrak aan zijn taalbegrip. Dat Marijn wel wílde, maar het eenvoudigweg niet kon bevatten. Op 2-jarige leeftijd bezocht ze met hem een logopediste. "Al snel viel alles op z'n plaats. Hij keek haar niet aan, weigerde contact te maken. Hij bleek niet alleen een taalontwikkelingsstoornis te hebben, maar ook een vorm van autisme."

TOS en ASS

TOS en ASS gaan vaak samen. Zo ook bij Marijn. Zijn ouders gingen op zoek naar een peutergroep voor hem bij Auris. Deze stichting verzorgt speciaal onderwijs voor kinderen met gehoor-, taal- en spraakproblemen, met speciale aandacht voor autisme.

Esther: "We stonden versteld van het tempo waarin Marijn leerde. Hij heeft een hoog IQ." Zijn grootste beperking bleek de prikkelverwerking. Dat verbaasde zijn moeder niet: "Hij reageert sterk op prikkels van de meest uiteenlopende aard: geur, geluid, smaak en tast. Al die prikkels tezamen kunnen hem verwarren."

Verhaaltjes

Het gaat nu goed met Marijn. Ervaart hij te veel prikkels, dan kruipt hij op het klimrek in de tuin, of springt hij op de trampoline. Op taalgebied heeft hij zich zo goed ontwikkeld, dat hij niet eens meer in aanmerking komt voor een klas voor kinderen met TOS. Die taalontwikkeling heeft Marijn ook te danken aan de inspanningen van zijn moeder, die geschikte verhaaltjes voor hem verzon.

Esther: "Ik wilde Marijn graag voorlezen uit peuterboekjes, net zoals ik dat bij mijn dochters deed. Maar geen enkel boekje bleek geschikt. De zinnen waren te lang, de kleuren te fel, of de tekeningen te direct. Marijn was doodsbang van Nijntje. Het konijn keek hem vanaf elke bladzijde indringend aan."

Ook wordt er volgens Esther in veel peuterboeken aan 'tijdverdichting' gedaan. Piet gaat naar de supermarkt en op de volgende bladzijde is hij er al. "Maar hoe is hij daar dan gekomen? Te voet of met de fiets? En hoe komt hij aan dat boodschappenbriefje in zijn hand? Kinderen met ASS stellen zichzelf dat soort vragen." Ze besloot daarom zelf een boek te schrijven voor Marijn en andere kinderen met Marijns problematiek, van 0 tot 7 jaar. Dat werd: Saartje.

Saartje

Saartje is een eekhoorn en Muis is haar knuffel. Ze wonen in het bos. Iedere stap die ze zetten, wordt beschreven. Bij elke vier regels staat een tekening die de kern van de tekst weergeeft. Zo wordt de taal, net als op school bij Auris, visueel gemaakt, zodat ook kinderen met TOS het verhaaltje kunnen begrijpen.

Tot in detail is rekening gehouden met TOS en met autisme. Esther: "De eerste twee bladzijden maken nog geen deel uit van het avontuur. De kinderen kunnen dus gerust nog even op hun stoel heen en weer schuiven zonder iets te missen. En de teksten zijn op rijm, omdat dat kinderen met taalproblemen houvast geeft." Bijvoorbeeld:

Saartje-438.png

Alles wat Saartje meemaakt, is herkenbaar voor de kinderen. Saartje vindt het bijvoorbeeld moeilijk om te kiezen wat ze zal gaan spelen. Daarom helpt moeder haar daarbij. Esther: "Kinderen die dat horen, denken: 'Hé, dat is grappig! Ik vind het ook moeilijk om te kiezen. Mijn mama helpt mij ook daarbij.'"

In het vervolg, Saartje speelt met auto's, houdt Saartje van tellen en sorteren, en zet ze alle auto's in de file. Ook deel drie is in de maak: Saartje gaat naar de zorgboerderij. "Alle tekeningen ontwierp en kleurde ik in zachte aardetinten. Is een tekst af, dan lees ik hem voor aan Marijn. Hij laat mij weten of alles ook werkelijk volgens logische stappen gebeurt. Hij is mijn beste adviseur."