Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

16 november 2002 door Justine Pardoen

Hoe heeft de nieuwe naamwet uitgepakt?

Vandaag verscheen een onderzoek naar de gevolgen van de nieuwe naamwet (die de achternaam van de kinderen regelt). Heeft de nieuwe wet de gelijkwaardigheid tussen huwelijkspartners vergroot?

Ruim 20 jaar geleden had 13% van de Nederlanders bezwaar tegen het toen geldende naamstelsel. Vaders naam was destijds wet, en daar hadden ouders zelf niets over te zeggen. Vooral gehuwde vrouwen vonden dat hiermee hun ongelijkwaardige positie ten opzichte van mannen bevestigd werd. Pas in 1998 kwam hier een wettelijk einde aan: vaders en moeders mochten vanaf dat moment zelf bepalen wie zijn of haar achternaam door zou geven aan hun kinderen.

Nu, in 2002, vier jaar nadat ouders een vrije keuze hebben gekregen, is er een evaluatie-onderzoek gedaan. Wat doen ouders nu? Zijn ze beter af dan voorheen? Voldoet het nieuwe naamstelsel aan hun eisen?

Groot verschil tussen toen en nu

Een aantal deelnemers aan het Forum van Ouders Online heeft ook bijgedragen aan dit onderzoek, waarvan het officiële rapport deze week gepresenteerd is aan het Ministerie van Justitie.

Uit het onderzoek blijkt een groot verschil tussen nu en 20 jaar geleden: nu vindt men het veel belangrijker dan vroeger dat er keuzevrijheid is in de naamgeving. Vroeger vonden 8 van de 10 mensen dat kinderen gewoon de naam van hun vader moesten krijgen. Nu vinden nog maar 4 van de 10 mensen dat vanzelfsprekend.

Wel is er een verschil tussen mannen en vrouwen: meer vrouwen dan mannen vinden die keuzevrijheid belangrijk.

Geringe bekendheid

Uit het onderzoek blijkt dat nog lang niet iedereen de nieuwe naamwet kent: slechts 40% van de Nederlanders bleek de wet te kennen.

Gemeenten zijn niet zo actief in het informeren hierover. De meeste gemeenten volstaan met het uitdelen van een informatie-pakket aan partners die in ondertrouw gaan. Ook op de gemeentelijke websites is meestal geen goede informatie te vinden. Qua communicatie moet er dus nog veel veranderen.

Op dit moment zijn de meeste mensen via de krant geïnformeerd over de nieuwe naamwet. Een andere goede bron is radio/tv, en als derde 'van horen zeggen' in de familie- of vriendenkring.

Naam van de moeder

Op dit moment krijgt ongeveer 5% van de kinderen de naam van de moeder. De onderzoekers verwachten niet dat dat percentage veel hoger zal worden.

Ook is onderzocht hoe aanstaande ouders tot hun naamkeuze komen. In de meeste gevallen komt de beslissing soepel tot stand: ouders moeten er zelf samen uitkomen en in 8 van de 10 gevallen levert dat geen problemen op. Slecht in 3% van de gevallen heeft het tot ruzie geleid, en tot een beslissing waarmee de vrouw ontevreden is. Waarschijnlijk omdat zij bakzeil heeft gehaald.

Welke afwegingen maken ouders?

Waarom kiezen ouders een bepaalde achternaam? Om dat te achterhalen lieten de onderzoekers onze Forum-deelnemers reageren op de volgende twee stellingen.

1. Het is goed dat het kind de naam van de vader krijgt, wanneer de ouders het niet eens zijn over de achternaam van het kind. Dat is tenslotte de meest voorkomende situatie.

2. Het is goed als alle kinderen van een familie dezelfde naam krijgen: dat brengt de saamhorigheid van het gezin tot uitdrukking.

In totaal reageerden 92 vrouwen en 3 mannen in deze discussie, en samen schreven ze 188 bijdragen.

In de tweede stelling ging het de onderzoekers erom te ontdekken of ouders het belangrijk vinden om aan de buitenwereld te laten zien dat de leden van het gezin bij elkaar horen. In het gewone taalgebruik heeft het woord 'saamhorigheid' echter ook een andere lading: het heeft te maken met het gevoel dat mensen zelf hebben dat ze bij elkaar horen.

Het gevoel dat je een gezin bent, hangt natuurlijk niet af van de achternamen van de individuen die het gezin vormen, vond men. Maar als je de behoefte hebt om voor de buitenwereld de eenheid te benadrukken, dan kan het hebben van dezelfde naam daaraan bijdragen.

Wie hoort bij wie?

Uit het onderzoek blijkt dat het voor getrouwde mensen en mensen van wie de huwelijkspartner is overleden, belangrijker is dan voor gescheiden mensen, om via de naam aan te geven dat de leden van het gezin bij elkaar horen.

Dat is natuurlijk begrijpelijk: vrouwen realiseren zich al langer dat na een echtscheiding – als zij hun eigen naam weer terugnemen – zij een andere naam hebben dan de kinderen. Moeders kunnen dit nu voorkomen door hun eigen naam aan te houden en deze naam ook aan de kinderen te geven.

Vrouwenprobleem

Hoe je jezelf noemt in het dagelijks verkeer was vanouds al een vrouwenprobleem. De man hield gewoon altijd de naam die hij bij de geboorte gekregen had, maar de vrouw verloor na haar huwelijk haar 'meisjesnaam'.

Twintig jaar geleden koos nog maar 2% van de getrouwde vrouwen ervoor om haar eigen naam te houden. Inmiddels is dat percentage vertienvoudigd (21%).

Overigens kan de gehuwde man nu ook de naam van zijn vrouw aannemen: zij kunnen nu dus ook hun 'jongensnaam' opgeven.

Wanneer de vrouw niet dezelfde naam heeft als de man, komt er een ander probleem mee, namelijk: welke naam krijgen de kinderen?

Motieven

De meeste ouders kiezen een achternaam voor hun kinderen uiteindelijk toch op grond van traditie en uitdrukking van de eenheid van het gezin.

Een ander motief blijkt te zijn dat één van de twee namen mooier is, of dat één van de namen een uitstervende familienaam is.

Soms werd ook een biologisch argument gegeven: als vrouw heb je het kind gedragen en gebaard, en daarom krijgt het kind ook de naam van de vrouw.

Nóg meer keuzevrijheid

De nieuwe naamwet geeft meer keuzevrijheid dan vroeger, maar voor 7% van de mensen is dat nog niet genoeg. Op dit moment is het zo dat een eenmaal gekozen achternaam voor het eerste kind ook voor alle volgende kinderen geldt. Maar waarom zou de overheid ook die beperking niet opheffen?

Het geven van een achternaam zou voor de overheid niet meer moeten zijn dan een "arbitraire en administratieve keus en volgens mij is het maar verwarrend om daar begrippen als 'eerlijk' bij te slepen", schreef iemand op het Forum van Ouders Online.

De onderzoekers bevestigen dat idee: voor de overheid zou het helemaal niet moeten uitmaken hoeveel verschillende namen er zijn binnen één gezin. In de praktijk zijn de mogelijkheden ook zeer groot: denk maar aan alle 'samengestelde gezinnen'. In theorie is het mogelijk dat er in zo'n gezin vier verschillende achternamen zijn.

Nog meer gelijkwaardigheid

Met de nieuwe wet heeft de overheid geprobeerd om de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen te vergroten, maar volgens de onderzoekers kan ook daar nog wel wat aan verbeterd worden.

Ten eerste is er nu geen manier om ouders te helpen die van mening verschillen en er niet zelf uitkomen. De wet biedt dan geen oplossing. Integendeel: de wet zegt dat de moeder dan moet buigen voor de vader, want als de partners niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt de naam van de man gekozen. Dit restje ongelijkwaardigheid zou weggewerkt kunnen worden door toe te staan dat ouders hun conflict kunnen voorleggen aan een rechter.

Een andere beperking die ouders nu nog hebben, is dat een eenmaal gekozen achternaam voor het eerste kind, ook aan alle andere kinderen gegeven moet worden. Maar waarom zou je dat niet aan de ouders zelf overlaten? Zij kunnen hun afwegingen heel goed zelf maken.

Ruzie of discussie?

Ouders Online vroeg aan één van de onderzoekers of er nog iets was wat hij nog graag zou willen weten van ouders, om een compleet beeld van de nieuwe naamwet te krijgen.

De onderzoeker in kwestie (Albert Klijn) blijkt een nieuwsgierig man: hij zou graag nog meer weten over de manier waarop ouders de keuze maken.

Klijn: "In ons rapport signaleren we enkele schrijnende gevallen, maar meestal lossen ouders het zelf op. In het soort grootschalige onderzoek dat wij doen, doet het er niet toe hóe ze dat nu eigenlijk doen, maar het intrigeert me wel. Ik zou graag willen weten wat zich afspeelt achter die huisdeuren. Is er discussie? Ruzie? Hoe ervaren ouders dat? Hoe slagen ze erin om het niet tot een escalatie te laten komen? Hoe kijken ze achteraf terug op hun keuze als één van beide het 'opgaf'? En is het dan gewoon 'goed' of blijft het lang knagen?"