15 april 2017

Ouders over onderwijs

Afgelopen week verschenen er drie rapporten over het onderwijs. We bespreken er twee, die het oordeel van de ouders weergeven. Plus nog een hartenkreet van onszelf erbij. Waarschuwing vooraf: hier word je niet vrolijk van...

Het regende rapporten over het onderwijs, de afgelopen week. Met allemaal verschillende boodschappen:

  • Staat van het Onderwijs - van de onderwijsinspectie.
    Kernboodschap: "Er zijn op dit moment té grote verschillen tussen scholen." Oftewel: het maakt nogal uit naar welke school je kind gaat.
  • De Staat van de Ouder - van de stichting Ouders & Onderwijs.
    Kernboodschap: "90% van alle ouders is neutraal tot tevreden over de kwaliteit van onderwijs van de school van hun kind. Toch missen ouders op essentiële punten de samenwerking met de school."
  • Staat Onderwijs. Volgens ouders - van oudervereniging Balans.
    Kernboodschap: "De inspectie van het Onderwijs heeft te weinig oog voor de kansenongelijkheid die ontstaat doordat kinderen met ontwikkelingsproblemen op school niet de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben".

Over het rapport van de onderwijsinspectie is inmiddels al veel gezegd; lees de kranten en de nieuwssites er maar op na. Hieronder beperken we ons tot de twee ouder-rapporten. Met als toegift nog een punt van onszelf, dat door anderen over het hoofd is gezien.

De Staat van de Ouder

Wat vooral opvalt aan 'De Staat van de Ouder', van de stichting Ouders & Onderwijs, is dat de cijfers wel erg rooskleurig geïnterpreteerd worden. Voor zover 'de cijfers' überhaupt terug te vinden zijn, aangezien het rapport de vorm heeft van losse schermpagina's, waardoor het erg lastig zoeken is.

In de samenvatting staat bijvoorbeeld dat 90% van de ouders neutraal tot tevreden zou zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Maar hoe vind je dat terug in het rapport? Geen idee. Het enige wat een beetje in de buurt komt, is dat 90% van de ouders hun relatie met de school wel goed vindt (gespreid over de categorieën redelijk, goed en zeer goed). Wat toch echt iets anders is dan een oordeel over de kwaliteit van het onderwijs.

Een voorbeeld van een nogal rooskleurige interpretatie van de cijfers is het oordeel over de veiligheid van de schoolomgeving. Onder kopje 'pesten' zeggen zowel de samenvatting als de rapportpagina: "Driekwart van de ouders vindt dat de school hun kind een veilige omgeving biedt." (Waar de samenvatting nog aan toevoegt: "... waar het kind met plezier naar toe gaat.") Daarin is de omvangrijke categorie 'grotendeels mee eens' (49%) meegenomen. Wat ons echt iets té optimistisch voorkomt. 'Grotendeels' betekent onvermijdelijk dat men het deels niet veilig vindt.

5 Thema's (maar waarom juist díe?)

Ook problematisch is dat 'De Staat van de Ouder' zich beperkt tot vijf – relatief 'gemakkelijke' – thema's:

  • de ouderbijdrage;
  • privacy en leerlingdossier;
  • overgang binnen en tussen scholen;
  • pesten en veiligheid;
  • schooltijden & vakanties.

De verantwoording van deze selectie is helaas nogal mager: "[er] is gekozen voor vijf thema's die vaak terugkomen in de vragen die ouders stellen bij het informatiepunt van Ouders & Onderwijs." Tja... Nog afgezien van het feit dat dit volledig oncontroleerbaar is (we konden nergens gegevens over dat informatiepunt vinden) is het maar zeer de vraag hoe representatief dat informatiepunt is voor de problemen waar ouders echt mee zitten.

Een bekend probleem is bijvoorbeeld de kwestie van 'kansenongelijkheid' in het onderwijs. Zowel vorig jaar als dit jaar besteedde de Onderwijsinspectie daar uitvoerig aandacht aan (in 'De Staat van het Onderwijs'). Maar ja, dat is nou niet bepaald iets waarover je even naar een informatiepunt belt.

Ander voorbeeld: de immense problemen rond 'passend onderwijs' en 'begeleiding op maat'. Allicht dat daar geen vragen over komen bij het informatiepunt van Ouders & Onderwijs, aangezien daar weer een heel ander kanaal voor is (namelijk het Steunpunt Passend Onderwijs van de oudervereniging Balans).

Te vrezen valt dat dit soort thema's niet in het onderzoek zijn meegenomen omdat je dan een veel negatiever rapport gekregen zou hebben. Ook het oppoetsen van de resultaten die wél gemeten zijn, past in dat beeld. (Vraag: waarom wilde Ouders & Onderwijs geen al te negatief rapport? Antwoord: omdat Ouders & Onderwijs geen vereniging is, met betalende leden, maar een stichting, die voor 100% gesubsidieerd wordt door het Ministerie van Onderwijs. En je moet je broodheer natuurlijk niet al te zeer voor het hoofd stoten, anders kan de geldkraan zomaar dichtgedraaid worden.)

Gelatenheid

'De Staat van de Ouder' mag dan hier en daar een wat ál te rooskleurig beeld geven, toch is het niet helemaal een juichverhaal.

Ouders ervaren de overgang van de basisschool naar de middelbare school bijvoorbeeld als een doolhof.

En wat de roosters en schooltijden betreft, doemt er een zekere gelatenheid op: ouders lijken zich erbij neergelegd te hebben dat de schooltijden niet aansluiten op het werkritme van de ouders als die betaalde banen hebben. Ouders worstelen daarmee, maar lossen de problemen zelf wel op: in je eentje verander je er toch niets aan, en ouders zijn niet gewend hier gezamenlijk in op te trekken. (De samenvatting formuleert het overigens weer wat positiever dan het rapport zelf. In de samenvatting staat: "De meerderheid van ouders is tevreden met uiteenlopende roosters." Terwijl het rapport zegt: "Ouders lijken zich neer te leggen bij de gegeven tijden." [cursiveringen Ouders Online])

Er is ook geen ouderorganisatie meer (die zijn allemaal opgeheven toen de subsidiekraan werd dichtgedraaid) die dit onderwerp oppakt, en optilt als belangenbehartiger van ouders. Ook al zou je verwachten dat Ouders & Onderwijs dat nu zou doen. Misschien ontwikkelen ze in de toekomst die ambitie alsnog, hoewel de directeur van Ouders & Onderwijs in Trouw toch lijkt te zeggen dat ouders dat vooral zelf moeten doen. (Zie: Schooltijden zijn onhandig, maar ouders klagen er niet over.)

Een vergelijkbaar onderwerp waar veel ouders problemen door ondervinden, maar waar ze zich min of meer bij neergelegd lijken te hebben, is de 'vrijwillige ouderbijdrage'. Voor veel ouders is die gewoon te hoog (1 op de 9 kinderen leeft in armoede!) en verreweg de meeste ouders (75%) ervaren die 'vrijwillige' bijdrage als een verplichting. Opmerkelijk is overigens dat het rapport zegt: "Ervaringen met uitsluiting van kinderen bij activiteiten vanwege wanbetaling zijn er nauwelijks." Terwijl elders op de site van Ouders & Onderwijs te lezen valt: "Niet betalen heeft in sommige gevallen gevolgen. Denk bijvoorbeeld aan uitsluiting van een schooluitje, schoolkamp of de viering van Sinterklaas." Gebeurt het nou wel of niet? Of is het rapport ook hier weer bewust rooskleuriger?

Inhoudelijke betrokkenheid

Een ander aspect van het concept 'ouderbijdrage' is wat ouders bijdragen aan de school door middel van hun eigen persoonlijke inzet. (Wat ook wel 'ouderbetrokkenheid' wordt genoemd.)

Uit het onderzoek blijkt dat veel ouders meer inhoudelijk betrokken willen worden, en niet alleen als handige handjes bij opruimen, versieren, schoonmaken, luizenkammen en autorijden. "Maak gebruik van onze expertise", is hun advies. De klacht is duidelijk, en herkenbaar: dit soort bemoeienis van ouders met de inhoud van het onderwijs, vanuit hun eigen expertise, wordt door scholen vrijwel nooit gewaardeerd, laat staan actief gezocht. Zodra je dit soort ouders binnenhaalt, raak je je de regie kwijt, is de houding van veel directies. Ze hebben het al moeilijk genoeg de regie over hun eigen teams te houden. En zo ziet het ernaar uit dat de meeste scholen zelf ook 'voor de zes' gaan: doen wat je doen moet, maar niet meer dan nodig is.

Zorgplicht functioneert niet

Ouders worden pas strijdbaar, de gelatenheid voorbij, als hun eigen kind persoonlijk in de knel komt op school. Omdat ze dan wel moeten: wanneer het niet goed gaat met je kind, kun je daar niet overheen leven en denken 'we zingen die jaren wel uit', omdat de gevolgen voor je kind enorm groot zijn.

Ouders van zorgenkinderen zijn dan ook beduidend minder tevreden over het onderwijs, zo blijkt uit het onderzoek 'Staat Onderwijs. Volgens ouders' – van oudervereniging Balans. En wie even nadenkt, begrijpt dat zíj de werkelijke toetssteen zijn. Als jouw kind gladjes de school doorloopt, heb je weinig te klagen. Alles wat anders en beter had gekund, doet geen pijn. Je ziet het wel, maar de meeste ouders hebben hun prioriteiten elders liggen. Die gaan niet – op een enkeling na – in hun vrijetijd in de ouderraad of de MR zitten.

Het is dan ook begrijpelijk dat oudervereniging Balans, voor kinderen met ontwikkelingsproblemen, besloot om tegelijkertijd een eigen rapport uit te brengen. Balans concludeert:

"De inspectie van het Onderwijs heeft te weinig oog voor de kansenongelijkheid die ontstaat doordat kinderen met ontwikkelingsproblemen op school niet de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben".

Oftewel: de zorgplicht van scholen functioneert niet. Passend onderwijs moest niet alleen de positie van zorgleerlingen versterken, maar ook die van hun ouders. Dankzij de ingevoerde zorgplicht zouden zij nooit meer hoeven te 'leuren' met hun bijzondere kind, in de hoop dat het eindelijk op een school zal worden toegelaten. Maar in de praktijk zijn er veel schrijnende gevallen, worden kinderen nog steeds geweigerd door scholen zodra ze maar enigszins denken daarmee weg te komen, en zijn er nog steeds ouders die leuren met hun kind, of moeten zeuren om goede zorg.

Problemen op een rijtje

Wat is er aan de hand met ons onderwijs? Swanet Woldhuys, directeur van Balans, zet in Staat Onderwijs, vanuit de ouders (p.6) de problemen op een rijtje:

  • Het aantal afstromers en zittenblijvers in het onderwijs neemt toe. Dit wordt vaak geweten aan hoogopgeleide ouders, die te hoge verwachtingen zouden hebben en zouden aandringen op een te hoog schooladvies. Uit de Staat van het Onderwijs 2017 blijkt dit echter niet: de uitstroom is zichtbaar op alle niveaus en ongeacht het opleidingsniveau van de ouders.
  • Het aantal thuiszitters neemt niet substantieel af, maar het aantal leerlingen met een ontheffing van de leerplicht, neemt juist toe. Dit zijn de verborgen thuiszitters.
  • De prestaties van Nederlandse leerlingen in de vakken wiskunde, natuurkunde en rekenen zijn afgenomen, ondanks de invoering van de rekentoets. Ook het percentage hoog-presteerders is flink afgenomen, ondanks de aandacht van het kabinet voor hoogbegaafdheid.
  • Het aantal kinderen met leesproblemen in het primair en voortgezet onderwijs is toegenomen, ondanks dat er steeds meer kennis is over de preventie van laaggeletterdheid en dyslexie en er voldoende hulpmiddelen zijn die al vanaf groep 3 kunnen worden ingezet.
  • Er wordt op scholen aantoonbaar te weinig tijd besteed aan goed leesonderwijs. De remedial teacher en andere ondersteuners in de klas zijn helaas wegbezuinigd. En bijna de helft van de scholen maakt geen gebruik van compenserende dyslexie-software.

Kortom, de kansenongelijkheid neemt toe. De verschillen tussen kinderen en jongeren in dezelfde generatie nemen toe in plaats van af.

Gevaarlijk belabberd

Zelf zouden we hier nog het probleem van de digitale ongeletterdheid aan toe willen voegen, waar al langere tijd de noodklok over wordt geluid: onder andere door de Universiteit van Twente, en onlangs nog door een onderzoeker van de Radboud Universiteit (zie: Nieuwsuur van 2 april 2017).

Kinderen worden onvoldoende geschoold in mediageletterdheid (ook wel 'mediawijsheid' genoemd), waardoor ze hun rol als burger in een democratie niet voldoende kunnen vervullen. Niet goed kunnen rekenen, niet voldoende kunnen lezen en schrijven, niet in staat zijn om nieuws te begrijpen, niet genoeg kennis hebben om te stemmen, niet kunnen meedoen aan de democratie... Dan kun je nog zo trots zijn op je toptalenten, en daar een apart gala voor organiseren, als staatsecretaris van onderwijs maar dan is dát de staat van ons onderwijs: gevaarlijk belabberd.
(Zie: Scholieren met talent in de schijnwerpers op Toptalentengala op de site van de Rijksoverheid, en de video van Sander Dekker op Facebook.)

P.S. Wat ons ook in het verkeerde keelgat schoot, was de toon van dat rapport van Ouders & Onderwijs, die nou niet bepaald ouder-vriendelijk te noemen is. Lees even mee: "Ja, ze willen het allerbeste onderwijs voor hun oogappeltjes." (Op de pagina Wat wil de ouder?) Of: "Ouders zijn net als leerlingen: sommigen zijn niet in beweging te krijgen als er iets van hen gevraagd wordt en anderen staan altijd met hun neus vooraan." (Op de pagina Over bijdragen van ouders.)

Het lijkt wel alsof er een cynische leraar aan het woord is, die tegen zijn pensioen aan zit, en het inmiddels helemaal gehad heeft met al die ouders. In plaats van een ouderorganisatie die geacht wordt ónze belangen te behartigen.