13 mei 2021

Veilig slapen (0-4 jr)

Waar moet je nu precies op letten in en bij het bedje van jouw kleintje? Bekijk onze checklist en lees alle tips om de risico's op wiegendood, verstikking en uit-bed-vallen te verkleinen.

Checklist

De onderstaande checklist bevat de belangrijkste aanbevelingen voor veilig slapen. Hoeveel vink jij er aan? Hoe meer vinkjes hoe beter.

  • Mijn baby ligt altijd op zijn rug te slapen.
  • Mijn kind slaapt in een slaapzak of onder een deken met een lakentje.
  • Het bedje is stevig en kort opgemaakt.
  • De omgeving is aangenaam koel.
  • De directe omgeving van mijn kind is rookvrij.
  • Het bedje heeft geen hoofdbeschermer en geen kussen.
  • De spijl-afstand (indien van toepassing) bedraagt 4½ tot 6½ cm.
  • In de wieg of het bedje ligt een stevig en goed passend matrasje.
  • Er is voldoende afstand tussen tussen het bedje en eventuele (gordijn-)koorden en snoeren.
  • Mijn kind kan niet uit bed vallen.

Adviezen voor veilig slapen

Is het verstandig om een pasgeborene vast te leggen in de wieg, om te voorkomen dat hij op zijn buik draait? Mag de baby onder een dekbedje als het erg koud is? Moet er een hoofdbeschermer in een spijlen-ledikantje als jouw kindje heel bewegelijk is?

1. Leg je baby op zijn rug te slapen

Slapen op de rug is de veiligste slaaphouding in verband met wiegendood. Je baby ligt zo met het gezichtje vrij. De eerste 2 weken kan een baby nog op zijn zij slapen (eventueel gesteund door opgerolde handdoeken). Daarna niet meer, omdat je kind dan kan omrollen naar de buik. Zodra een baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kun je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen. Slapen op de rug is dan niet meer nodig. Gemiddeld is dat bij 5 maanden. Sommige baby's kunnen het echter al bij 3 maanden. Bij 9 maanden kunnen ze het in principe allemaal. Mogelijke bezwaren:

  • sommige ouders zijn bang dat een kindje bij rugligging stikt in zijn eigen slijm of voedsel, en leggen het daarom liever op de zij. Er is echter geen enkel onderzoek bekend waaruit blijkt dat het risico daarop groter is bij rugligging dan bij zij- en buikligging;
  • sommige baby's weigeren pertinent om op hun rug te slapen. Keer je ze om van buik naar rug, dan draaien ze meteen weer terug. In dit soort extreme gevallen kun je de baby inderdaad beter op zijn buik laten liggen (mits aan alle overige veiligheidsvoorwaarden voldaan is) omdat alsmaar keren veel stress geeft, wat ook niet goed is;
  • sommige ouders zijn bang voor een scheef hoofdje bij rugligging. Er zijn echter verschillende manieren om dit te voorkomen. Hieronder volgen enkele tips.

Scheef hoofdje: Veel kinderen hebben de eerste 3 maanden de neiging om hun hoofdje altijd naar dezelfde kant te draaien. Als deze voorkeurshouding erg hardnekkig is, kan het hoofdje vervormen doordat de botten nog heel zacht zijn. Je kunt er dan als volgt voor zorgen dat de baby ook met zijn hoofdje naar de andere kant gaat liggen:

  • neem het kind afwisselend links en rechts op de arm, ook tijdens het voeden;
  • baby's kijken graag naar daglicht. Draai zo nodig af en toe het bedje om;
  • leg het kind niet steeds op dezelfde manier in de box;
  • leg in de box of kinderwagen het favoriete knuffeltje de ene keer links en de andere keer rechts van de baby;
  • leg de baby regelmatig op zijn buik om hem te trainen. Dit kan natuurlijk alleen als er iemand bij is!

     

2. Gebruik de eerste 2 jaar geen dekbed of deken in dekbed-hoes

Een dekbed (of een deken in een dekbed-hoes) kan veel te warm zijn voor een baby. Ook kan je kind zich makkelijk onder – of in – het losliggende beddengoed wurmen, wat de ademhaling kan belemmeren. Gebruik dus liever een deken met een lakentje en maak het bedje stevig en kort op (met de voetjes tegen het voeten-einde). Of nog veiliger: gebruik een goed passende slaapzak. Mogelijke bezwaren:

  • Sommige ouders zijn bang dat hun kind het koud heeft (met alleen een slaapzak, of onder een deken en lakentje). Die vrees is meestal onterecht.

Of de temperatuur goed is, is het beste te voelen aan het nekje van de baby. Dat moet prettig warm aanvoelen. Bedenk dat een gezonde baby het niet zomaar te koud heeft in een goed geïsoleerd Nederlands huis. 

 

Niets meer missen?

Wil jij op de hoogte blijven van onze laatste topics? Meld je hier aan en ontvang iedere twee weken onze inspiratiemail in je inbox!

 

3. Kleed je baby niet te warm

Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Een baby heeft het warm genoeg als zijn nekje aangenaam aanvoelt. Zorg dat de temperatuur van de babykamer tussen de 16°C -18°C is. En dek je kind bij koorts minder warm toe dan je gewoonlijk doet! Mogelijke bezwaren:

  • Idem als bij punt 2. (Een baby heeft het niet snel te koud.)

 

4. Leg de baby in een wieg of in een bedje

Een wieg of een bedje is de veiligste slaapplek. Zet het bedje het eerste halfjaar dicht bij je eigen bed. Houd ook overdag enig toezicht tijdens het slapen. Neem de baby in ieder geval nooit bij je in bed:

  • als je hebt gedronken;
  • als je medicijnen of drugs hebt gebruikt;
  • als je erg vermoeid of gestresst bent.

Mogelijke bezwaren:

  • veel ouders willen hun baby liever bij zich houden, vooral in het begin. Begrijpelijk, en zowel voor moeder als kind kan dat prettiger zijn dan de baby in een eigen bedje te laten slapen (bijvoorbeeld met het geven van borstvoeding midden in de nacht). Er komen uiteraard meer risico's bij kijken, en daarom is het belangrijk om goede richtlijnen te volgen voor het veilig samen slapen. Voel jij je niet prettig bij samen slapen, maar wil je jouw baby wel dichtbij je? Dan kan je er natuurlijk ook voor kiezen om het bedje op je eigen slaapkamer te zetten. Dit heet rooming-in. Dan kun je het ook goed in de gaten houden;
  • sommige ouders laten hun kind liever "in het grote bed" slapen, omdat het dan beter slaapt. Dit wordt ook wel co-sleeping genoemd, en wint de laatste jaren enorm aan populariteit. Co-sleeping is inderdaad een effectieve methode om een baby beter te laten slapen. Belangrijk is om voor een veilige slaapplek te zorgen. Zorg er altijd voor dat jouw kind met het hoofd zo hoog mogelijk ligt, zodat jullie dekbed niet over het hoofdje van het kind kan komen.
  • het lukt de baby niet goed om zelf in slaap te vallen. Inslapen lukt meestal beter als jouw baby hoort dat je in de buurt bent. Bijvoorbeeld door met de kamerdeur open de was op te ruimen, en daar een beetje bij te zingen of te neuriën. Mocht het kind tussentijds wakker worden, ga er dan even naartoe en troost het met een aai over de bol;
  • als je op visite bent, is er soms geen kinderbedje beschikbaar. Het ouderlijk bed van de gastvrouw/gastheer is dan een mogelijkheid. Zorg ook dan voor een veilige slaapplek. Er zijn ook alternatieven;

     

Zoek jij een fijn bedje om je baby in te laten slapen?

Check hier de tips van de redactie!

  1. Co-sleeping is heerlijk, je hebt je kindje dichtbij en het is makkelijker met eventueel borstvoeding geven. Bij deze co-sleeper kan je de zijkant van het bedje afritsen!
  2. Heeft je kindje moeite met in slaap vallen en zelf tot rust komen? Overweeg dan een bedje dat meeschommelt met je baby, dat vinden ze heerlijk!
  3. Vind jij al die verschillende bedjes per leeftijd maar zonde voor je portemonnee en het milieu? Dan kun je kiezen voor een meegroeibedje, zoals dit ecologische babybed die te gebruiken is tot je kindje 4 jaar oud is. 


Op visite:

  • neem een eigen campingbedje mee;
  • of leg je kind op de grond, op een boxkleed in een slaapzakje (zorg dat een eventuele vloerverwarming uit staat);
  • of gebruik de kinderwagen-bak (zorg dat de kap naar beneden staat en gebruik geen dekbedje of dekje van de kinderwagen);
  • of laat je baby slapen op een aankleedkussen (alleen als hij zich nog niet op zijn buik kan draaien en als je er zelf het zicht op kunt houden);
  • of gebruik het baby-autostoeltje (voor een enkele keer is dit geen bezwaar).

Slapen in 'het grote bed':

  • laat een baby uitsluitend slapen op een stevige matras zonder spleet in het midden;
  • laat een baby nooit slapen op een waterbed (vanwege het verstikkingsgevaar);
  • zorg dat er geen dekbed of kussens in de buurt van de baby liggen;
  • laat je kind hoger dan jezelf slapen, op zijn rug, in een kinderslaapzak.

 

5. Houd je baby vrij van rook

Houd je baby altijd vrij van rook. Niet alleen in huis, maar ook onderweg (in de auto) of als je ergens anders op bezoek bent. Ventileer de kamer waar je kind slaapt regelmatig, ook als je niet rookt. Mogelijke bezwaren:

  • Wat moet je doen als je echt niet kunt stoppen met roken? Antwoord: alleen buiten roken.

 

6. Maak de omgeving veilig

  • plaats het ledikant of wiegje niet vlak naast de verwarming. Het kind kan het te warm krijgen of zich branden;
  • zorg voor een goede ventilatie;
  • zet het ledikant niet in de buurt van gordijnen, koorden of snoeren waarin het kind verstrikt kan raken. Span een eventuele klamboe strak rond het bedje;
  • controleer de slaapkleding en het beddengoed (respectievelijk de slaapzak) op los zittende draadjes die zich rond een vinger of een teen kunnen winden, en ervoor kunnen zorgen dat een vinger of een teen wordt afgebonden;
  • zorg ervoor dat de omgeving veilig is zodra het kind zelf uit bed kan komen. Plaats bijvoorbeeld traphekjes en bevestig afdekplaatjes op de stopcontacten;
  • zet het ledikant niet bij het raam, om te voorkomen dat je kind vanuit zijn bed naar buiten klimt;
  • leg geen speelgoed in bed dat kan dienen als opstapje om over de zijwand te klimmen.

Mogelijke bezwaren:

  • Sommige ouders vinden het overdreven om zoveel aandacht aan een veilige omgeving te besteden. Inderdaad moet je het niet overdrijven, maar tegen redelijke veiligheidsmaatregelen valt natuurlijk niets in te brengen. Een ongeluk zit in een klein hoekje.

Het enige soort veiligheidsmaatregelen waar wél iets tegen in te brengen valt (omdat ze geen wezenlijke veiligheid bieden maar wel veel geld kosten), zijn alarm-systemen tegen wiegendood, die "aanslaan" als de ademhaling stokt. Aangezien zelfs een echte ziekenhuis-monitor – die naast de ademhaling ook de hartslag etc. meet – de kans op wiegendood met 0,0% verlaagt, heeft zo'n huis-tuin-en-keuken alarm-systeem geen enkele zin. 

 

7. Zorg voor een veilig bed

Een veilig baby- of kinderbed is een bed dat goed ventileert en waarin je kind altijd vrij kan ademen (ook als het op zijn buik terecht komt):

  • zorg voor ventilerende zijwanden zonder bekleding;
  • zorg voor een stevige en goed passende matras;
  • gebruik geen hoofdbeschermer (leg het kind zo nodig wat meer in de richting van het voeteneind);
  • zorg dat er geen kussens of kussen-achtige knuffels in het bed liggen;
  • gebruik geen zeiltje en geen waterbed;
  • zorg dat eventuele spijltjes 4½ tot 6½ cm van elkaar staan (tegen bezeren of beknellen)

 

8. Leg je kind niet vast in bed

Buikslapen is gevaarlijk (vanwege het risico op wiegendood) maar vastbinden is nog veel gevaarlijker. Je kind kan zich namelijk vastdraaien. Gebruik liever een slaapzakje. Met een slaapzak kan een baby zich namelijk moeilijker op zijn buik rollen. Bovendien geeft een slaapzak precies de juiste temperatuur (niet te koud en niet te warm). Probeert je kind uit het ledikant te klimmen? Haal dan de spijlen eruit of koop een laag kinderbed. En zorg voor een zachte ondergrond, voor het geval je kind uit bed valt. Onrustig slapende kinderen zijn vaak gebaat bij rust en regelmaat. Ook stevig instoppen zou dan kunnen helpen. Inbakeren mag alleen na overleg met een consultatiebureau-arts (verkeerd inbakeren kan namelijk onveilig zijn en op latere leeftijd tot heupproblemen leiden). 

 

9. Geef je baby geen slaapverwekkende geneesmiddelen

Geef je baby geen slaapverwekkende geneesmiddelen, tenzij het niet anders kan (overleg daarover met de huisarts of de specialist). Dit geldt ook voor uzelf, zo lang u borstvoeding geeft. Extra waarschuwing:

  • Geef liever geen hoestdrankjes. Ten eerste helpen ze niet, en ten tweede kunnen ze gevaarlijk zijn (zie: Pediatrics, jan. 2008).

 

10. Verstoor zo min mogelijk de 'rust en regelmaat'

Stel je baby niet onnodig bloot aan vermoeiende activiteiten en stress. Dat soort dingen verstoren het slaapritme van de baby (= risico-factor voor wiegendood). Gebeurtenissen die de noodzakelijke 'rust en regelmaat' kunnen verstoren, zijn o.a.:

  • reizen;
  • drukke visite;
  • logeren.

Mogelijke bezwaren:

  • Reizen en logeren zijn soms onvermijdelijk. Geen paniek. Ze kunnen het slaapritme verstoren maar je gaat er echt niet meteen dood van.

 

11. Geef borstvoeding (of een speentje)

Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding het risico op wiegendood verlaagt. Dit geldt trouwens ook voor een fopspeen. Krijgt je kind borstvoeding, gebruik dan alleen een fopspeen als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Bij flesvoeding kun je wél meteen een fopspeen geven. Probeer de fopspeen na 10 maanden af te bouwen. 

 

Meer informatie

Feiten en cijfers

  • jaarlijks overlijden enkele tientallen kinderen aan wiegendood of verstikking in bed;
  • wiegendood komt voor bij kinderen tussen 0 en 2 jaar;
  • jaarlijks komen ca. 1.500 kinderen in het ziekenhuis terecht na een val uit bed. Meestal gaat het daarbij om kinderen tussen een ½ en 4 jaar.

Zie verder

 

In dit artikel wordt gebruik gemaakt van affiliate links.