13 mei 2011 door Marjon Klomps

05. Oud papier

Jules heeft te weinig herseninhoud, geen spraakcentrum, een ontwikkelingsachterstand en vrij ernstige gedragsproblemen. Moeder Marjon vertelt.

In deze aflevering: een pareltje. Zomaar een moment van innig contact tussen moeder en zoon.

Jules en ik zitten aan de computer en kijken naar Mr. Bean op Youtube. Het is avond, we hebben net gegeten, en papa is met de grote broers naar judo. Buiten is het net donker geworden en we maken ons op voor het avondritueel. Althans, dat doe ik. Jules heeft absoluut geen haast.

Jules wiebelt op de bureaustoel, wil er half op zitten, maar dan rijdt de stoel naar achteren. Na een tijdje hijs ik hem terug op de stoel. Jules wipt weer naar het puntje, leunt erop en de stoel rijdt weer naar achteren. En nog een keer. En nog een keer. Jules merkt het amper, zo geconcentreerd kijkt hij naar het filmpje. Tot zijn aandacht wordt getrokken door een oranje zwaailicht buiten.

Even denkt hij na, dan schiet hij overeind. De stoel dendert naar achter en komt tot stilstand tegen de kast. Jules kijkt me opgetogen aan: "Ma, ba!" Het is de eerste maandagavond van de maand, de avond van het oud papier. Een maandelijks terugkerend feestje.

Ik besluit er eens helemaal voor te gaan. "Ja, Jules, de vuilniswagen. Wil je naar buiten, kijken?" Jules vervormt zijn mond tot een cartooneske "Oooooooo" en begint hard te ademen. "Ja, ja!" Hij pakt mijn handen en springt op en neer van opwinding. De vuilniswagen komt, en nu mag hij in het donker naar buiten om te kijken. Het mooiste wat er is.

De jas is zo aan en Jules valt in zijn haast bijna over de drempel. "Ba!!!" roept hij enthousiast, en in hoera-stand rent hij tot onder de carport. Om daar abrupt tot stilstand te komen. Je ziet nog net geen remsporen achter zijn schoenen. Als de vuilniswagen komt, mag je namelijk niet over de stenen die de carport van de weg scheiden. Dat is gevaarlijk, weet Jules. "Ne, Je," zegt hij, en kijkt mij aan. "Nee, Jules mag niet over de rand," beaam ik. "Dat is gevaarlijk. Dat heb je goed onthouden Jules!"

Jules grijnst naar me, en gluurt om het hoekje. Zwaait naar de vuilnisman achter het stuur, en rent dan weer naar achter, stikkend van de lach. "Je," zegt hij grinnikend, zwaait, en wijst dan richting vuilniswagen. Ja, Jules heeft gezwaaid naar de vuilnisman. Stoer man!

- "Gggg," doet hij, kijkt om zich heen, en slaat dan vol schrik de handen voor zijn mond. "Ma, ggg, ne!"

- "Zijn we Varken vergeten?" vertaal ik, en hij knikt ernstig. "Nee hoor," stel ik hem gerust, en tover Varken onder mijn jas vandaan. "Hier is Varken" en Varken begint gelijk opgewonden te schreeuwen. "Hé, de vuilniswagen, Jules! Kijk, kijk!"

Maar eerst moet Varken een lesje verkeersveiligheid krijgen. Jules kijkt bepaald streng naar zijn roze vriend, wijst op de scheidslijn, en zegt:

- "Ne!"

- "Wat? Mag ik niet op straat?" vraagt Varken verbaasd.

- "Ne." Jules schudt zijn hoofd. Wijst vervolgens met zijn vinger naar de vuilniswagen, klapt de handen in elkaar, en roept: "Boe!"

Om duidelijk te maken wat er gebeurt als de vuilniswagen tegen je opbotst, geeft hij Varken een paar flinke klappen op het hoofd:

- "Boe, boe, boe."

- "Au, au, au," jammert Varken en doet dan voor de zekerheid een paar passen achteruit.

Jules gaat verder met uitleggen:

- "Die," zegt hij, wijzend op de vuilniswagen. "Da" met een vinger naar het oud papier naast het huis. "I" om aan te geven dat het oud papier in de vuilniswagen gaat en vervolgens wijst zijn vinger stapsgewijs naar alle andere stapels oud papier. "Die, ja, i," met een armzwaai naar de vuilniswagen.

En zo bij alle stapels oud papier. Ja, Jules weet het precies: de vuilniswagen gaat alle stapels papier ophalen en verdwijnt dan aan het eind van de straat de hoek om.

- "Kla".

De vuilniswagen is vol en de pers wordt aangezet, met alle herrie die daarbij hoort. Jules schiet achter mijn rug van schrik, handen voor de oren. "Ma," zegt hij met zijn schorre stemmetje. Ik kijk naar hem, draai me half om zodat we tegenover elkaar staan. Leg mijn handen over zijn handen. Jules staat stil, half mijn lengte, hoofd in de nek, en kijkt me aan.

Hij kijkt me recht aan, heel lang. Dat is bijzonder. Ik buig me voorover, heel dicht naar hem toe, en we kijken elkaar aan. Hij lacht, zijn mooie blauwe ogen stralen van blijdschap. Samen met mama, lekker thuis en de vuilniswagen om de hoek.

Ik voel wat ik de afgelopen week even kwijt was: Jules kan het ook niet helpen allemaal. Hij is niet opzettelijk moeilijk, de wereld is hem alleen veel te groot en te onbegrijpelijk. Ik neem me opnieuw voor om de komende dagen wat minder naar de zwarte randjes en wat meer naar de pareltjes te kijken.