1 september 1997 door Dido Michielsen

2. Bureaucratie op z'n Hollands

Dido Michielsen is moeder van Lisa-Xiu en Lin. In haar maandelijkse column vertelt Dido over alle ins en outs van het adoptie-ouderschap.

In voormalige communistische landen is de bureaucratie legendarisch. Nou, dan had u nog niet geprobeerd om vanuit Nederland een kind te adopteren. In dit vooruitstrevende land wordt u namelijk vanaf moment één vol wantrouwen bejegend en door de papiermolen gehaald – en dat gaat zelfs door nadat het kindje in de koesterende schoot van uw gezin is gearriveerd.

Om te beginnen wordt u voor ieders gemak behalve het uwe meteen gereduceerd tot een nummer. Voorts ontvangt u pas na een half jaar een oproep voor de verplichte informatiecursus, waar u enkele cases krijgt voorgeschoteld vol ellende die u zelf nog niet had verzonnen. Wie dan nog niet afhaakt, mag voor verhoor door naar de Kinderbescherming. Dat kan mee- of tegenvallen, afhankelijk van de ambtenaar die de situatie bij u thuis komt opnemen (zij het zonder witte handschoenen om mee langs plinten te strijken).

Enkele maanden later – na zo'n drie jaar bezig te zijn, maakt dat ook niets meer uit – krijgt u het diploma: de Nederlandse regering verleent haar toestemming, u mag een vreemdeling opnemen.

Maar ho, dat gaat zomaar niet: u moet wel de hulp van een daartoe geselecteerd bureau aanvaarden. Zuchtend belt u voor een intake-afspraak en bedenkt u nogmaals dat dit allemaal dient om kinderhandel uit te roeien. U trekt een nummer voor de volgende wachtlijst van minimaal een jaar. Als u geluk hebt. U kunt natuurlijk ook pech hebben en rond die tijd 45 of ouder worden: dan gaat het feest niet door, want in Nederland mag het verschil tussen de oudste ouder en het kind niet groter zijn dan veertig jaar en het adoptiekind niet ouder dan vijf.

Fast forward: u komt met uw kind in Nederland aan, dankzij voornoemd bureau goddank zonder hinder van buitenlandse bureaucratie. (U heeft natuurlijk wel voor u afreisde 'tig instanties bezocht om uw dossier bij elkaar te krijgen.) Nu moet u naar de vreemdelingenpolitie voor een verblijfsvergunning en de voogdij regelen bij de kantonrechter, want pas na één jaar, honderden poepluiers en een mogelijke controle van de kinderbescherming en de sociale verzekeringsbank, mag u uw kind officieel adopteren. En wee het dossier dat iets van de standaard afwijkt: of u maar een paar keer wilt verschijnen om een verklaring af te leggen.

Natuurlijk doe je dat. Want de liefde voor je kind overstijgt met gemak de afkeer van deze ondoorgrondelijke en onontkoombare papierwinkel.