28 maart 2020 door Esther Steinebach

Goede moeder

Wanneer ben je een goede moeder?? Hier heb ik lang over nagedacht. Vooral ook omdat ik mij een hele tijd lang geen “goede moeder” voelde. Ik deed hoe ik dacht dat het moest vanuit mijn verstand. Ik haalde veel kennis uit boeken, ongevraagde meningen en adviezen van mensen om mij heen en deed het deels hoe ik het gewend was vanuit mijn jeugd.

Ik was een denker. Bij alles wat ik deed woog ik constant alle voors- en tegens tegen elkaar af. Met die kennis in mijn hoofd maakte ik daarna een weloverwogen besluit. Helaas kwam ik er steeds vaker achter dat deze weloverwogen beslissingen voor mij helemaal niet tot de beste uitkomst leidde.

Nu weet ik dat ik heel dicht bij mijzelf moet blijven en alle keuzes wil maken vanuit mijn gevoel. Je denkt misschien leuk vanuit je gevoel. Maar wat bedoel je daarmee? En hoe doe je dat dan?

Toen onze zoon nog een baby was sliep hij erg slecht. Hij was hele nachten wakker en huilde veel. Ondanks dat zijn vader prima wilde helpen vond ik dat ik er het beste voor onze zoon kon zijn. Daarom koos ik ervoor dat ik elke nacht de hele nacht voor onze zoon klaar stond. Ik was immers de enige die hem de borst kon geven en bovendien vond ik dat ik hem veel beter kon troosten dan zijn vader. In die tijd vond ik dat de beste manier om ons kind te troosten inhield dat ik er de hele nacht alles aan moest doen om ervoor te zorgen dat hij stopte met huilen. Ik sliep heel licht en bij elk geluidje dat hij maakte stopte ik mijn borst in zijn mond. Als hij echt begon te huilen en de borst niet meer werkte kon ik uren liedjes zingen en hem heen en weer wiegen op mijn arm. NIKS hielp, hoe hard ik ook mijn best deed. Zo zijn er jaren voorbij gegaan waarin onze zoon minstens vijf keer op een nacht wakker werd en ik nooit langer dan anderhalf uur achtereen sliep.

Als ik terugdenk aan die tijd vraag ik me wel eens af hoe ik dat ooit heb overleefd. Ik was labiel, ernstig oververmoeid, prikkelbaar en op z’n tijd flink depressief.

Toen kregen we een dochter. Ik had me voorgenomen dat ik “het” nooit meer zo ver zou laten komen. Wat ik nou precies met “het” bedoelde wist ik eigenlijk niet. Wel lukte het me, door een zware bevalling, te accepteren dat mijn vriend ook hielp in de nachten. Hoewel de nachten daardoor een stuk makkelijker werden bleef het huilen van onze kinderen een “probleem”.

Op een gegeven moment had ik hier zoveel last van dat ik me eindelijk bewust werd van wat er gaande was. De reden dat mijn kinderen zo bleven huilen kwam door mijzelf!

Toen ik me bewust werd van mijn EIGEN gevoelens die ikzelf ervoer zodra ik mijn kinderen zag huilen, begon bij mij eindelijk alles langzaam op z’n plek te vallen.

Al die nachten dat mijn zoon huilde deed ik helemaal niet wat het beste was voor hem. Ik deed wat het beste was voor mijzelf. Ik voelde zelf zoveel ongemak en stress als hij huilde dat ik het zo snel mogelijk wilde stoppen. En wat heeft een mens nodig bij verdriet? Iemand die haar armen spreidt, rust uitstraalt en er voor je is? Of iemand die obsessief alles probeert te doen om je af te leiden? Om maar te doen alsof het er niet is?

Omdat ik, ook overdag, alleen maar bezig was met het voorkomen van verdriet is het natuurlijk logisch dat op een bepaald moment de spanning zo hoog oploopt dat het eruit moet. Dit gebeurde elke nacht weer opnieuw. En doordat mijn kind mijn spanning voelde op de momenten dat hij huilde werd hij zelf ook steeds gespannener, wat het huilen in stand hield. Want als een baby verdriet heeft wil het een moeder die rustig blijft en rust uitstraalt. Het enige wat ik uitstraalde was blinde paniek. Dus logisch dat mijn kind niet rustig werd. En hoe langer hij huilde hoe meer ik googelde wat voor verschrikkelijke ziektes hij wel niet kon hebben. Wat mijn paniek weer erger maakte en waardoor hij weer langer door ging met huilen.

Wat ik met dit verhaal wil zeggen is dat ik dacht dat ik toen het beste deed, ik stond immers 24/7 klaar voor mijn kind. Maar eigenlijk was ik helemaal niet zo handig bezig. Niet voor mijzelf maar zeker ook niet voor mijn kind.

Het allerbelangrijkste dat ik heb geleerd is: sta stil bij wat je zelf voelt! Voel je ongemak? Voel je pijn? Erken het! Neem het op schoot en doorvoel het. En als het lukt probeer te bedenken waarom je je zo voelt.

Ik kwam erachter dat ik zo nerveus werd bij negatieve emoties van een ander omdat ik vroeger zelf geen emoties mocht hebben. Ik had een vader die op zo’n moment agressief kon worden, een opa die heel hard : “Sssssst” riep en een moeder die er wel voor me wilde zijn maar waarbij het mij zelf niet lukte om mijn gevoel te uiten omdat mijn moeder het zelf zwaar had.

Daarbij voelde ik me ook nog eens heel alleen. Ik dacht dat ik alles zelf moest doen. Mijn vader was er vroeger nooit voor ons en mijn moeder loste alles op. Dus ik dacht een lange tijd dat vaders toch niks kunnen en dat ik als moeder daarom alles zelf moest doen.

Doordat ik dit van mijzelf weet kan ik nu een stuk rustiger blijven als een van mijn kinderen heftige emoties ervaart. Ik weet namelijk dat het ongemak en de stress die ikzelf dan ervaar niet is omdat er nu iets ergs gaat gebeuren maar omdat mijn lijf reageert op wat er vroeger is gebeurd! En dat was vroeger, en niet nu. Nu ben ik veilig. Het lukt me daardoor om rustig te blijven ademhalen en er echt voor mijn kinderen te zijn. Nu kom ik erachter dat als ik ze deze “echte” aandacht geef ze nooit meer de behoefte hebben om zo lang door te huilen. Ze kunnen nu ontladen, daarna voelen ze weer ruimte en kunnen ze weer verder met waar ze mee bezig waren. De spanning is eraf.

Nu weet ik hoe belangrijk het is om stil te staan bij wat jezelf voelt. Voel je angst of pijn? Dan is het een teken dat er iets in je zit wat nog geheeld moet worden. Zo moest ik mijzelf leren dat als ik iemand hoor huilen er niet meteen iets ergs gebeurt en dat ik nog steeds veilig ben en rustig moet blijven ademhalen. Nu mij dit lukt slaap ik niet alleen beter maar huilen mijn kinderen ook vrijwel nooit meer zonder aanwijsbare reden.